Mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en Wet veiligheidsonderzoeken
Paragraaf
1
Algemene bepalingen
Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
d.
MIVD: Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;
relaties0
e.
directeur van de MIVD: Hoofd van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;
relaties0
f.
mandaat: bevoegdheid om namens de Minister besluiten te nemen en stukken vast te stellen en uitgaande stukken te ondertekenen;
relaties0
g.
machtiging: de bevoegdheid om namens de Minister handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke handeling zijn.
relaties0
relaties0relaties0 relaties0
Paragraaf
2
Mandaat secretaris-generaal
Artikel
2
Mandaat secretaris-generaal
1. Aan de secretaris-generaal wordt mandaat en machtiging verleend ten aanzien van:
c.het beslissen op bezwaar in gevallen, als bedoeld onder b, indien het advies van de Bezwarencommissie Veiligheidsonderzoeken wordt gevolgd en de plaatsvervangend secretaris-generaal het primaire besluit heeft genomen.
relaties0
relaties0 2. Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris-generaal treedt diens plaatsvervanger voor de duur van de afwezigheid of verhindering in diens plaats, met uitzondering van het gestelde in het eerste lid, onder c.
relaties0
relaties0
Artikel
3
Ondermandaat door secretaris-generaal
De secretaris-generaal wordt toegestaan schriftelijk ondermandaat te verlenen aan de plaatsvervangend secretaris-generaal ten aanzien van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b.
relaties0relaties0 relaties0
Artikel
4
Mandaat directeur MIVD
1. Aan de directeur van de MIVD wordt mandaat en machtiging verleend ten aanzien van:
d.het aanwijzen van vertrouwensfuncties als bedoeld in
artikel 3 juncto
artikel 2 van de Wvo voor zover het functies betreft die als vertrouwensfunctie moeten worden aangemerkt in verband met de daarmee samenhangende noodzaak om toegang te hebben tot militaire installaties;
relaties0
relaties0 2. Aan de directeur van de MIVD wordt wat betreft defensieorderbedrijven en TNO-defensieonderzoek mandaat en machtiging verleend ten aanzien van:
a.het in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aanwijzen van vertrouwensfuncties als bedoeld in
artikel 3 van de Wvo;
relaties0
b.het instemmen met de weigering van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot het afgeven van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in
artikel 8 van de Wvo;
relaties0
c.het instemmen met de intrekking door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in
artikel 10 van de Wvo.
relaties0
relaties0 3. In afwijking van het tweede lid zijn van mandaatverlening aan de directeur van de MIVD uitgesloten de in het tweede lid bedoelde bevoegdheden voor zover respectievelijk de instemming, weigering of intrekking van de verklaring van geen bezwaar aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zelf is voorbehouden.
relaties0 4. Bij afwezigheid of verhindering van de directeur van de MIVD treedt diens plaatsvervanger voor de duur van de afwezigheid of verhindering in diens plaats.
relaties0 5. De directeur van de MIVD wordt toegestaan ondermandaat en machtiging te verlenen ten aanzien van de bevoegdheden bedoeld in het eerste lid, onder a, aan onder hem ressorterende functionarissen en aan een niet onder hem ressorterende functionaris, te weten het hoofd van de unit veiligheidsonderzoeken.
relaties0
relaties0
Artikel
5
Mandaat beveiligingscoördinatoren van de krijgsmachtdelen, het Defensie Ondersteuningscommando, de Defensie Materieel Organisatie en de Bestuursstaf
1. Aan de beveiligingscoördinatoren van het Commando Zeestrijdkrachten, het Commando Luchtstrijdkrachten, het Commando Landstrijdkrachten, het Defensie Ondersteuningscommando, de Defensie Materieel Organisatie en de Bestuursstaf worden mandaat en machtiging verleend ten aanzien van het aanwijzen van vertrouwensfuncties als bedoeld in
artikel 3 juncto
artikel 2 van de Wvo, voor zover het vertrouwensfuncties betreft die worden uitgeoefend bij respectievelijk het Commando Zeestrijdkrachten, het Commando Luchtstrijdkrachten, het Commando Landstrijdkrachten, het Defensie Ondersteuningscommando, de Defensie Materieel Organisatie met uitzondering van de directie Beleid en de Bestuursstaf met uitzondering van de MIVD.
relaties0 2. Mandaat en machtiging worden verleend aan de Commandant van de Koninklijke marechaussee ten aanzien van het aanwijzen van vertrouwensfuncties als bedoeld in
artikel 3 juncto
artikel 2 van de Wvo voor zover het vertrouwensfuncties betreft die worden uitgeoefend bij de Koninklijke marechaussee.
relaties0 3. De uitoefening van de in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheid geschiedt slechts na instemming van de directeur van de MIVD.
relaties0 4. Bij afwezigheid van een persoon, bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, treedt diens plaatsvervanger voor de duur van de afwezigheid of verhindering in diens plaats.
relaties0
relaties0 relaties0
Artikel
6
Mandaat directeur MIVD algemene en bijzondere bevoegdheden
1. Mandaat en machtiging worden verleend aan de directeur van de MIVD ten aanzien van het verlenen van toestemming voor de uitoefening van algemene en bijzondere bevoegdheden zoals bedoeld in:
c.
artikel 41, eerste lid, van de Wiv, tenzij:
1°.de natuurlijke persoon belast wordt met het verrichten van handelingen die tot gevolg hebben dat medewerking wordt verleend aan het plegen van een strafbaar feit dan wel dat een strafbaar feit wordt gepleegd, of
relaties0
2°.de toestemming in het concrete geval voor de eerste keer wordt verleend;
relaties0
relaties0
g.
artikel 58, derde lid, van de Wiv, indien de Minister toestemming heeft verleend voor inzet van bijzondere bevoegdheden binnen een woning en die toestemming rechtmatig is bevonden door de toetsingscommissie;
relaties0
relaties0 2. Het verlenen van toestemming voor de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden door de directeur MIVD is uitgesloten, indien de uitoefening van de bevoegdheden betrekking heeft op onderwerpen met een principieel beleidsmatig of politiek gevoelig karakter of wanneer de bevoegdheden worden uitgevoerd binnen woningen.
relaties0
relaties0
Artikel
7
Ondermandaat algemene en bijzondere bevoegdheden
De directeur van de MIVD wordt toegestaan ondermandaat te verlenen ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 6, aan de onder hem ressorterende functionarissen ten aanzien van de artikelen 38, eerste lid, 42, eerste lid, onder c, 50, derde lid, 72, eerste lid en 86, tweede lid juncto vijfde lid, van de Wiv. Een afschrift van dit besluit wordt aan de Minister verzonden.
relaties0relaties0
Artikel
8
Mandaat directeur MIVD samenwerking MIVD met andere instanties
1. Aan de directeur van de MIVD wordt mandaat en machtiging verleend ten aanzien van stukken en besluiten met betrekking tot het verzoeken of verlenen van toestemming voor de vormen van ondersteuning of samenwerking als bedoeld in:
relaties0 2. De directeur van de MIVD informeert de Minister onverwijld over de in het eerste lid, onderdelen b en c, verleende toestemming.
relaties0
relaties0
Artikel
9
Mandaat directeur MIVD externe verstrekking van gegevens
Aan de directeur van de MIVD wordt mandaat en machtiging verleend ten aanzien van:
relaties0relaties0
Artikel
10
Verdaagbesluiten en ontheffing reisverbod
Aan de directeur van de MIVD wordt mandaat en machtiging verleend ten aanzien van:
relaties0relaties0
Artikel
11
Afwezigheid of verhindering
Bij afwezigheid of verhindering van de directeur van de MIVD treedt diens plaatsvervanger in de in de artikelen 6 tot en met 10 bedoelde gevallen voor de duur van de afwezigheid of verhindering in diens plaats.
relaties0relaties0 relaties0
Paragraaf
5
Overige bepalingen
Artikel
12
Voorwaarden uitoefening mandaat
1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt met inachtneming van de voor de burgerlijke rijksdienst en de voor het ministerie geldende beleids- en uitvoeringsregels alsmede met inachtneming van de aan de uitoefening van het mandaat gestelde regels en de daaraan verbonden instructies.
relaties0 2. De mandataris is gehouden de gestelde regels en instructies op te volgen.
relaties0
relaties0
Artikel
13
Voorleggen ter beslissing aan mandans
De mandataris maakt geen gebruik van een aan hem verleend mandaat in de gevallen waarin hij van mening is dat de mandans een beslissing dient te nemen of een stuk dient vast te stellen en te ondertekenen.
relaties0relaties0
Artikel
14
Ondertekening
1. Ondertekening van besluiten en stukken door de secretaris-generaal met betrekking tot het in
artikel 2 bedoelde mandaat vindt plaats op de volgende wijze:
DE MINISTER VAN DEFENSIE
voor deze,
De secretaris-generaal
Handtekening
Naam
relaties0 2. Ondertekening van besluiten en stukken door de Directeur van de MIVD met betrekking tot het in de
artikelen 4 en
6 tot en met 10 bedoelde mandaat vindt plaats op de volgende wijze:
DE MINISTER VAN DEFENSIE
voor deze,
De Directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Handtekening
Naam en militaire rang
relaties0 3. Ondertekening van besluiten en stukken door de functionarissen, bedoeld in
artikel 5 van deze regeling, met betrekking tot het in
artikel 5 bedoelde mandaat vindt plaats op de volgende wijze:
DE MINISTER VAN DEFENSIE
voor deze:
Aanduiding van de functie
Handtekening
Naam en voor zover van toepassing de militaire rang
relaties0
relaties0
Artikel
16
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2018.
relaties0relaties0
Artikel
17
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten 2017 en de Wet veiligheidsonderzoeken.
relaties0relaties0 relaties0
’s-Gravenhage
4 juni 2018
De Minister van Defensie,
A.Th.B.
Bijleveld-Schouten
Beschrijving
Mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en Wet veiligheidsonderzoeken
Informatietype en toegang
- Informatietype
- Wet- en regelgeving (NL)
- Documentsoort
- Ministeriële regeling
- Toegangsrechten
- Extern
Identificatie, datum en versie
- Identificatie
- PUC_306608_10
- Versie
- 20200731
- Datum beschikbaarheid
- 31-07-2020
- Publicatiedatum
- 31-07-2020
-
Geldigheid van
- 31-07-2020
-
tot en met
-
- Wijzigingsdatum
- 14-08-2020
Herkomst en taal
- Titel
- Mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten 2017 en de Wet veiligheidsonderzoeken
- Organisatie
- Ministerie van Defensie
- Taal
- Nederlands
- Juriconnect BWB
- jci1.3:c:BWBR0041001&g=2020-07-31
- MP-bundels
- MP 10-003-187
Versie informatie document
Publicatie op Ministeriële- en Defensie publicaties:
Huidige versie: 20200731
Datum beschikbaarheid huidige versie: 31-07-2020 (vanaf dit moment beschikbaar op Ministeriële- en Defensie publicaties)
Datum document:
Publicatiedatum: 31-07-2020