Ioniserende straling
De Arbeidsomstandighedenwet is niet van toepassing op het gebied van de ioniserende straling. Op dit gebied gelden de bepalingen van de Kernenergiewet. In de Kernenergiewet zijn de regels voor het voorhanden hebben en gebruiken van radioactieve
stoffen, splijtstoffen, ertsen ("kernmaterieel") en het gebruik van ioniserende straling
uitzendende toestellen vastgelegd.
De basis van de Kernenergiewet (Kew) wordt gevormd door een vergunningenstelsel.
Het is verboden, kernmaterieel voorhanden te hebben of ioniserende straling uitzendende toestellen te gebruiken zonder vergunning. Kew-vergunningen worden verleend
door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Wanneer voor
specifiek kernmaterieel of toestellen geen vergunning is vereist, is dit expliciet in de
Kew vermeld.
De Kew is ook binnen Defensie geldig.
Voor kernmaterieel of toestellen van Defensie waaraan een rubricering is verbonden,
gelden aparte regels. Op basis van het Vrijstellingsbesluit landsverdediging Kernenergiewet (VIK) is hiervoor geen vergunning van SZW vereist, maar een interne defensie-vergunning of "autorisatie". Voordat kernmaterieel binnen Defensie mag worden
aangeschaft of toestellen mogen worden gebruikt, moet de verwerver aan het Bureau
Autorisatie en Registratie Kernenergiewet (BARK) een autorisatie (of eventueel een
vergunning) aanvragen. Elke eenheid die kernmaterieel voorhanden heeft waarvoor
een vergunning of autorisatie is vereist, moet beschikken over een (kopie van de)
bijbehorende autorisatie.
In de autorisatie of vergunning zijn de voorschriften vastgelegd die gelden voor bijvoorbeeld opslag, gebruik en vervoer van het betreffende kernmaterieel.
De regels op het gebied van de ioniserende straling binnen Defensie zijn vastgelegd in
de DP35-311, de "Handleiding stralingshygiëne Defensie".
Informatie over het bovenstaande is te verkrijgen bij:
Ministerie van Defensie
Stralingsbeschermingsdienst (SBD)
- Bureau Autorisatie en Registratie Kernenergiewet (BARK)
- Toezichtorgaan Stralingshygiëne Defensie (TSD)
Postadres: MPC 55 X
Postbus 382
3720 AJ Bilthoven
Bezoekadres: Nieuwe Weteringseweg 229
Maartensdijk
tel. 0346 - 217837, MDTN *06-550-7837
Alarmnummer: 0346 - 217888, MDTN *06-550-7888 (24 uur per dag)
fax. 0346 - 217848, MDTN *06-550-7848
Niet-ioniserende straling
Het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938 en het Veiligheidsbesluit
restgroepen kennen een bepaling met betrekking tot toestellen die bij het gebruik
schadelijke niet-ioniserende (electromagnetische) straling uitzenden. Onder niet-ioniserende electromagnetische straling wordt verstaan ultraviolette (UV-)straling,
zichtbaar licht, infrarode straling en radiofrequente straling, ELF-straling (extreme low
frequency) of microgolfstraling. De diverse soorten straling worden onder meer afgegeven door lasers, radarapparatuur, lasapparaten, zend-en ontvanginstallaties, hoogspanningsleidingen en inductie-apparatuur. Bij blootstelling aan straling ken, afhankelijk van de intensiteit en de duur van de blootstelling schade aan het organisme
ontstaan.
Het Arbeidsomstandighedenbesluit eist voorzieningen die de gevaren van
niet-ioniserende straling zoveel mogelijk aan de bron voorkomen of beperken. Zo
moeten toestellen die niet-ioniserende straling kunnen uitzenden, deugdelijk en goed
onderhouden zijn. Bovendien moet de plaats waar de arbeid wordt verricht zodanig
zijn ingericht dat zo min mogelijk straling vrijkomt. Hierbij kan gedacht worden aan
afscherming aan de bron door het omhullen of in een aparte ruimte plaatsen van het
betreffende apparaat. Indien dit in redelijkheid niet mogelijk is, moet schade aan de
gezondheid ten gevolge van niet-ioniserende straling zo veel mogelijk worden voorkomen door organisatorische maatregelen, zoals het beperken van het aantal bloot te
stellen werknemers of de duur van de mogelijke blootstelling. Indien de organisatorische maatregelen het risico niet of niet voldoende kunnen voorkomen, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld.
Binnen Defensie geven de Standardization Agreements (STANAG’s) richtlijnen voor
toepassingen van niet-ioniserende straling. Dit betreft onder andere:
- STANAG 2900 (laserstraling)
richtlijnen betreffende veiligheidsmaatregelen, individuele en collectieve
beschermingsmiddelen inventarisatie van personeel dat met laserstraling in
aanraking ken komen en gegevens m.b.t. verplichte medische begeleiding
- STANAG 3606 (laserstraling)
definities en klasse-indelingen, informatie over de maximaal toelaatbare
stralingsniveau’s en over risico-evaluatie
- STANAG 2345 (electromagnetische straling)
Per STANAG is door de afzonderlijke krijgsmachtdelen vastgelegd, in hoeverre deze
dient te worden geïmplementeerd in de interne voorschriften.
Voor alle zaken met betrekking tot niet-ioniserende straling op basis van de Arbowet
dient men zich primair te richten tot de arbo- c.q. bedrijfsgeneeskundige dienst van het
eigen krijgsmachtdeel.
Binnen de krijgsmachtdelen dient te zijn uitgewerkt hoe de arbo- c.q. bedrijfsgeneeskundige diensten met vragen of meldingen moeten omgaan.
Via de arbo- c.q. bedrijfsgeneeskundige dienst kan zo nodig de Directie Militair Geneeskundig Beleid (DMGB, per 1 januari 1999 vallend onder het Geneeskundig Facilitair
Bedrijf van het DICO) of de Stralingsbeschermingsdienst van Defensie om advies of
ondersteuning worden gevraagd.