Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1292/GA, 13 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1292/GA

betreft: [klager] datum: 13 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het detentiecentrum Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak van 20 april 2010 van de beklagcommissie bij voormeld detentiecentrum, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.E. Stassen-Buijs, en [...] en [...], plaatsvervangend directeur respectievelijk
juridisch medewerker bij het detentiecentrum.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de door klager ondervonden hinder tijdens de uitvoering van nachtcontroles ten behoeve van klagers celgenoot.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming toegekend van € 151,50 (21 maal € 7,50) op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft ter zitting van de beklagcommissie verklaard dat de uurscontrole drie weken heeft geduurd. Uit nader onderzoek is echter gebleken dat
de controle een week heeft geduurd, van 23 februari tot 2 maart 2010. Klager is abusievelijk niet vooraf geïnformeerd over uurscontrole van zijn celgenoot. Dit gebeurt normaal gesproken door medewerkers van de medische dienst. De inrichting is daarbij
in gebreke gebleven en een excuus is dus op z’n plaats. De toegekende tegemoetkoming van € 151,50 is buitenproportioneel. De directeur meent dat de tegemoetkoming moet worden gematigd en moet worden berekend over de periode dat klager daadwerkelijk
last
heeft ondervonden van de uurscontrole. Hier komt bij dat klager niet eerder contact heeft gezocht met het afdelingshoofd of medische dienst om zijn problemen te bespreken, maar direct is overgegaan tot het indienen van een klacht.
Een overplaatsing van de betreffende gedetineerde naar een andere cel met camera-observatie was niet mogelijk. De inrichting was toen redelijk vol. Er was weinig ruimte de controle elders te doen. Plaatsing in een isoleercel zou voor de betrokken
gedetineerde nog meer nadelen hebben opgeleverd. Het was voor hem beter dat hij op de eigen cel verbleef, samen met klager. Het hoofd van de inrichting toont ter zitting van de beroepscommissie een controlelijst waaruit blijkt dat de betreffende
gedetineerde van 24 februari tot en met 2 maart 2010 is gecontroleerd. Deze informatie was niet bij de beklagcommissie overgelegd. De stelling van klager ter zitting van de beroepscommissie dat het afdelingshoofd klager de keuze gaf tussen de
isoleercel
of terug naar zijn eigen cel, had de directeur liever anders gezien. De directeur heeft alle begrip voor het feit dat klager de controles vervelend heeft gevonden.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het bevreemdt klager dat thans wordt gesteld dat de controles maar één week hebben geduurd. De directeur heeft niet eerder gesteld dat de duur beperkt
was, doch uitsluitend opgemerkt dat er geen gevaar voor klager is ontstaan. Klager vindt het verwijt van de directeur dat klager direct naar de beklagcommissie is gestapt niet terecht. Klager heeft iedere keer bij de uurcontroles aangegeven dat deze
hem
stoorden. Dit kan reeds als een klacht worden aangemerkt. Het stelselmatig onderbreken van de slaap is slopend. De hoogte van de tegemoetkoming is derhalve redelijk te noemen.
Er werd om de drie kwartier gecontroleerd, waarbij met een zaklamp in het gezicht van klager werd geschenen. Klager vroeg wat er aan de hand was, maar men wilde hem dat in eerste instantie niet vertellen. Later werd duidelijk wat de reden daarvoor was,
namelijk het risico van suïcide van zijn celgenoot. Klager heeft met het afdelingshoofd gesproken over de uurscontrole. Hij gaf klager de keuze: of naar een isoleercel of terug naar de meerpersoonscel. Klager heeft gekozen voor zijn cel. In de beleving
van klager hebben de controles ongeveer drie weken geduurd. De beklagcommissie heeft bij de bepaling van de tegemoetkoming ook naar andere factoren gekeken.

Bij brief van 22 september 2010 heeft de directeur de uurcontrolelijsten t/m 5 maart 2010 aan de beroepscommissie toegezonden. Hieruit blijkt dat de laatste controle heeft plaatsgehad in de nacht van 2 maart 2010.

3. De beoordeling
Op grond van de stukken is vast komen te staan dat klagers celgenoot van 23 februari 2010 tot 2 maart 2010 onder zogenaamd ‘uurscontrole’ heeft gestaan. Dit houdt in dat tijdens de nacht en om het uur het licht wordt aangedaan voor controle. Klager
heeft hiervan hinder ondervonden. Tevens is vast komen te staan dat klager vooraf niet is geïnformeerd over de reden van de controles. De beroepscommissie volgt het oordeel van de beklagcommissie dat de tenuitvoerlegging van de controles in hoge mate
onzorgvuldig is verlopen. Met het belang van klager bij een ongestoorde nachtrust is geen rekening gehouden. Wat betreft de berekening van de hoogte van de tegemoetkoming is de beklagcommissie uitgegaan van de haar toen bekende informatie dat de
controles drie weken hebben geduurd. Op grond van de in beroep overgelegde gegevens is echter vast komen te staan dat de uurscontroles ruim één week hebben geduurd. Gelet op de aard van de inbreuk en de psychische druk die dit bij klager teweeg heeft
gebracht, ziet de beroepscommissie geen aanleiding de hoogte van de tegemoetkoming te wijzigen. Het beroep van de directeur zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 13 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven