Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3587/GM, 10 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3587/GM

betreft: [klager] datum: 10 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 23 november 2010 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 januari 2011, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is namens de inrichtingsarts [...], hoofd medische dienst, gehoord.
Hoewel klager, die zich sinds 21 januari 2011 in vrijheid bevindt, op 12 januari 2011 op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 1 oktober 2010 en 14 oktober 2010, betreft het niet arbeidongeschikt verklaren, de behandeling ten tijde van zijn ziekmelding vanwege vermeende griep en de
behandeling
van oorklachten en slaapproblemen.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft -zakelijk weergegeven- het volgende aangevoerd.
Hij heeft rugklachten en kan niet te lang zittend werk doen, hij wordt echter niet arbeidsongeschikt verklaard. Daarnaast klaagt klager over een loopoor en slaapklachten en het niet adequaat handelen na een melding van vermeende griep.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Het is is onduidelijk tegen welke beslissing klager nu klaagt, hij is regelmatig door medici gezien. Enkele klachten van klager zijn gericht tegen de directeur.
Ter zitting is daaraan nog toegevoegd dat klager er bewust voor heeft gekozen zijn straf in een gesloten in plaats van een open inrichting uit te zitten. Aanvankelijk had hij moeite met het regime. Hij is door de arts gezien in verband met zijn loopoor
en verwezen naar de kno-arts. Omdat hij te laat was voor het transport wilde DV&O klager niet meer vervoeren. Uiteindelijk is klager in een later stadium per rolstoel vervoerd, waarbij hij zijn vingers tussen de spaken stak.
Klager heeft antibiotica voorgeschreven gekregen, maar neemt deze medicatie niet in. Klager heeft een gesprek gehad met de psychiater waarna het, door gemaakte afspraken, beter ging met klager.
Klager kon werken dus heeft zich onterecht ziek gemeld. Het aangezegde verslag is een beslissing van de directeur.
Klagers loopoor was twee weken na de melding verholpen. De neuroloog heeft aangegeven dat er sprake was van slijtage en dat hij niets voor klager kon betekenen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt allereerst dat uit de stukken en met name klagers medische gegevens volgt dat hij niet (volledig) arbeidsongeschikt is verklaard in de inrichting waar hij thans verblijft. Arbeid wordt aan klager aangeboden om hem een
zinvolle dagbesteding te bieden en heeft niet hetzelfde karakter of dezelfde functie als buiten de penitentiaire inrichting. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het niet adequaat handelen na een melding van een vermeende griep wordt het volgende overwogen. Artikel 29, eerste lid, van de Pm, luidt: ”Alvorens een beroepschrift in te dienen doet de gedetineerde een schriftelijk verzoek aan de
medisch adviseur bij het ministerie van Justitie om te bemiddelen ter zake van de klacht. Dit verzoek dient uiterlijk op de veertiende dag na die waarop het medisch handelen waartegen de klacht zich richt heeft plaatsgevonden te worden ingediend.” Het
bemiddelingsverzoek betreffende het handelen door de medische dienst op 13 augustus 2010 is door klager ingediend op 1 oktober 2010. De in voornoemd artikel 29 Pm genoemde termijn is, gelet op het voorgaande, ruimschoots overschreden, terwijl eventuele
rechtvaardigingsgronden voor die termijnoverschrijding niet aannemelijk zijn geworden. Gelet daarop kan klager niet worden ontvangen in dit onderdeel van zijn klacht.

Ten aanzien van de klachten met betrekking tot het loopoor en de slaapklachten wordt overwogen dat uit de stukken is gebleken dat klager op 20 augustus 2010 melding maakt van de klachten. Bij dat consult zijn oordruppels en neusdruppels verstrekt.
Verder is er een afspraak met de kno-arts gemaakt Ook klagers slaapproblemen zijn serieus genomen. De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts dienaangaande niet kan
worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het niet arbeidsongeschikt vreklaren, de oorklachten en de slaapproblemen ongegrond.

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht ten aanzien van het niet adequaat handelen na de melding van de vermeende griep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter, J.G.J. de Boer en M.F. van Brederode-Zwart, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris,
op 10 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven