Algemeen
De straffenformulier-set vormt een doorschrijfsysteem. Voor correcte
invoering in de computer is nauwkeurig invullen noodzakelijk. Invulling van dit
formulier dient te geschieden in blokletters met zwarte of blauwe ballpoint. Na
invulling moet worden gecontroleerd of de invulling op alle doordrukken leesbaar
is en de relevante hokjes juist zijn ingevuld. Ook eventueel aangebrachte
correcties dienen leesbaar te zijn op alle doordrukken.
Letters moeten als volgt worden ingevuld: de hoofdletter I moet als i worden
geschreven, de hoofdletter IJ moet als iJ in twee hokjes worden geschreven ter
onderscheiding van de letter Y.
Cijfers worden als volgt geschreven: de nul als 0 (liefst met een streepje
erdoorheen), de 1 met een streepje als basis en boven een kort schuin streepje
links, de 7 met een streepje erdoorheen.
Datum en tijd dienen als volgt te worden ingevuld: dag-maand-jaar-uur-minuten.
Bijvoorbeeld 5 december 2003 14.35 uur wordt als volgt ingevuld: 05122003 1435.
De invulling van data en tijden dient nauwkeurig te geschieden i.v.m. de
termijnen, genoemd in de WMT.
Rubriek 1:
Hier eigen volgnummer invullen.
Bijvoorbeeld 03001, waarbij 03 de twee laatste posities zijn van het
kalenderjaar 2003, waarna er een volgnummer volgt voor het gehele kalenderjaar.
Indien dit formulier wordt ingevuld in geval van vermindering/tenietdoening van
de straf, dient hier het volgnummer te worden overgenomen van het
straffenformulier waarop de desbetreffende straf is vermeld.
Rubriek 2:
Het betreft het schip/de eenheid waartoe de beschuldigde behoort. KM: naam van
schip of eenheid in klare taal invullen (bijvoorbeeld Hr. Ms. De Ruyter,
Marinekazerne Erfprins). KL en KLu: vermeld de naam van de eenheid (voor KLu ook
squadron onder bevel van de strafoplegger en het hogere echelon (bijvoorbeeld
A-Cie 44 Painfbat, VZ-squadron 930). KMAR: vermeld naam van eenheid in klare
taal. Indien dit formulier wordt ingevuld in geval van
vermindering/tenietdoening van de straf, dient hier de naam van de eenheid te
worden overgenomen die is genoemd in rubriek 2 van het straffenformulier waarop
de betrokken straf is vermeld.
Rubriek 3:
Het elconummer van schip/eenheid invullen, waartoe de beschuldigde behoort.
KM: hier moet worden ingevuld de combinatie van de code-organisatie-eenheid en
de code-locatie-eenheid (zoals het personeelsinformatiesysteem IVP-2000 die
kent) waartoe de beschuldigde behoort. Voorbeeld: 00550HL001 is CMMHLDR.
KL: hier dient het elconummer “Onderhoudseenheid” te worden ingevuld. Indien dit
formulier wordt ingevuld in geval van vermindering/tenietdoening van de straf,
dient hier het elconummer van de eenheid te worden overgenomen dat is genoemd in
rubriek 3 van het oorspronkelijk straffenformulier waarop de betrokken straf is
vermeld.
Rubriek 4:
Achtereenvolgens achternaam, voorvoegsels en voorletters invullen.
Rubriek 5:
Registratienummer invullen.
Rubriek 6:
KM: kwaliteit afgekort vermelden in klare taal op de schrijflijn.
KL, KLu en KMAR: ingevuld moet worden de (overeenkomstige) feitelijke rang
volgens de onderstaande codering:
04:soldaat 3 | 43:kapelmeester |
05:soldaat 2 | 50:tweede luitenant |
06:soldaat 1 | 53:eerste luitenant |
11:korporaal | 56:kapitein |
15:korporaal 1 | 62:majoor |
20:sergeant | 65:luitenant-kolonel |
24:sergeant 1 | 67:kolonel |
28:sergeant-majoor | 70:brigade-generaal |
32:adjudant-onderofficier | 72:generaal-majoor |
36:vaandrig | 75:luitenant-generaal |
42:technisch opzichter | 78:generaal |
KM, KL, KLu en KMAR:
00:burger van Defensie.
01:burger niet van Defensie.
02:Antilliaanse militie.
Rubriek 7:
Krijgsmachtdeel invullen volgens de onderstaande codering:
1 - Koninklijke Landmacht.
2 - Koninklijke Marechaussee.
3 - Koninklijke Luchtmacht.
4 - Koninklijke Marine.
N.B. Het straffenformulier verzenden naar het krijgsmachtdeel waarbij de
gestrafte hoort.
Rubriek 8:
Achtereenvolgens achternaam, voorvoegsels en voorletters invullen.
Rubriek 9:
Registratienummer invullen.
Rubriek 10:
Zie rubriek 6.
Rubriek 11:
Zie rubriek 7.
Rubriek 12:
Invullen:
J - in opleiding.
N - niet in opleiding.
Rubriek 13:
Zo mogelijk ook tijdstip van het gepleegde feit invullen. Datum en tijd
betreffen het beëindigen van de gedraging. De tijdsduur van een vergrijp (zoals
bij “ongeoorloofde afwezigheid” of “zich onttrekken aan dienstverplichtingen”)
dient bij de “omschrijving van de gedraging(en)” (rubriek 17) te worden vermeld.
Rubriek 14:
Datum ontdekking invullen.
Rubriek 15:
Vermeld de locatie en plaatsnaam van het feit (bijvoorbeeld van de afwezigheid)
op de schrijflijn. Voorbeeld: Frederikkazerne Den Haag. Daarnaast in rubriek 17
één van de volgende codes vermelden:
1 - vaartuig op zee (binnen de Nederlands territoriale wateren).
2 - vaartuig op zee (in het Caraïbisch gebied).
3 - vaartuig op zee (buiten de territoriale wateren, niet vallend onder 2).
4 - binnen een militaire plaats (niet vallend onder 1, 2 of 3).
5 - buiten een militaire plaats (niet vallend onder 1, 2 of 3).
6 - binnen een militaire plaats buiten Nederland (niet vallend onder 1, 2 of 3).
7 - buiten een militaire plaats buiten Nederland (niet vallend onder 1, 2 of 3).
Indien het geen staatsschip maar een civiel schip betreft, zulks (met naam)
vermelden in rubriek 38 (“Bijzonderheden”).
Rubriek 16:
Invullen:
J - vergrijp in internationaal verband.
N - vergrijp niet in internationaal verband.
Rubriek 17:
De omschrijving van de gedraging(en) dient in klare taal te geschieden en dient
zo concreet mogelijk te zijn. Bij “ongeoorloofde afwezigheid/zich onttrekken aan
dienstverplichtingen” dient de duur van de gedraging(en) te worden vermeld. De
linkermarge mag voor invulling worden gebruikt. Indien deze rubriek wordt
vervolgd op een los blad papier, dient een afschrift daarvan te worden gehecht
aan alle exemplaren van het straffenformulier.
Rubriek 18:
Hier moeten in klare taal de feiten en omstandigheden worden vermeld op grond
waarvan de commandant de beschuldiging uitreikt, zoals: een rapport, een
getuigenverklaring, eigen waarneming door de commandant. De linkermarge mag voor
invulling worden gebruikt.
Rubriek 19:
Hier wordt/worden het artikel/de artikelen van de WMT vermeld waarop de
beschuldiging is gegrond.
Wijze van invullen: bijvoorbeeld artikel 7 WMT als 07. Indien
artikel 79 WMT van toepassing is, dient
eerst dit artikel te worden genoemd (zonder aanduiding van het desbetreffende
lid) met onmiddellijk daarachter het artikelnummer van de desbetreffende
gedragsregel uit de WMT. Pas daarna dienen eventuele andere overtreden
gedragsregels te worden vermeld.
Rubriek 20:
Indien, in het kader van het bepaalde in
artikel 53 WMT, de termijn van 21 dagen wordt overschreden, dient de reden
van deze overschrijding te worden vermeld in rubriek 38 (“Bijzonderheden”).
Alleen invullen indien de beschuldigde nog in werkelijke dienst is.
Rubriek 21:
Invullen:
J – geen voorparade/vooronderzoek gehouden.
N – wel voorparade/vooronderzoek gehouden.
Rubriek 22:
Alleen invullen, indien voorparade/vooronderzoek heeft plaatsgevonden.
J – beschuldigde is gewezen op zijn/haar recht tot zwijgen (“cautie”) vóór of
bij aanvang voorparade/vooronderzoek.
Rubriek 23:
Het betreft hier datum/tijd, waarop de parade/het rapport daadwerkelijk heeft
plaatsgevonden.
Rubriek 24:
Invullen:
J - beschuldigde is gewezen op zijn/haar recht tot zwijgen (“cautie”) vóór of
bij aanvang parade/rapport.
Rubriek 25:
Invullen:
0 - noch bij voorparade/vooronderzoek noch bij parade/rapport zijn
getuige(n)/deskundige(n) gehoord (rubriek 21=N).
1 - alleen bij voorparade/vooronderzoek zijn getuige(n)/deskundige(n) gehoord
(rubriek 21=J).
2 - alleen bij parade/rapport zijn getuigen(n)/deskundige(n) gehoord.
3 - zowel bij voorparade/vooronderzoek als bij parade/rapport zijn
getuige(n)/deskundige(n) gehoord (rubriek 21=J).
De persoonsgegevens van de getuige(n)/deskundige(n) dienen te worden vermeld
in rubriek 38 (“Bijzonderheden”). Het gaat hierbij om naam, voorletter(s), rang
en registratienummer bij militairen en naam, voorletter(s) en functie bij
burgers. Indien hiervoor meer ruimte nodig is dan beschikbaar op het formulier,
dient een los vel te worden aangehecht bij het eerste (zwart gedrukt), het
tweede (groen gedrukt), het derde (rood gedrukt) en het vierde (blauw gedrukt)
exemplaar van de SF-set.
Een schriftelijke, door hen ondertekende verklaring met feitelijke vermelding
van hun getuigenis en/of hun deskundig advies dient eveneens bewaard te worden
bij het eerste (zwart gedrukt) en het derde (rood gedrukt) exemplaar van de
SF-set. Indien getuige(n)/deskundige(n) zijn geweigerd, reden van weigering en
gegevens van deze getuige(n)/deskundige(n) vermelden in rubriek 38
(“Bijzonderheden”).
Rubriek 26:
Invullen:
J - vertrouwensman aanwezig.
N - geen vertrouwensman aanwezig.
Rubriek 27:
Invullen:
0 - normaal verloop van het tuchtproces.
1 - melding strafbaar feit bij het Openbaar Ministerie. Dit ziet vervolgens af
van vervolging; de zaak wordt daarna tuchtrechtelijk afgedaan. Deze code geldt
ook indien de bevelvoerende militair van zijn bevoegdheden gebruik maakt.
2 - één dag verlenging vanwege het kiezen van een nieuwe vertrouwensman.
3 - schorsing vanwege het niet verschijnen van de beschuldigde wegens een
gewichtige reden.
4 - schorsing vanwege het niet verschijnen van de beschuldigde zonder een
gewichtige reden.
5 - schorsing vanwege het inroepen van een beslissing van de militaire kamer in
geval van een mogelijke strijdigheid van het dienstvoorschrift met een hogere
regeling.
6 - parade/rapport wordt eerder gehouden (dan 24 uur na uitreiking van de
beschuldiging) op verzoek van de beschuldigde.
7 - schorsing/opschorting i.v.m. horen getuige(n)/deskundige(n) tijdens
tuchtproces.
8 - verlenging i.v.m. verlof / ziekte / ongeoorloofde afwezigheid (zie
artikel 53 lid 4 WMT).
9 - verlenging i.v.m. toepassen artikel 79 WMT (zie artikel 53 lid 6 WMT).
10 - verlenging i.v.m. uitzending (60 dagen termijn, zie artikel 53 lid 3 WMT).
N.B. Indien verschillende mogelijkheden van toepassing zijn, dient alleen de
eerst gevonden code (laagste cijfer) in rubriek 27 te worden vermeld. In rubriek
38 (“Bijzonderheden”) wordt dan vermeld: “rubriek 27 code X ook van toepassing”.
Rubriek 28:
Invullen:
J - de beschuldigde is erop gewezen dat hij het laatste woord mag voeren.
Rubriek 29:
Bewijsmiddelen worden vermeld door in het desbetreffende hokje een “J” te
plaatsen en in de niet van toepassing zijnde hokjes een “N”.
hokje 1 - eigen waarneming van de commandant van de betrokken gedraging.
hokje 2 - eigen waarneming van de commandant tijdens parade/rapport.
hokje 3 - verklaring van de beschuldigde.
hokje 4 - verklaring van de getuige(n). In hokje 4 een “A” invullen indien het
een verklaring betreft van een (militaire) ambtenaar, belast met enig toezicht
op de naleving van de gedragsregels.
hokje 5 - verklaring van de deskundige(n).
hokje 6 - geschriften.
Rubriek 30:
De bewezen gedraging(en) wordt (worden) zo concreet mogelijk in klare taal
vermeld. Indien de bewezen gedraging(en) gelijk is/zijn aan de beschuldiging,
kan worden volstaan met “zie omschrijving van de gedraging(en)” (rubriek 17). De
linker marge mag voor invulling worden gebruikt. Zie verder rubriek 17.
Rubriek 31:
Hier wordt/worden het overtreden artikel/de overtreden artikelen en het lid/de
leden van de WMT vermeld. Er kunnen maximaal drie overtreden wetsartikelen
worden vermeld. Het in de ogen van de strafoplegger meest ernstige vergrijp
dient als eerste te worden vermeld, behalve in geval van
artikel 79 WMT. Indien er meer dan drie
wetsartikelen zijn overtreden, dient de strafoplegger de naar zijn mening meest
ernstige te vermelden.
Bijvoorbeeld artikel 7 WMT wordt ingevuld als 0 7 - _ _ en artikel 14 lid 2
WMT als 1 4 - 2 _.
N.B. Aangezien de codering van artikel 26 WMT erg omslachtig is, worden
hieronder de in dit artikel voorkomende mogelijke vergrijpen en de daarbij
behorende coderingen weergegeven.
Tijdens het doen van dienst of in de tijd waarin de militair dienst behoort te
doen terwijl de militair zich bevindt op een militaire plaats:
- de militair weerhoudt een andere militair d.m.v. gift, belofte, bedreiging
of misleiding van het ter kennis van de commandant brengen van een inbreuk op
een gedragsregel uit de WMT (code 26-1a).
- de militair haalt een andere militair d.m.v. gift, belofte, bedreiging of
misleiding over tot het valselijk ter kennis van de commandant brengen van een
inbreuk op een gedragsregel uit de WMT (code 26-1b).
- de militair haalt een andere militair over tot of weerhoudt een andere
militair van het instellen van beroep, het doen van beklag of het indienen van
een verzoek d.m.v. gift, belofte, bedreiging of misleiding (code 26-1c).
Niet tijdens het doen van dienst, of niet in de tijd waarin de militair
dienst behoort te doen terwijl de militair zich niet bevindt op een
militaire plaats:
- de militair weerhoudt een andere militair d.m.v. gift, belofte, bedreiging
of misleiding van het ter kennis van de commandant brengen van een inbreuk op
een gedragsregel uit de WMT (code 26-2a).
- de militair haalt een andere militair d.m.v. gift, belofte, bedreiging of
misleiding over tot het valselijk ter kennis van de commandant brengen van een
inbreuk op een gedragsregels uit de WMT (code 26-2b).
- de militair haalt een andere militair over tot of weerhoudt een andere
militair van het instellen van beroep, het doen van beklag of het indienen van
een verzoek d.m.v. gift, belofte, bedreiging of misleiding (code 26-2c).
N.B. Indien artikel 79 WMT van toepassing is, dient eerst dit artikel te
worden genoemd (zonder aanduiding van het desbetreffende lid) met onmiddellijk
daarachter het artikelnummer van de desbetreffende gedragsregel uit de WMT. Pas
daarna dienen eventuele andere overtreden gedragsregels te worden vermeld.
Bijvoorbeeld 79-39.
Rubriek 32:
Het overtreden dienstvoorschrift moet (met nummer) worden vermeld op de
schrijflijn.
Altijd de statuspagina’s bijvoegen (titelblad, vaststeller, datum vaststelling).
Indien wijzigingen zijn aangebracht, moet de tekst van het voorschrift (op de
bladzijde) ten tijde van plegen van het feit worden overgelegd.
Rubriek 33:
De uitspraak en de opgelegde straf worden vermeld in klare taal. In geval van
vrijspraak of schuldigverklaring zonder oplegging van straf wordt dit ook in
deze rubriek vermeld. Bijvoorbeeld: “Schuldig zonder strafoplegging” of
“Uitgaansverbod van 4 dagen”.
Rubriek 34:
Invullen:
0 - vrijspraak (niet bewezen).
1 - tuchtrechtelijke straf.
2 - schuldig zonder strafoplegging.
3 - vermindering van straf door strafoplegger of beklagmeerdere (zie
artikel 50 WMT en de invulinstructie rubriek 38).
4 - beschuldiging wordt ingetrokken.
7 - beschuldiging wordt ingetrokken wegens aangifte van mogelijk strafbaar feit
8 - straf en strafreden tenietgedaan door strafoplegger of beklagmeerdere (zie
artikel 50 WMT en de invulinstructie rubriek 38).
9 - er is meer dan een straffenformulier bij de strafoplegging betrokken.
10 - er is sprake van beëindiging van rechtswege wegens overschrijding van
termijnen (zie artikel 54 WMT).
Ad code 3:
Wanneer een straf wordt verminderd, dient in rubriek 1 het volgnummer van het
betrokken straffenformulier te worden overgenomen evenals in rubriek 2 de naam
van de eenheid en in rubriek 3 het elconummer/codenummer.
Ad code 4:
De reden van intrekking van de beschuldiging dient te worden vermeld in rubriek
38 (“Bijzonderheden”). Ingeval de beschuldiging wordt ingetrokken is het
desalniettemin om statistische redenen van belang het straffenformulier zo
volledig mogelijk in te vullen en exemplaar 2 te sturen naar de eerder in deze
invulinstructie genoemde adressen.
Ad code 9:
Indien verschillende beschuldigingen tegelijkertijd worden afgedaan, dan wordt
één SF-set op de voorgeschreven wijze geheel ingevuld, waarbij in de rubriek 38
(“Bijzonderheden”) wordt vermeld: “zie ook volgnummer(s) …”. Op de andere
betrokken SF-sets worden de rubrieken 27 t/m 32 niet ingevuld en wordt in
rubriek 33 ingevuld: “zie ook volgnummer(s) …” en wordt er in rubriek 34 de code
“9” ingevuld.
Rubriek 35:
Er is sprake van recidive als het dezelfde soort gedraging betreft of als
gestrafte reeds eerder is gestraft voor hetzelfde vergrijp.
Invullen:
J - er is sprake van recidive.
N - er is geen sprake van recidive.
Rubriek 36:
In deze rubriek wordt de datum van de beslissing in het tuchtproces vermeld,
resp. de datum van de beslissing van de wijziging. Zie ook pagina 1
(“Algemeen”). Het invullen van deze rubriek is noodzakelijk i.v.m. de termijnen,
genoemd in de WMT, en voor de correcte verwerking van dit formulier.
Rubriek 37:
Invullen datum en tijd uitreiking uitspraak.
Zie ook pagina 1 (“Algemeen”).
Rubriek 38:
Bijzonderheden:
Een gegeven dat niet binnen een rubriek past, maar waarvan de strafoplegger van
mening is dat het moet worden vermeld, zoals:
- in geval van toepassing van artikel 79 WMT moet hier worden vermeld:
“afgedaan in gevolge machtiging OM d.d. …, parketnummer …”.
- datum aangifte van mogelijk strafbaar feit.
- reden stopzetting tuchtproces.
- persoonsgegevens van getuige(n)/deskundige(n) (rubriek 25).
- reden weigering getuige(n)/deskundige(n) (rubriek 25).
- reden niet kunnen inzien stukken door beschuldigde/vertrouwensman.
- reden weigering vertrouwensman (rubriek 26).
- persoonsgegevens van vertrouwensman in parade/rapport of burgerpersoneel
Ministerie van Defensieof burger niet behorend tot Ministerie van Defensie.
- feiten en omstandigheden van algemene bekendheid.
- bijzonder verloop van het tuchtproces (rubriek 27)
- reden intrekking beschuldiging.
- gebruikte dwangmiddelen.
- het rekening houden met eerder opgelegde straf.
- gebruik van drank en/of drugs.
- opgelegd drankverbod/passagierverbod.
- schade verhaald.
- reden overschrijding 21 dagen termijn (rubrieken 20 en 27).
- voorkomen van milieuvervuiling.
- als er sprake is van toepassing van artikel 50 WMT (dan tevens een nieuw
straffenformulier invullen !).
Linker- en rechtermarge mogen voor invulling worden gebruikt. Indien de
ruimte daarvoor onvoldoende blijkt, kan verdere vermelding volgen op een apart
vel, gehecht aan eerste (zwart gedrukt), tweede (groen gedrukt), derde (rood
gedrukt) en vierde (blauw gedrukt) exemplaar van de SF-set.