Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0500/JA, 12 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/500/JA

betreft: [klager] datum: 12 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het Forensisch Centrum (f.c.) Teylingereind te Sassenheim,

gericht tegen een uitspraak van 8 februari 2010 van de beklagcommissie bij voormeld f.c., gegeven op een klacht van [...], geboren op [1992], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 mei 2010, gehouden in de justitiële jeugdinrichting De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist zijn namens de directie van het f.c. Teylingereind gehoord [...] en [...].
Klager, die inmiddels in vrijheid is en op behoorlijke wijze is opgeroepen, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het lang moeten wachten op teruggave van klagers radio.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming toegekend van € 5,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft op 25 november 2009 verzocht om het invoeren van elektronische apparatuur, namelijk een radio/cassette/cd-speler. De procedure rondom het invoeren van elektronische apparatuur is conform artikel 50 Bjj beschreven in hoofdstuk vijf van de
huisregels. Hierin staat dat de directeur voorwaarden kan stellen aan het invoeren van spullen, dat hier lijsten van worden bijgehouden en dat de jeugdige voor alles moet tekenen. Apparatuur wordt door de technische dienst van f.c. Teylingereind
gedemonteerd en gecontroleerd. Daarna wordt de apparatuur voorzien van een verzegeling. Klager heeft op 30 november 2009 getekend voor ontvangst van zijn radio/cassette/cd-speler met de verzegeling. Op 14 december 2009 is de apparatuur van klager
tijdens een kamercontrole in beslag genomen omdat de verzegeling ontbrak. Elektronische apparatuur waarvan de verzegeling ontbreekt wordt door de technische dienst opnieuw gedemonteerd, gecontroleerd en verzegeld. Op 22 december 2009 heeft klager de
apparatuur opnieuw verzegeld op zijn kamer gekregen.
Het is niet aannemelijk dat, zoals klager stelt, er nooit een zegel op zou hebben gezeten, nu zowel klager als de groepsleider op 30 november 2009 heeft getekend voor ontvangst.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft ter zitting van de beklagcommissie aangegeven dat hij de radio/cassette/cd-speler zonder zegel op zijn kamer heeft gekregen en dat hij op dat moment niet voor ontvangst heeft hoeven tekenen, maar dat hij dit pas veel later heeft moeten
doen. Klager stelt daarmee de handtekening niet op 30 november 2009 geplaatst te hebben, hetgeen ook zou blijken uit de andere kleur van de pen waarmee getekend was.
Namens de directeur is ter zitting van de beroepscommissie het originele invoerformulier overgelegd. Hieruit valt niet af te leiden dat klager zijn handtekening, in dezelfde kleur als de datum van 30 november 2009 en de handtekening van de
groepsleiding, niet op 30 november 2009 geplaatst zou hebben. Ook overigens is niet gebleken dat getwijfeld zou moeten worden aan het gegeven dat klager voor ontvangst van verzegelde apparatuur getekend zou hebben.

Wel blijkt uit het overgelegde invoerformulier dat de latere inname en heruitgifte van de radio, voorzien van een nieuwe zegel niet goed is geadministreerd door de inrichting. Bij inname van een radio wegens het verbreken van een zegel, wordt immers
een
nieuw zegel aangebracht met een nieuw nummer. Van deze inname en de heruitgifte ontbreekt de vastlegging. Hierdoor is feitelijk niet te achterhalen of de door de directie aangevoerde procedure correct is gevolgd. Of dat klagers weergave van de gang van
zaken de juiste is.

Nu de instelling nagelaten heeft de inname en latere heruitgifte goed vast te leggen (registreren) moet in het onderhavige geval het belang van de ingeslotene zwaarder wegen dan dat van de inrichting. Het verdient aanbeveling dat de inrichting een
betere registratie voor de invoer van goederen ontwerpt dan waarvan in de onderhavige zaak sprake is.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, R. van Benthem RA en drs. B. van Dekken, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris, op 12 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven