Nummer 22/27022/TA
Betreft [klager]
Datum 11 oktober 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Het beklag - voor zover in beroep aan de orde – betreft het niet meer naar behoren functioneren van klagers computer en de vermissing van zijn beeldscherm, toetsenbord en muis.
De beklagcommissie bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 19 april 2022 het beklag ongegrond verklaard (PZ 2021/129a). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. S.O. Roosjen, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsman gehoord op de zitting van 26 augustus 2022 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.
Namens het hoofd van de instelling is kort voor de zitting te kennen gegeven in verband met ziekte niet op de zitting te kunnen verschijnen.
Het lid van de beroepscommissie drs. A.C. Djadoenath was niet ter zitting aanwezig maar leest en beslist op de stukken mee.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft eerder een bedrag van €150,- toegekend gekregen door de instelling, omdat zijn computer definitief zoek leek te zijn. Nadat de computer was teruggevonden heeft de instelling aangegeven dat klager de €150,- mocht houden ter compensatie vanwege de lange duur van de vermissing van de computer en het niet kunnen gebruiken ervan. Op dat moment was nog niet bekend dat de computer niet goed functioneerde en het beeldscherm, toetsenbord en muis nog vermist waren. Klager vindt het dan ook niet redelijk dat de beklagcommissie heeft geoordeeld dat hij van de reeds aan hem toegekende €150,- ook de reparatiekosten van zijn computer moet betalen en dat het bedrag eveneens een tegemoetkoming is voor de vermissing van zijn beeldscherm, toetsenbord en muis. Klager heeft zijn computer laten repareren en de bon van de reparatie overgelegd. Ook heeft klager een nieuwe monitor gekocht. Klager verzoekt zijn beklag gegrond te verklaren en wenst een passende tegemoetkoming naast het eerder aan hem toegekende bedrag van €150,-.
Standpunt van het hoofd van de instelling
Het hoofd van de instelling heeft in beroep geen nader standpunt ingenomen.
3. De beoordeling
Namens het hoofd van de instelling is verzocht om na de zitting aan de hand van een opgemaakt proces-verbaal te kunnen reageren op hetgeen ter zitting is gezegd. De beroepscommissie heeft dit verzoek afgewezen, omdat zij zich voldoende voorgelicht acht.
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken is gebleken dat sinds klagers overplaatsing van de locatie Nijmegen naar de locatie Zeeland veel van zijn spullen een zeer lange periode vermist zijn geweest of nog zijn, waaronder zijn computer, beeldscherm, toetsenbord en muis. Van deze spullen is de computer van klager weer gevonden. Klager heeft zijn computer moeten laten repareren, omdat de computer langdurig niet was gebruikt. Klager heeft de factuur van deze reparatie overgelegd. Het beeldscherm, het toetsenbord en de muis zijn nog steeds niet terecht.
Uit eerdere gevoerde procedures ten aanzien van de langdurige opslag dan wel vermissing van klagers spullen blijkt dat er veel mis is gegaan tijdens de opslag van klagers spullen en dat uit de diverse inbeslagname- en inventarisatielijsten niet eenvoudig blijkt waar de spullen van klager zich bevinden. Naar het oordeel van de beroepscommissie dient de vermissing dan wel langdurige opslag van klagers spullen voor rekening en risico te komen van het hoofd van de instelling. De beroepscommissie acht daarom het beroep en het beklag gegrond.
De beroepscommissie stelt voorop dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. Als sprake is van schade en deze schade is eenvoudig te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming.
De beroepscommissie stelt vast dat de eerder aan klager toegekende vergoeding van €150,- is toegekend vanwege de vermissing van zijn computer. Nadat de computer is teruggevonden heeft klager het reeds toegekende bedrag mogen houden vanwege de lange duur van de vermissing. Anders dan de beklagcommissie acht de beroepscommissie het niet redelijk dat klager van de reeds aan hem toegekende tegemoetkoming eveneens de kosten voor het herstel van de computer moet betalen en dat dit bedrag tegelijkertijd ook een tegemoetkoming is voor de nog steeds vermiste spullen (het beeldscherm, het toetsenbord en de muis). De beroepscommissie acht daarom een aanvullende tegemoetkoming aangewezen. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op €150,-.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €150,-.
Deze uitspraak is op 11 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. drs. F.A.M. Bakker en drs. A.C. Djadoenath, leden, bijgestaan door mr. C.K. van Dijk, secretaris.
secretaris voorzitter