Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26487/GM, 24 oktober 2022, beroep
Uitspraakdatum:24-10-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/26487/GM
    
            
Betreft    [klager]
Datum    24 oktober 2022


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hem ongevraagd medicatie wordt aangeboden en dat hij ongevraagd bezoek van behandelaren krijgt.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager gehoord op de digitale zitting van 14 oktober 2022.
De inrichtingsarts is niet op de zitting verschenen.
De heer drs. A.A.J. Jeurissen, tandarts en lid van de RSJ was als toehoorder aanwezig.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft al in verschillende PPC’s gezeten. Steeds moet hij weer terug naar regulier of moet hij om onsamenhangende redenen naar andere afdelingen. En dan wordt hem ook nog verschillende medicatie voorgeschreven. Daarnaast krijgt klager bezoek van behandelaren die met hem in gesprek willen zonder dat hij daarom gevraagd heeft. 

Standpunt van de inrichtingsarts
Klager klaagt enerzijds over het ongevraagd aangeboden krijgen van medicatie op 12 en 13 januari 2022, anderzijds is zijn klacht dat hij ongevraagd bezocht werd op 11 en 12 januari 2022 door behandelaren. Zoals op het medicatieoverzicht is te zien, is er op genoemde data geen medicatie voorgeschreven of aangeboden. Op 10 januari 2022 is klager overgeplaatst vanuit een andere unit (van unit 3 naar unit 4). Op 11 januari 2022 is door de psychiater en de behandelcoördinator gepoogd klager te spreken, wat altijd gebeurt bij plaatsing vanuit extern binnen 24 uur, bij interne overplaatsing zo snel mogelijk. In het dossier staat dat klager geen gesprek wilde en hij zijn behandelaren zat was. Op 12 januari 2022 heeft een verpleegkundig specialist klager gesproken ter kennismaking (tevens beoordeling beeld). Daarover is genoteerd dat klager in eerste instantie niet naar de recreatie wilde komen voor een gesprek. Aan de celdeur was er vervolgens wel sprake van contact en praatte hij honderduit. Het is inherent aan overplaatsing dat er contact is met behandelaren.    


3. De beoordeling
Op basis van de inlichtingen van de inrichtingsarts en het medicatieoverzicht acht de beroepscommissie aannemelijk dat aan klager op 12 en 13 januari 2022 geen medicatie is voorgeschreven en aangeboden. Daarnaast volgt uit de toelichting van de inrichtingsarts dat het een gebruikelijke gang van zaken is dat bij een (interne) overplaatsing een gesprek met de behandelaren plaatsvindt. Dat klager geen behoefte had aan een gesprek met de behandelaren, betekent niet dat daarmee sprake is van medisch onzorgvuldig handelen.   

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is op 24 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. M.P. Frankenhuis en drs. B.A. Geurts, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 

secretaris    voorzitter

Naar boven