Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel experiment COPD - BR/REG-25147
Vaststellingsdatum:19-11-2024Geldigheid:01-01-2025 t/m 31-12-2029Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Onder verwijzing naar artikel 58 van de Wmg, is in de voorliggende beleidsregel een experiment opgenomen. De daartoe vereiste aanwijzing van 10 oktober 2024 met kenmerk 3973517-1072562-PZO, bedoeld in artikel 59, aanhef en onder f, van de Wmg, is door de staatssecretaris van VWS met brief van 10 oktober 2024, met kenmerk 3973517-1072562-PZO, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 2024, 34159.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

COPD-zorg: Fysiotherapie of oefentherapie omvat voor verzekerden van achttien jaar of ouder tevens gesuperviseerde oefentherapie bij chronic obstructive pulmonary disease, indien sprake is van stadium II of hoger van de GOLD Classificatie voor spirometrie als bedoeld in artikel 2.6 lid 6 van het Besluit zorgverzekering (Bzv).

Kwartaal: een periode van drie maanden welke kan ingaan op iedere willekeurige datum in het jaar.

Artikel 2 Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is zorgaanbieders en zorgverzekeraars de mogelijkheid te bieden een experiment aan te gaan waarbij kan worden afgeweken van de reguliere bekostiging van de fysiotherapeutische- en oefentherapeutische zorg voor patiënten met COPD.

Artikel 3 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op COPD-zorg zoals omschreven in artikel 1 van deze beleidsregel.

Artikel 4 Prestatiebeschrijvingen experiment

Het experiment kent de volgende prestatiebeschrijvingen:

• Intake en onderzoek bij COPD

• Bundel 1 – Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

• Bundel 2 – Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

• Onderlinge dienstverlening

Artikel 5 Specifieke bepalingen bij prestatiebeschrijvingen experiment

Intake en onderzoek bij COPD

Tijdens de intake en onderzoek bij COPD vindt een uitgebreide inventarisatie en analyse plaats van i) de hulpvraag van de patiënt, ii) de therapeutische behandelbare grootheden en iii) persoonlijke en contextuele factoren. Daarnaast wordt belangrijke informatie ten aanzien van onder andere het adembewegingsapparaat (observatie en inspectie in rust en bij inspanning), fysieke capaciteit (6 minuten wandeltest), fysieke activiteit (aantal gezette stappen per dag) en ziektelast (Clinical COPD Questionnaire (CCQ)) verzameld en geobjectiveerd middels klinimetrie.

Aan de hand van deze intake en onderzoek bij COPD wordt de behandelindicatie van de patiënt vastgesteld.

Bundel 1 – Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

Dit zorgtraject richt zich op de verbetering van het functioneren van een COPD-patiënt met focus op bewegen en lichamelijke activiteit waarbij de fysieke capaciteit voor de patiënt niet de beperkende factor is.

Binnen deze prestatie is de fysio-/oefentherapie primair gericht op het optimaliseren van de fysieke activiteit. Het doel van de behandeling richt zich voornamelijk op het vergroten van de zelfredzaamheid van de patiënt om daarna over te gaan naar reguliere beweeg- en/of sportactiviteiten.

Een evaluatie aan het eind van de bundel is een vast onderdeel van de bundel en vindt altijd plaats tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden die evalueren onmogelijk maken. Hierbij worden de vooraf opgestelde behandeldoelen geëvalueerd. Er wordt onder andere gekeken of er voldoende therapeutisch effect is bereikt en of de behandeling gecontinueerd dient te worden.

De prestatie kan per kwartaal in rekening worden gebracht.

Bundel 2 – Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

Dit zorgtraject richt zich op de verbetering van het functioneren van een COPD-patiënt met focus op bewegen en lichamelijke activiteit waarbij de fysieke capaciteit van de patiënt beperkend is.

Binnen deze prestatie is de fysio-/oefentherapie primair gericht op het bevorderen van de fysieke capaciteit of zowel het bevorderen van de fysieke capaciteit als het stimuleren de fysieke activiteit. Het doel van de behandeling richt zich voornamelijk op het vergroten van de zelfredzaamheid van de patiënt om daarna over te gaan naar reguliere beweeg- en/of sportactiviteiten.

Een evaluatie aan het eind van de bundel is een vast onderdeel van de bundel en vindt altijd plaats tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden die evalueren onmogelijk maken. Hierbij worden de vooraf opgestelde behandeldoelen geëvalueerd. Er wordt onder andere gekeken of er voldoende therapeutisch effect is bereikt en of de behandeling gecontinueerd dient te worden.

De prestatie kan per kwartaal in rekening worden gebracht.

Onderlinge dienstverlening

De levering van (onderdelen van) de prestaties in het kader van COPD-zorg door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de 'uitvoerende zorgaanbieder'. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de 'opdrachtgevende zorgaanbieder'.

De uitvoerende zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de prestaties in het kader van COPD-zorg in opdracht van de opdrachtgevende zorgaanbieder via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.

Artikel 6 Bepalingen en voorwaarden experiment

1. Tarief

Voor de prestatiebeschrijvingen geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de Wmg.

2. Overeenkomst

Een prestatiebeschrijving kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een schriftelijke overeenkomst is gesloten tussen de zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de patiënt.

3. Dubbele bekostiging

a. Dubbele bekostiging van dezelfde zorg voor dezelfde patiënt is niet toegestaan. Dat betekent dat de zorg die gedeclareerd wordt door middel van een prestatiebeschrijving binnen het experiment niet ook nog mag worden gedeclareerd door middel van een prestatiebeschrijving binnen de reguliere bekostiging (Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor oefentherapie en Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor fysiotherapie).

b. Daarnaast mag er door dezelfde zorgaanbieder binnen het experiment voor een patiënt maar één bundelprestatiebeschrijving in het kader van COPD-zorg voor dezelfde periode van drie maanden in rekening worden gebracht.

4. Geen nadeliger positie patiënten

Patiënten aan wie zorg wordt verleend in het kader van COPD-zorg, komen door dit experiment niet in een nadeliger positie te verkeren, dan wanneer het experiment niet zou plaatsvinden.

Artikel 7 Start en einde van experiment

1. De start van het experiment is 1 januari 2025.

2. In ieder geval eindigt het experiment vijf jaar na de start daarvan, overeenkomstig artikel 58, vijfde lid, van de Wmg.

3. De NZa kan besluiten de gevolgen van het experiment geheel of gedeeltelijk in stand te laten tot het einde van het boekjaar volgend op het boekjaar waarin het experiment is geëindigd. In de beleidsregel tijdelijke instandlating gevolgen experimenten staat vermeld aan welke voorwaarden experimenten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor instandlating van de gevolgen.

4. De NZa informeert de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport onmiddellijk indien zij het niet langer verantwoord vindt het experiment voort te zetten.

Artikel 8 Evaluatie van het experiment

De NZa evalueert het experiment conform artikel 58 van de Wmg.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

Inwerkingtreding:

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Indien de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2024, treedt de beleidsregel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2025.Deze beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel:

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel experiment COPD

Toelichting

Algemeen

 

Aanleiding

In het advies 'Passende bekostiging van eerstelijns fysiotherapie en oefentherapie' stelt de NZa dat de huidige bekostiging van eerstelijns fysio- en oefentherapeutische zorg passende zorg suboptimaal ondersteunt1. De bekostiging voor fysio- en oefentherapie vindt nu grotendeels plaats via fee-for-service. De zorgaanbieder ontvangt hierbij een vergoeding per zorgactiviteit (zitting/behandeling). Andere vormen van bekostiging worden belemmerd door de aanspraak voor fysio- en oefentherapie, die veelal is vormgegeven in aantallen behandelingen.

Per 1 januari 2025 wijzigt het Besluit zorgverzekering voor patiënten met COPD, waarbij er geen maximum meer geldt voor het aantal behandelingen gesuperviseerde oefentherapie voor patiënten van achttien jaar of ouder met COPD in stadium II of hoger van de GOLD Classificatie. Hierdoor wordt het mogelijk om te experimenteren met een andere bekostigingsvorm.

Het doel van het experiment is om te onderzoeken of bundelbekostiging leidt tot meer passende fysio- en oefentherapeutische zorg in termen van betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van zorg voor patiënten met COPD. Het experiment wordt zo opgezet dat het daarnaast bruikbare lessen kan opleveren voor de bekostiging in de brede eerstelijns fysio- en oefentherapeutische zorg. Het experiment kent een looptijd van vijf jaar en loopt uiterlijk tot 1 januari 2030.

 

Artikelsgewijs

Intake en onderzoek bij COPD

Tijdens de intake en onderzoek COPD wordt vastgesteld of er een behandelindicatie is voor fysio- en/of oefentherapeutische zorg ten behoeve van COPD. Indien de behandelindicatie er niet is, start er geen zorgtraject (in de vorm van bundel 1 of 2). De patiënt kan indien nodig worden verwezen naar reguliere beweeg- en/of sportactiviteiten. Indien er wel een behandelindicatie voor fysio- en/of oefentherapeutische zorg ten behoeve van COPD wordt vastgesteld dan wordt het zorgtraject, afhankelijk van de zorgzwaarte, via de prestatie fysio-/oefentherapeutisch zorgtraject bij COPD (bundel 1 of bundel 2) gestart. Zolang uit de evaluatie blijkt dat continuering van zorg noodzakelijk is, mag er aansluitend een nieuwe bundel worden geopend en vindt er tussen de opeenvolgende bundels geen intake en onderzoek bij COPD plaats.

Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD (bundel 1 en 2)

De prestatiebeschrijvingen fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD (bundel 1/bundel 2) kennen een zoveel als mogelijk open karakter om inhoudelijke veranderingen niet te verhinderen. Hierdoor kan de zorg op verschillende manieren worden aangeboden aan COPD patiënten, afhankelijk van de behoefte van de patiënt. Het doel van het experiment is namelijk via een alternatieve bekostiging het stimuleren van passende zorg, waardoor innovatie en het anders organiseren van zorg mogelijk wordt. Hierdoor is er ook ruimte voor zorg op afstand en andere technologische of digitale toepassingen.

Indien uit de evaluatie blijkt dat de behandeling gecontinueerd dient te worden, kan aansluitend een nieuwe bundel geopend worden die ook een looptijd heeft van 3 maanden. Hiervoor is niet eerst een nieuwe intake en onderzoek benodigd.

De prestaties bundel 1 en bundel 2 - Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD kan per kwartaal in rekening worden gebracht. Hieronder is een voorbeeld weergegeven van de wijze van declareren, volgend uit de definitie van 'kwartaal'.

Prestatie

Startdatum

Einddatum

Declareren vanaf

Intake en onderzoek bij COPD

5 januari 2025

5 januari 2025

5 januari 2025

Bundel 1 of 2 – Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

9 juni 2025

9 september 2025

9 september 2025

Bundel 1 of 2- Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

9 september 2025

9 december 2025

9 december 2025

 

Voortijdig stoppen

Indien de patiënt het fysio-/oefentherapeutisch zorgtraject (bundel 1 of 2) niet volledig doorloopt, kan de prestatie in rekening worden gebracht als er binnen de termijn van drie maanden minimaal één contact heeft plaatsgevonden. Uiteraard is het de zorgaanbieder na uitval van de patiënt niet toegestaan om nog volgende prestaties in rekening te brengen.

Dit betekent niet dat de patiënt slechts een keer in zijn/haar leven COPD-zorg kan ontvangen. Als een patiënt eerder voortijdig is gestopt ongeacht de reden daarvoor, betekent dit niet dat de patiënt niet meer in zorg kan komen. Of een patiënt op een later moment weer in zorg komt, zal afhankelijk zijn van iemands specifieke situatie en motivatie. Hier kan geen algemene regel voor worden geformuleerd.

Hieronder is een voorbeeld weergegeven van de wijze van declareren als een patiënt gedurende de drie maanden (in dit voorbeeld 20 augustus 2025) stopt.

Prestatie

Startdatum

Einddatum

Declareren vanaf

Bundel 1 of 2 – Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

9 januari 2025

9 april 2025

9 april 2025

Bundel 1 of 2- Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

9 april 2025

9 juli 2025

10 juli 2025

Bundel 1 of 2- Fysio/oefentherapeutisch zorgtraject ten behoeve van COPD

9 juli 2025

20 augustus 2025

9 oktober 2025

Naar boven