Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31922/SGA, 10 februari 2023, schorsing
Uitspraakdatum:10-02-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          23/31922/SGA    

           

Betreft [verzoeker]

Datum 10 februari 2023

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Verzoekers raadsman, mr. W.B.O. van Soest, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van 31 januari 2023 om verzoeker te degraderen naar het basisprogramma.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur van de Penitentiaire Inrichting Dordrecht (hierna: de directeur) op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk PD-2023-000062).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Namens verzoeker is (in het klaagschrift) aangevoerd dat de beslissing niet is ondertekend door de directeur, zodat niet kan worden opgemaakt dat de directeur daadwerkelijk op de hoogte is van de degradatie. Nu de beslissing niet door de directeur is genomen, is deze niet rechtsgeldig.

In de schriftelijke reactie van de directeur wordt aangevoerd dat de bestreden beslissing niet is ondertekend door de directeur, maar door het afdelingshoofd – tevens voorzitter van het multidisciplinair overleg (MDO) – die is gemandateerd om namens de directeur te tekenen. In de PI verblijven gemiddeld 400 gedetineerden, waardoor aannemelijk is dat de directeur niet geheel op de hoogte is van het regime van elke gedetineerde. De directeur kan in de systemen van de inrichting nagaan wat de status en het regime is van de gedetineerden nu alle veranderingen worden geregistreerd.

 

De voorzitter overweegt, voorlopig oordelend, als volgt.

Op grond van artikel 1d, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) besluit de directeur over promotie en degradatie. De directeur baseert dergelijke beslissingen op adviezen vanuit het MDO. Hoewel onderaan het besluit tot degradatie de naam van de directeur is vermeld, is deze ondertekend ‘i.o.m.’ door iemand anders. Dit wordt bevestigd door de directeur. De voorzitter kan niet vaststellen dat de beslissing door de directeur is genomen en ondertekend. Nu de Regeling dit wel vereist  is de bestreden beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter genomen in strijd met de wet. Het verzoek zal op grond daarvan dan ook worden toegewezen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing zal worden geschorst met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

 

Deze uitspraak is op 10 februari 2023 gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven