Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3256/GB, 17 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:17-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3256/GB

Betreft: [klager] datum: 17 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 oktober 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 19 juli 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de BGG Zoetermeer. Op 19 oktober 2010 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Deze inrichting was klagers keuze niet. Klager wil graag verschillende opleidingen volgen. De behandeling van klagers verzoekbriefjes binnen de p.i. Krimpen aan den IJssel is onpeilbaar en onbetrouwbaar. Klager kan geen opleiding gaan volgen en kan
zijn
rijbewijs niet verlengen.

Klagers raadsman mr. H.K. Jap-A-Joe heeft hieraan het volgende toegevoegd. Behalve voor de p.i. Veenhuizen en de p.i. Lelystad had klager ook zijn voorkeur uitgesproken voor de p.i. Evertsoord. Plaatsing in Veenhuizen of Lelystad kwam de
selectiefunctionaris niet raadzaam voor, daar deze inrichtingen te groot zijn en klager niet te monitoren zou zijn. Klager is van mening dat hij in Zoetermeer heeft doen blijken dat hij geschikt is om in een regime van algehele gemeenschap te
verblijven. Voor zover klager bekend is, is Lelystad qua grootte niet op één lijn te stellen met Veenhuizen. Zowel in Lelystad als in Veenhuizen zijn de door klager gewenste onderwijsmogelijkheden aanwezig. De omstandigheid dat de p.i. Krimpen aan den
IJssel in klagers regio van herkomst ligt, is niet van belang nu klager duidelijk heeft aangegeven daar geen waarde aan te hechten. Er is met geen woord gerept over de mogelijkheid in Evertsoord te worden geplaatst. Het is dan ook niet duidelijk waarom
deze inrichting niet in aanmerking is gekomen. Het is gebleken dat klager binnen de p.i. Krimpen aan den IJssel slechts de opleiding Europees Computer Rijbewijs kan volgen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gelet op het detentieverloop en de zeer omstreden plaatsing op de BGG in Zoetermeer, is het van belang klager goed te kunnen monitoren en dus niet in een al te grote gemeenschap te plaatsen. De p.i. Veenhuizen en de p.i. Lelystad kunnen dit nu juist
niet bieden.
Klager heeft in bezwaar aangegeven problemen met een medegedetineerde te verwachten. Dit is gecheckt en deze medegedetineerde verblijft niet op dezelfde afdeling. In beroep geeft klager aan de door hem gewenste opleidingen niet te kunnen volgen. De
selectiefunctionaris heeft daarop een en ander uitgezocht. Klager kan de door hem gewenste opleidingen Computerboekhouden en het Europees Computer Rijbewijs volgen. Voor Basis Vakbekwaamheid Horeca is de leerstof voorhanden, maar kan geen examen worden
gedaan. Voor Sociale Hygiëne zijn de boeken beschikbaar, maar kan het examen dat € 1200,= kost, niet meer worden gedaan. Klager kan op dit moment starten met zijn studiewensen. Er is dan ook geen aanleiding om op dit moment een andere beslissing te
nemen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager heeft onder meer aangevoerd dat hij wenst te worden geplaatst in de p.i. Evertsoord. In de bestreden beslissing is op dit verzoek niet ingegaan. Nu dit een inrichting voor vrouwen betreft, kon de selectiefunctionaris zonder daaromtrent
te
motiveren aan het verzoek in zoverre voorbijgaan.
Door de selectiefunctionaris wordt aangegeven dat het van belang is klager te kunnen monitoren. Daartoe wordt aangevoerd dat de grote gemeenschappen van de p.i. Veenhuizen en de p.i. Lelystad daartoe niet de gelegenheid bieden. De p.i. Veenhuizen kent
gemeenschappen van 24 respectievelijk 50 gedetineerden en in de p.i. Lelystad verblijven op de gevangenisafdeling maximaal 48 gedetineerden. Op de gevangenisafdeling in de p.i. Krimpen aan den IJssel waar klager momenteel verblijft, verblijven maximaal
51 gedetineerden. Zonder nadere motivering is niet duidelijk waarom plaatsing van klager, die uitdrukkelijk afzag van regioplaatsing, in die laatste inrichting de voorkeur geniet boven plaatsing in een van de andere door klager genoemde inrichtingen.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 17 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven