Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21166/GA, 8 februari 2023, beroep
Uitspraakdatum:08-02-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          21/21166/GA    

           

Betreft [Klager]

Datum 8 februari 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij de twee wegens een technische storing gemiste Skypemomenten van op of omstreeks 24 december 2020 en op 2 januari 2021,  niet heeft mogen inhalen.

De beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam heeft op 23 april 2021 de klachten ongegrond verklaard (S-2020-000948 en S-2021-000018). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. T. Scheffer, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de locatie De Schie (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klagers bezwaar ziet op de inhoud van de derde alinea van paragraaf 3.2 van de bestreden beslissing. Nu skypen volgens de beklagcommissie gelijkgesteld dient te worden aan het ontvangen van lijfelijk bezoek, kunnen de argumenten van de directeur geen stand houden. Temeer nu de directeur een medegedetineerde wel in de gelegenheid heeft gesteld om een Skypemoment in te halen. Dat staat haaks op de overwegingen van de directeur dat er geen ruimte is c.q. het praktisch niet mogelijk is om inhaalmomenten aan te bieden. Voorts is het gelijkheidsbeginsel wel degelijk geschonden: of alle gedetineerden worden getroffen door de effecten van het nieuwe dagprogramma of alle gedetineerden worden hier niet door getroffen.

Nu Skype gelijk wordt gesteld aan fysiek bezoek, is artikel 38 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) van toepassing. Dit betekent dat er een recht is om wekelijks te skypen en dat er dan ook compensatie moet worden geboden als dit recht niet geëffectueerd kan worden omwille van omstandigheden die buiten klagers machtssfeer liggen. Verzocht wordt om het beroep gegrond te verklaren en het gemiste Skypemoment in te mogen halen.

 

Standpunt van de directeur

Gedetineerden worden tijdens hun bezoekuren in de gelegenheid gesteld om fysiek bezoek te ontvangen dan wel, als zij daarvoor kiezen, om gebruik te maken van Skype om contact te onderhouden met familie en vrienden.

Vanaf het begin van de corona-uitbraak zijn er voorzieningen getroffen waarmee gedetineerden konden beeldbellen. Skypen betrof echter een gunst en een extra voorziening, waarbij de inrichting niet garant kon staan voor een goede verbinding met het systeem. Zoals bekend zijn er diverse problemen ervaren met de verbinding, met oorzaken die niet aan de inrichting te wijten zijn. Vanuit de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en het Shared Service Centre (SSC) is er alles aan gedaan om deze problemen op te lossen. Per 1 juni 2021 is Beeld Bellen Justitiabelen (BBJ) als aanvullende voorziening aangeboden, ter vervanging van Skype. Net als bij Skype geldt BBJ als aanvulling op regulier bezoek (zoals ook blijkt uit de landelijke handleiding van BBJ).

Voor zover het Skypemoment niet doorging vanwege technische problemen, kan daarover niet worden geklaagd bij de beklagcommissie, omdat hier geen door of namens de directeur genomen beslissing aan ten grondslag ligt. Tegen het weigeren van een inhaalmoment staat daarentegen wel beklag open. Per 1 januari 2021 is een nieuw ‘coronaproof’ dagprogramma ingevoerd waarbij de gedetineerden in kleinere groepen aan activiteiten deelnemen. Door de extra gebouwcapaciteit en personele bezetting die dit vraagt is er geen ruimte om gedetineerden een vervangend bezoek- of Skypemoment aan te bieden.

Nu klager de keuze had tussen fysiek bezoek of beeldbellen middels Skype, is klagers recht op bezoek niet geschonden. Skype is immers een aanvullende voorzienig tijdens een bezoekmoment. Bovendien is klager destijds een eenmalige compensatie van €7,50 aangeboden voor de vele storingen, die klager geweigerd heeft.

 

3. De beoordeling

De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken volgt dat de gedetineerden ten tijde van het beklag tijdens hun bezoekuren de keuze hebben gehad om hun bezoek fysiek te ontvangen of om het bezoekmoment digitaal te laten plaatsvinden door middel van Skype. De beroepscommissie volgt de directeur dan ook niet in zijn stelling dat Skype een gunst en een extra voorziening is, nu deze vorm van bezoek in plaats van fysiek bezoek wordt aangeboden en dus niet als extra contactmoment wordt aangeboden.

De beroepscommissie is van oordeel dat over het niet doorgaan van een Skypemoment - als alternatief voor het ontvangen van fysiek bezoek – in geval van technische problemen geklaagd kan worden. De beroepscommissie oordeelde eerder (zie RSJ 23 augustus 2021, 21/20658/GA) dat voor het voeren van gesprekken via Skype, als alternatief voor het ontvangen van fysiek bezoek, aansluiting dient te worden gezocht bij artikel 38 van de Pbw. Op grond van artikel 38, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht gedurende tenminste één uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. Uit voornoemd artikel vloeit de verplichting van de directeur voort voldoende inspanningen te verrichten om omstandigheden te creëren waaronder het bezoek ongestoord kan plaatsvinden. Naar het oordeel van de beroepscommissie valt onder deze zorgplicht ook het leveren van voldoende inspanningen voor goed functionerende internetverbindingen voor ‘digitaal bezoek’ (Skype) en het bieden van voldoende compensatie voor contactmomenten die vanwege verbindingsproblemen niet tot stand kunnen komen.

De beroepscommissie begrijpt dat het vervelend is voor klager dat hij twee Skypemomenten door een technische storing heeft moeten missen. Gelet op wat hiervoor al is overwogen, dient de directeur gemiste Skypemomenten normaliter te compenseren, bij voorkeur door de gemiste contactmomenten op een ander moment in te laten halen. De beroepscommissie begrijpt uit de stukken dat het in dit geval niet mogelijk was om de gemiste contactmomenten in te laten halen gelet op het nieuwe ‘coronaproof’ dagprogramma dat per 1 januari 2021 was ingevoerd. Doordat de gedetineerden in kleinere groepen dan normaal moesten deelnemen aan de activiteiten was het – gelet op de personele bezetting en de extra gebouwcapaciteit die dit vereiste – niet mogelijk om de gedetineerden een vervangend bezoek- dan wel Skypemoment aan te bieden. Onweersproken is dat de directeur daarom een financiële compensatie heeft aangeboden. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de directeur daarmee, alles afwegende, voldaan aan zijn zorgplicht. Dat klager de aangeboden compensatie niet geaccepteerd heeft, doet daar niet aan af.

De beroepscommissie volgt klager niet in zijn stelling dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. De enkele vaststelling dat er één gedetineerde is geweest die wegens bijzondere persoonlijke omstandigheden wel een Skypemoment heeft mogen inhalen, maakt niet dat er sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel doordat inhalen voor klager niet mogelijk was.

De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen, met wijziging van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 8 februari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter,
mr. E. Dinjens en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven