Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2534/GA, 16 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:16-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2534/GA

betreft: [klager] datum: 16 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 augustus 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 december 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is klager gehoord.
Klagers raadsvrouw mr. A.P.M.A. Laeyendecker en de directeur van de locatie Sittard hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie. De directeur heeft op 21 december 2010 per faxbericht
aangegeven
dat hij niets toe te voegen heeft aan zijn standpunt zoals ingenomen tegen over de beklagcommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers familielid werd opgeroepen om naar de bevolkingsadministratie te gaan. Klager dacht dat hij in vrijheid werd gesteld. Daarna moest klager zich ook melden om 16:30 uur. Hij dacht dat hij ook in vrijheid werd gesteld. Hij was dan ook verbaasd dat
hij naar de afzonderingscel moest gaan. Klager dacht dat een geintje werd uitgehaald. De reden van afzondering werd hem niet meegedeeld. Klager heeft de directeur pas om 20:30 uur gezien en toen pas is hem de reden van afzondering meegedeeld. Klager
kan
zich niet verweren tegen een anonieme tip. Het gaat hem niet om een schadevergoeding, maar om het onrecht dat hem is aangedaan. Klager heeft vijf dagen in afzondering verbleven.

De directeur heeft in beroep volhard in zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De beroepscommissie concludeert uit de stukken dat op 19 maart 2010 om 15:30 uur informatie van het Meldpunt Grip is binnengekomen. Uit een melding die naar aanleiding daarvan is opgemaakt, volgt dat de directie daarvan in kennis is gesteld. Vervolgens
is op 19 maart 2010 om 20:30 uur een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel opgelegd. Ter terechtzitting is duidelijk geworden dat de kern van het beklag is dat klager niet direct op de hoogte werd gesteld van de reden om een
ordemaatregel van afzondering aan hem op te leggen. In casu is onduidelijk wat de reden van afzondering is geweest gedurende 16:30 uur tot 20:30 uur en of die afzondering noodzakelijk was. Tevens is niet weersproken dat klager pas om 20:30 uur op de
hoogte is gesteld van de reden van afzondering. Nu dit niet onverwijld is geschied, zal de beroepscommissie gezien het bepaalde in artikel 57, eerste lid, van de Pbw juncto artikel 58, eerste lid, van de Pbw het beroep dan ook gegrond verklaren, de
uitspraak van de beklagcommissie gedeeltelijk vernietigen en het beklag gedeeltelijk gegrond verklaren, namelijk voor zover klager niet onverwijld is meegedeeld wat de reden is geweest om hem van 16:30 uur tot 20:30 uur af te zonderen. Nu de gevolgen
van de bestreden beslissing niet ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie termen aanwezig om een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag gedeeltelijk gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 16 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven