Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3694/GA, 28 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3694/GA

betreft: [klager] datum: 28 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M. Kalle, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 november 2010 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van p.i. Middelburg in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M. Kalle om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
In de beslissing van de directeur is slechts verwezen naar de weigeringsgrond als vermeld in artikel 4 onder j van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Verdere motivering ontbreekt.
De beklagcommissie acht de motivering van de directeur summier, maar voldoende. Klager deelt deze zienswijze niet. Er dient kort toegelicht te worden waarom de vermelde grond van toepassing is. De overweging van de beklagcommissie dat er grondig
onderzoek voorafgaat aan het negatieve advies van het Openbaar Ministerie en de politie wordt betwist. Als er grondig onderzoek zou zijn gedaan dan zou duidelijk zijn geworden dat het adres wel aanvaardbaar is. Ook zou dan duidelijk zijn geweest dat
klager zelfmelder is.
Voorts is klager niet gehoord.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

Door het secretariaat van de Raad is meermalen aan de directeur verzocht om het inrichtingsadvies vrijheden/verlof te verstrekken. Hieraan is geen gevolg gegeven.

Op 3 maart 2011 is namens de directeur een beschikking afwijzing verlof van 25 november 2010 aan het secretariaat van de Raad gefaxt.

Op 15 maart 2011 is per mail gevraagd om de inrichtingsrapportage met spoed te mailen of te faxen. Hieraan is geen gevolg gegeven.

3. De beoordeling
Uit de reactie van de directeur op het beklag volgt dat klagers verlofaanvraag is afgewezen wegens het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres. Ook hebben de officier van justitie en de politie negatief geadviseerd inzake het gevraagde verlof.
Uit de stukken, noch uit de uitspraak van de beklagcommissie, die een verslag van het behandelde ter zitting bevat, volgen feiten en omstandigheden, waarop de negatieve adviezen gebaseerd zijn en/of die de reden vormen voor de stelling dat een
aanvaardbaar verlofadres ontbreekt.
Het inrichtingsadvies dat duidelijkheid zou kunnen verstrekken over bedoelde feiten en omstandigheden is, ondanks dat het meerdere keren is opgevraagd bij de directeur, niet verstrekt. De betreffende adviezen van de officier van justitie en de politie
zijn evenmin overgelegd.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beslissing van de beklagcommissie niet op goede gronden rust en zal de uitspraak vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij vernietigt de beslissing van de directeur en zal de directeur
opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven