Onderwerp: Bezoek-historie

Reglement Ideeëncommissies van Defensie
Geldigheid:02-11-2004 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Reglement Ideeëncommissies van Defensie

De Voorzitter van de Ideeëncommissie van Defensie, overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot het indienen en behandelen van ideeën:

Gelet op de ministeriële beschikking van december 1997, nr. P/98000085, waarin de taken en de bevoegdheden van de Ideeëncommissie van Defensie (ICDEF) worden geregeld;

Overwegende de eigen verantwoordelijkheid van de dienstonderdelen ten aanzien van de inrichting en uitvoering van het ideeënwerk;

Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
17-12-97PSG P/9800008501-04-95
02-11-04HDPP/200401331Art. 1, 2 en bijlagen02-11-04

Artikel 1. Decentrale Ideeëncommissies

1. Naast de (centrale) Ideeëncommissie van Defensie bestaan er met het oog op een adequate afhandeling van ideeën een aantal decentrale ideeëncommissies, te weten een voor de KM, KL, KLu, Kmar, DMO, CDC en Bestuursstaf.

2. De ICBestuursstaf wordt gevormd door Vz. en plv. Vz. van de ICDEF.

Artikel 2 Bevoegdheden ideeëncommissies

1. De decentrale ideeëncommissies zijn bevoegd tot het naar eigen inzicht inrichten van het ideeënwerk binnen hun dienstonderdeel, het in onderlinge afspraak voor elkaar in interservice verband uitvoeren van het ideeënwerk dan wel tot het doormandateren aan daartoe geëigende dienstonderdelen.

2. De voorzitters van de ideeëncommissies zijn gemachtigd om ten aanzien van ideeën als bedoeld in de artikelen 4 en 6 van dit reglement, beloningen en aanmoedigingspremies vast te stellen en betaalbaar te stellen tot en met € 11.500,= netto.

Artikel 3 Taak ideeëncommissies

De ideeëncommissies hebben tot taak:

  1. Het stimuleren van het ideeënwerk binnen het eigen dienstonderdeel;
  2. Het beoordelen van ideeën en het vaststellen van een beloningsbedrag volgens de in de bijlagen A, B en C van dit reglement aangegeven beoordelingssystematiek.
  3. Het jaarlijks rapporteren aan de ICDEF over de wijze van uitvoering, het aantal behandelde ideeën en de daarmee samenhangende beloningen en besparingen.

Artikel 4 Definitie van een idee

Een idee is elke voor de betreffende werksituatie nieuwe gedachte, welke kan leiden tot toepassing of verbetering van werkmethoden, werkomstandigheden, werkverhoudingen, veiligheid, kwaliteit, service en/of besparing van tijd, geld en materieel in de sector defensie.

Artikel 5 Indienen en eigendomsrechten van ideeën

1. Bij voorkeur dient te worden gebruik gemaakt van een daartoe bestemd formulier. Een idee moet, wanneer het wordt ingediend, in ieder geval de volgende gegevens bevatten: naam, voorletters, registratienummer, huisadres en woonplaats, rang c.q. schaal en functie van de inzender alsmede het organisatieonderdeel waarbij inzender werkzaam is. Een idee moet worden geadresseerd aan de desbetreffende ideeëncommissie van het dienstonderdeel waar de indiener werkzaam is.

2. Een idee dient binnen een periode van 12 maanden na beproeving of daadwerkelijke invoering te worden ingediend.

3. Indien geclassificeerde gegevens bij de indiening van een idee worden vermeld, dienen de bepalingen opgenomen in het classificatievoorschrift van het desbetreffende dienstonderdeel in acht te worden genomen.

4. Na indiening van een idee kunnen geen aanspraken worden gemaakt op eventuele rechten die uit het idee voortvloeien. Tenzij anders met de inzender wordt overeengekomen, zijn deze rechten eigendom van defensie.

5. Een idee dat na een eerdere afwijzing later alsnog wordt ingevoerd, blijft op naam van de inzender staan gedurende drie jaren na de datum van afwijzing.

Artikel 6. Welke ideeën komen voor behandeling in aanmerking

Om voor behandeling in aanmerking te komen dienen ideeën aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  1. het idee moet betrekking hebben op onderwerpen die de sector defensie betreffen;
  2. het idee betreft geen (politieke) beleidszaak of personele reorganisatie;
  3. het idee dient origineel te zijn c.q. niet-identiek aan een reeds eerder geregistreerd idee.

Artikel 7 Behandeling door de Ideeëncommissie

1. De ideeëncommissie registreert het idee en gaat na of het in het algemeen voldoet aan de in artikelen 4 en 6 genoemde criteria;

2 Wanneer een ingediend idee niet voor behandeling in aanmerking komt, wordt hiervan binnen twee maanden onder vermelding van de reden(en) aan de inzender mededeling gedaan.

3. Wanneer een ingediend idee voor behandeling in aanmerking komt, wordt de ontvangst binnen twee maanden aan de inzender bevestigd.

4. Afhankelijk van het oordeel van de ideeëncommissie wordt bij de ontvangstbevestiging een attentie verstrekt als blijk van waardering voor de moeite welke de inzender zich heeft getroost een verbetering bij defensie voor te stellen. Voor wat betreft de fiscale verrekening valt de waarde van deze attentie in het economisch verkeer, onder het in artikel 8 lid 3 gestelde. Indien inzender bezwaar maakt tegen bekendmaking van zijn naam, kan de behandeling van het idee anoniem geschieden.

5. Indien de voortgang van de afhandeling naar het oordeel van de inzender om onduidelijke redenen wordt vertraagd, heeft deze recht zich twee jaren na indiening van het betreffende idee tot de Minister van Defensie te wenden.

6. De inzender kan van een beslissing van de ideeëncommissie onder opgaaf van redenen, schriftelijk binnen twee maanden na de datum van die beslissing, herziening vragen bij de ideeëncommissie. Valt de uitspraak voor de inzender wederom ongunstig uit, dan kan deze binnen twee maanden een beslissing vragen aan de Minister van Defensie.

7. De Minister kan alvorens een uitspraak te doen, advies inwinnen bij de ICDEF.

Artikel 8 De honorering

1. Voor honorering uit het door de Minister van Defensie beheerde begrotingsartikel komen de ideeën in aanmerking die afkomstig zijn van personen werkzaam bij de sector defensie.

2. De honorering van een idee kan geschieden in de vorm van een beloning of van een aanmoedigingspremie. Een beloning wordt toegekend als een idee wordt ingevoerd. Een aanmoedigingspremie wordt de facto en qua bedrag gevoelsmatig toegekend, wanneer een idee niet wordt ingevoerd maar, naar het oordeel van de ideeëncommissie, toch bepaalde verdiensten heeft.

3. De loonbelasting en de premies voor de sociale verzekeringen verschuldigd over de uit te betalen honoreringen en over de waarde van de in artikel 7 lid 4 genoemde attentie, zijn voor rekening van defensie. De inzender dient er rekening mee te houden dat de mogelijkheid bestaat dat achteraf alsnog inkomstenbelasting wordt geheven.

Artikel 9 Aangelegenheden buiten het reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de ICDEF.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt inwerking met ingang van de datum van dagtekening.


Bijlage A : Beloningsformule en beloningsfactoren

Formule: H = {F + 0,5F (T+B)} * V * I + 50
X = in beginsel € 50,= ; tenzij: ...motivering.
F = 4% van de netto besparing over het eerste jaar van toepassing.
T = de looptijd van het idee. 0 = 1 jaar of eenmalig; 0,7 = 2 jaren; 1,4 = 3 jaren; 2,1 = 4 jaren; 2,8 = 5 jaren of meer.
B = de aan het idee bestede hand- en/of denkwerk. 0 = weinig; 0,1 = tamelijk veel; 0,2 = veel. Als hulpmiddel zie de uitwerking in bijlage A 1.
V = de vindingrijkheid van het idee 0 = niet; 0,25 = nauwelijks; 0,5 = gering/weinig; 0,75 = normaal/gemiddeld; 1 = goed tot groot; 1,25 = zeer groot. Als hulpmiddel zie de uitwerking in bijlage A 2.
I = de taakinvloed op basis van de organieke functiebeschrijving. 0 = geheel binnen de taak, geheel onder verantwoording van de inzender of in specifieke opdracht; 0,25 = grotendeels binnen de taak; 0,50 = circa de helft binnen de taak; 0,75 = klein deel binnen de taak; 1 = geheel buiten de taak. Voor de bepaling dient de uitwerking in bijlage A 3 te worden gehanteerd.

Bijlage A 1, hulpmiddel bij beloningsfactor B.

In de praktijk blijkt deze factor moeilijk te kwantificeren in de zin van bestede tijd, gebruikte middelen etc. E.e.a. is mede afhankelijk van voorhanden zijnde kennis en de mate waarin het idee nieuw is. Onderstaand is een hulpmiddel om de gedachten nader te bepalen.

0 = weinig

  • Idee betreft een algemeen bekende toepassing van een techniek of werkwijze die weinig oorspronkelijk hand- en denkwerk vereist. Het "weten" is voldoende om tot het idee te komen, middelen en instrumenten voor de realisatie waren grotendeels beschikbaar;
  • De uitwerking van het idee is globaal;
  • Het idee houdt duidelijk verband met het werkterrein van de inzender;
  • Het idee ligt duidelijk onder het functieniveau van de inzender.
0,1 = tamelijk veel
  • Idee betreft een duidelijk gewijzigde toepassing van een reeds bestaande techniek of werkwijze die tamelijk veel eigen oorspronkelijk hand- en denkwerk vereist, afweging en interpretatie waren noodzakelijk, middelen en instrumenten waren deels beschikbaar;
  • De uitwerking van het idee is voldoende maar vergt nog aanpassingen gedurende de looptijd;
  • Het idee houdt niet direct verband met het werkterrein van de inzender;
  • Het idee ligt op het functieniveau van de inzender.
0,2 = veel
  • Idee is een nieuwe toepassing van een techniek of werkwijze die veel eigen oorspronkelijk hand- en denkwerk vereist, veel gegevens moesten zelf worden uitgezocht, middelen en instrumenten voor de realisatie van het idee waren nauwelijks voorhanden;
  • De uitwerking van het idee is volledig, direct toepasbaar/produktierijp;
  • Het idee heeft geen verband met het werkterrein van de inzender;
  • Het idee ligt duidelijk boven het functieniveau van de inzender.

Bijlage A 2, hulpmiddel bij beloningsfactor V

Het betreft de innovatieve waarde, de originaliteit en de creatieve verrassing van het idee. Als hulpmiddel bepaal waar het karakter van het idee het best bij de tekst past.
0 = niet
  • Er is geen sprake van keuzemogelijkheden maar toepassing van een in brede kring bekend gegeven;
  • De innovatie betreft geen of een geringe ontlasting/verbetering van het eigen of andermans functioneren.
0,25 = nauwelijks
  • Beperkt creatief en nauwelijks oorspronkelijk met een zeer beperkte eigen verantwoordelijkheid voor de uitvoering/realisatie;
  • oplossing voor nauwelijks afwijkende/negatieve situaties m.b.v. algemeen bekende en toegepaste praktische vaardigheden en voor de hand liggende oplossingen.
0,50 = gering/weinig
  • creatief en oorspronkelijk met een deels eigen verantwoording voor de uitvoering/realisatie;
  • kiezen uit bekende oplossingen, gebruikmaken van bekende overwegingen;
  • oplossing van licht afwijkende/negatieve situaties waartoe een praktischwe vindingrijkheid is vereist;
  • de innovatie ontlast/verbetert het eigen of andermans functioneren.
0,75 = normaal/gemiddeld
  • creatief en oorspronkelijk met een grote mate van verantwoording voor de uitvoering/realisatie;
  • kiezen uit meerdere oplossingen of benaderingswijzen waarbij onderlinge vergelijking en afweging noodzakelijk was;
  • oplossing van meer afwijkende/negatieve situaties door een origineel gebruik van vaktechnische kennis en verworvenheden;
  • de innovatie heeft effect op de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van verdere processen of diensten binnen de eigen afdeling.
1,00 = groot/goed
  • creatief en oorspronkelijk met volledige verantwoordelijkheid voor de uitvoering/realisatie;
  • veel keuzemogelijkheden waarbij een redelijk diepgaande bestudering, vergelijkiing en afweging van oplossingen/benaderingswijzen werd gevraagd;
  • oplossing voor sterk afwijkende/negatieve situaties door een origineel niet voor de hand liggend gebruik van kennis en verworvenheden uit meerdere (vaktechnische) disciplines;
  • de innovatie heft betrekking op het goed functioneren van een groot deel van de eigen organisatie;
1,25 = zeer groot
  • creatief en oorspronkelijk volgens geheel eigen keuze met volledig eigen verantwoordelijkheid voor de uitvoering/realisatie;
  • groot aantal keuzemogelijkheden met grondige bestuderiung van het probleemveld voor de oplossing werd gevinden;
  • oplossing voor structureel sterk negatieve siuaties door een zeer origineel gebruik van kennis en verworvenheden;
  • de innovatie heeft invloed op het beter functioneren van de gehele eigen organisatie of het welbevinden van grote groepen personen.

Bijlage A3, bepaling van de taakfactor I

werk/denkniveauhoofdgroep burgersrangen militairenidee binnen fiebeschr of in opdrachtidee buiten fiebeschr binnen fiegebiedidee buiten fiegebied
loI sch.1-3sld-kplI = 0I = 1I = 1
lbo/mavoII sch.3-6kpl-aooI = 0I = 0,75I = 1
mbo/havoIII sch.5-9sgt-kapI = 0I = 0,5I = 0,75
hbo/vwoIVsch.8-12lt-lkolI = 0I = 0,25I = 0,5
hbo+/woV sch.10-15kap-kolI = 0I = 0I = 0
leidinggevend managementVI sch. 13-18lkol-lgenI = 0I = 0I = 0
In uitzonderingsgevallen kan van vermelde I-factor worden afgeweken met 1 stap naar boven of naar beneden. Dit dient te worden gemotiveerd
Bij het beoordelen van werk- en denkniveau moet gekeken worden naar de organieke functie-eisen en niet naar de opleiding van de indiener.

Bijlage B, beloningsmethodiek van onmeetbare ideeën

Deze methodiek is vastgesteld door de Vz.ICDEF bij brief nr. ICDEF51/86 voor ideeën waarvan geen berekening van de netto besparing F mogelijk is. Beloning is op basis van een categorie-indeling en het gemiddelde van de " F-getallen" per categorie
CategorieIndicatie beloningsfactorenmin en max beloning
TBVI
I, matig000-0,250€ 50 - 200
II,voldoende0,700,500,25€ 75 - 400
III, goed1,40,10,750,50€ 100 - 1200
IV, zeer goed2,10,110,75€ 200 - 3000
V, uitmuntend2,80,21,251€ 400 - 8600

Bijlage C, afronding van beloningsbedragen en rekenbedrag uurloon voor factor F bepaling

Het voor de sector Defensie geldende uurloonbedrag te gebruiken bij de berekening van besparingen wordt door de ICDEF vastgesteld.
Beloningsbedrag tot € 500 afronden op € 5 naar boven.
Beloningsbedrag boven € 500 afronden op € 25 naar boven.
Naar boven