Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1628/GB, 26 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:26-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1628/GB

Betreft: [klager] datum: 26 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.J. van Essen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 mei 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Heerhugowaard Alkmaar afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 24 april 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wenst te worden overgeplaatst naar een gevangenis in Heerhugowaard of een inrichting dichter bij huis dan Lelystad. Tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf dient zoveel mogelijk dienstbaar te worden gemaakt aan de resocialisatie. Blijkens de
uitspraak van de beroepscommissie inzake 00/945/GB dient de detentie, indien de celcapaciteit dit toelaat, zoveel mogelijk in de sociale omgeving van de gedetineerde ten uitvoer te worden gelegd. De sociale omgeving van klager bevindt zich in Amsterdam
waar zijn vrouw en kinderen wonen. Voor klagers vrouw stuit de verbinding naar de p.i. Lelystad op ernstige bezwaren. Gelet op de bezoektijden kunnen klagers vrouw en kinderen hem niet bezoeken omdat de kinderen dan op school zitten danwel van school
moeten worden gehaald. De p.i. Lelystad organiseert slechts driemaandelijks een vader-kinddag, terwijl dit in de p.i. Heerhugowaard Alkmaar maandelijks plaatsvindt. Tot overmaat van ramp is de vader-kinddag van 2 juni 2010 geannuleerd waardoor klager
al
maanden verstoken is van bezoek van zijn kinderen. Uit de bestreden beslissing blijkt niet dat er rekening is gehouden met deze omstandigheden. De bestreden beslissing is onvoldoende gemotiveerd. Klager heeft aangevoerd dat detentie zoveel mogelijk in
de regio van de sociale omgeving dient plaats te vinden, tenzij de celcapaciteit hieraan in de weg staat. Beoordeling van de beschikbaarheid van cellen had derhalve expliciet in de bestreden beslissing tot uitdrukking moeten komen. Ook hier kan niet
gesproken worden van een deugdelijke motivering. Dat het niet te doen zou zijn om binnen een jaar tot overplaatsing over te gaan, kan niet dienen als grond voor afwijzing. Klager wijst hierbij ook op artikel 12 van de Prison Rules, waarin gesteld wordt
dat plaatsing van gedetineerden in de buurt van hun sociale omgeving een “basic objective” is en dat wanneer gedetineerden niet in de buurt van hun sociale omgeving geplaatst worden, er een noodzaak bestaat deze zaken “under review” te houden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 17 december 2009 conform zijn voorkeur geselecteerd voor de p.i. Lelystad. Klagers vrouw en kinderen wonen in Amsterdam. De p.i. Lelystad is de dichtstbijzijnde inrichting voor zijn vrouw en kinderen. De selectiefunctionaris heeft navraag
gedaan bij de p.i. Heerhugowaard Alkmaar. Daaruit is gebleken dat er ook in die inrichting driemaandelijks een vader-kinddag plaatsvindt. Dat is even vaak als in de p.i. Lelystad. Wanneer gedetineerden vragen om overplaatsing naar een andere inrichting
met hetzelfde regime wordt een niet wettelijk beleid gehanteerd dat overplaatsing slechts gehonoreerd kan worden nadat iemand zo’n 12 maanden in een bepaalde inrichting heeft verbleven. Dit om te voorkomen dat gedetineerden veelvuldig overgeplaatst
worden binnen hetzelfde regime. In die gevallen waar sprake is van sociale dan wel medische omstandigheden die een overplaatsing rechtvaardigen, wordt van dat beleid afgeweken.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen door klager naar voren is gebracht met
betrekking tot problemen voor zijn vrouw en kinderen om hem te kunnen bezoeken kan dit oordeel niet anders maken, nu inherent aan detentie is dat voor het bezoek enig ongemak ontstaat terwijl onvoldoende is gebleken van omstandigheden die het bezoek
voor zijn vrouw en kinderen te bezwaarlijk maken. Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt hoe lastig het is voor zijn vrouw en kinderen om naar Lelystad af te reizen. Overigens is klager destijds conform zijn voorkeur in de p.i. Lelystad geplaatst
en is de p.i. Lelystad voor zijn vrouw en kinderen de dichtstbijzijnde inrichting. Ook is er in de p.i. Lelystad even vaak een vader-kinddag als in de p.i. Heerhugowaard Alkmaar. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 12 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven