Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling bedrijfsvakanties
Publicatiedatum:26-11-1991Geldigheid:26-11-1991 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling bedrijfsvakanties
De Minister van Defensie

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • b. hoofd defensieonderdeel:
    • 1°.de Secretaris-Generaal, voor zover het betreft de Bestuursstaf;relaties0
    • 2°.de Commandant Zeestrijdkrachten, de Commandant Landstrijdkrachten, de Commandant Luchtstrijdkrachten, de Commandant Koninklijke Marechaussee, voor het desbetreffende commandorelaties0
    • 3°.de directeur van de Defensie Materieel Organisatie, voor zover het betreft de Defensie Materieel Organisatie, met uitzondering van het deel ondergebracht in de Bestuursstaf;relaties0
    • 4°.de commandant van het Commando DienstenCentra, voor zover het betreft het Commando DienstenCentra.relaties0
    relaties0
  • c. bedrijfsvakantie: een periode van twee of meer aaneengesloten werkdagen waarin voor meerdere ambtenaren, werkzaam bij een dienstonderdeel, collectief vakantie is vastgesteld.relaties0
relaties0relaties0

Artikel 2 Bevoegdheid tot vaststellen

  • 1. Het hoofd defensieonderdeel kan bedrijfsvakanties vaststellen.relaties0
  • 2. Het hoofd defensieonderdeel kan de in het vorige lid genoemde bevoegdheid overdragen aan andere functionarissen binnen zijn ressort.relaties0
relaties0

Artikel 3

  • 1. Vaststelling van een bedrijfsvakantie geschiedt in overleg en in overeenstemming met de dienstcommissie van het desbetreffende dienstonderdeel dan wel de dienstcommissie van de desbetreffende dienstonderdelen.relaties0
  • 2. Wanneer het overleg bedoeld in het vorige lid niet mogelijk is omdat er geen dienstcommissie aanwezig is, moet het hoofd defensieonderdeel ervoor zorg dragen dat het betreffende burgerpersoneel op andere wijze wordt geraadpleegd en hun instemming wordt verkregen.relaties0
  • 3. Als het overleg, bedoeld in de vorige twee leden niet leidt tot de in die leden genoemde vereiste instemming, is de procedure als neergelegd in artikel 153 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie van overeenkomstige toepassing.relaties0
  • 4. Elk tijdvak waarin een bedrijfsvakantie wordt vastgesteld, wordt voor aanvang van het kalenderjaar waarin die vakantie wordt vastgesteld aan betrokkenen bekend gemaakt. Indien dat niet mogelijk is, moet de bekendmaking zo snel mogelijk plaatsvinden.relaties0
  • 5. Wanneer een vastgestelde bedrijfsvakantie uit doelmatigheidsoverwegingen bij algemene order schriftelijk bekend wordt gemaakt, wordt de vakantie geacht persoonlijk te zijn verleend aan ieder die het aangaat.relaties0
relaties0

Artikel 4 Teveel verleende vakantie

De in enig kalenderjaar vastgestelde vakantie die, uitsluitend omdat de ambtenaar reeds toestemming is verleend vakantie op te nemen, leidt tot overschrijding van de aanspraak op vakantie van de ambtenaar in dat jaar, wordt niet in mindering gebracht op de aanspraak op vakantie over het volgend kalenderjaar of de volgende kalenderjaren.

relaties0relaties0

Artikel 5 Overgangsbepaling

Afspraken voor het jaar 1991 over vakantieverlof niet-op-verzoek, gebaseerd op de ingetrokken circulaire van 4 maart 1987, nr. PB87/1557/1111, worden geacht te zijn gebaseerd op deze regeling.

relaties0relaties0

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening en werkt terug tot en met 11 juli 1991.

relaties0relaties0

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Regeling bedrijfsvakanties’.

relaties0relaties0
De Minister van Defensie
Voor deze
Het Hoofd van de afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid
B.H.J.J.M.
Völkers
Naar boven