Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0027/GB, 17 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:17-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/27/GB

Betreft: [klager] datum: 17 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J.P. van Gils, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 december 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave.

2. De feiten
Klager is sedert 13 december 2010 gedetineerd. Hij is op 16 december 2010 als preventief gehechte in het h.v.b. van de p.i. Grave geplaatst.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep, voor zover hier van belang, als volgt toegelicht.
Klager heeft tot 16 juli 2010 een straf uitgezeten. Sinds 16 december 2010 zit klager in voorlopige hechtenis in verband met een nieuwe strafzaak. Het bezwaar ziet dan ook niet op de beslissing uit juni 2010 maar op de beslissing die onlangs is
genomen.
Het bezwaar is dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 22 december 2010 in bezwaar gegaan. De laatste beslissing die is genomen dateert van 30 juni 2010 waarbij klager wordt geselecteerd voor de p.i. Grave. Aangezien er recent geen beslissing tot overplaatsing is afgegeven is het bezwaar
niet-ontvankelijk verklaard. Indien klager overgeplaatst wil worden dient hij hiervoor contact te zoeken met het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding.

4. De beoordeling
Vaststaat dat klager op 30 juni 2010 is geselecteerd voor de p.i. Grave. Aan de detentie in het kader waarvan die selectiebeslissing is genomen, is op 16 juli 2010 een einde gekomen.
Op 16 december 2010 is klager als preventief gehechte geplaatst in het h.v.b. van de p.i. Grave. Tegen die plaatsing heeft hij bij schrijven van 22 december 2010 bezwaar gemaakt.
Op grond van artikel 17, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht bezwaar in te dienen tegen onder meer een plaatsing als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Pbw. Plaatsing in een h.v.b. op grond van preventieve hechtenis valt
hieronder. Artikel 15, derde lid, van de Pbw geeft aan dat de selectiefunctionaris belast is met deze plaatsing.
Klager is ten onrechte, nu is aangenomen dat het bezwaar was gericht tegen een op 30 juni 2010 genomen beslissing, niet in zijn bezwaar ontvangen.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen het bezwaar alsnog in behandeling te nemen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden beslissing en draagt de selectiefunctionaris op het bezwaar alsnog in behandeling te nemen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 17 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven