Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/20124/GA en 21/20131/GA, 21 december 2022, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          21/20124/GA en 21/20131/GA

                                   

Betreft [klager]

Datum 21 december 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.         het niet doorgaan van een Skypemoment op 1 december 2020 en het niet compenseren daarvan op een later moment (beklag: Ta 2020-438, beroep: 21/20124/GA);

b.         het (enkele weken) niet kunnen Skypen als gevolg van een storing, waarbij klager niet akkoord is met een compensatie van €5,- (beklag: Ta 2021-13, beroep: 21/20131/GA).

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel heeft op 5 februari 2021 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraken van de beklagrechter zijn bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Ter Apel (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn standpunt nader toe te lichten.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft geen aanvullingen op het verweer in beklag.

 

3. De beoordeling

Het contact met de buitenwereld via Skype dient – althans, diende in de betreffende (corona)periode – als vervanging/alternatief voor regulier bezoek en valt daarmee onder de reikwijdte van artikel 38 van de Penitentiaire beginselenwet. Mede gelet daarop dient de directeur zich ervoor in te spannen om Skypemomenten zoveel mogelijk doorgang te laten vinden (eventueel op een later moment dan gepland). Als dat toch niet mogelijk blijkt te zijn, dan dient een gedetineerde daarvoor op enige wijze te worden gecompenseerd, in die zin dat het contact met de buitenwereld (op een andere manier) zoveel mogelijk kan worden voortgezet (vergelijk RSJ 19 januari 2022, R 20/6898/GA, en RSJ 10 augustus 2022, 21/20176/GA).

 

Beklag a.

De directeur heeft als reactie op het standpunt van klager inzake beklag a. slechts gesteld dat doorgaans naar een later moment in de week wordt gezocht als een Skypemoment niet doorgaat. Hoe het in dit geval is verlopen, heeft de directeur niet vermeld. Gelet hierop gaat de beroepscommissie ervan uit dat klagers Skypemoment op 1 december 2020 niet is doorgegaan. Verder is niet gebleken of en hoe de directeur zich ervoor heeft ingespannen om dit (op een later moment) doorgang te laten vinden of dat de directeur klager op een andere manier in de gelegenheid heeft gesteld om het contact met de buitenwereld voort te zetten. De beroepscommissie zal dit beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

Als de directeur zich onvoldoende heeft ingespannen om een Skypemoment doorgang te laten vinden, acht de beroepscommissie in beginsel een tegemoetkoming van €12,50 passend en redelijk. Dit bedrag zal zij dan ook aan klager toekennen.

 

Beklag b.

Klager stelt in zijn beklag van 3 januari 2021 dat hij gedurende drie weken niet heeft kunnen Skypen. De directeur heeft in zijn verweer in beklag gesteld dat er van 21 december 2020 tot en met 4 januari 2021 – dus twee weken – een Skypestoring was in meerdere inrichtingen van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

De beroepscommissie ziet geen reden om te twijfelen aan de informatie van de directeur dat de Skypestoring pas op 21 december 2020 begon. Klager heeft dat namelijk niet betwist. Hij heeft ook niet benoemd op welke eerdere datum hij nog een Skypemoment zou hebben gehad, dat (om welke reden dan ook) niet door kon gaan. Daarom gaat de beroepscommissie ervan uit dat klager twee weken niet heeft kunnen Skypen, terwijl hij ook geen regulier bezoek kon ontvangen.

In dit geval geldt echter dat de directeur redelijkerwijs geen invloed kon uitoefenen op de Skype-storing. Alle gedetineerden hebben wel €5,- extra beltegoed op hun Telio-account gestort gekregen. Verder is een nieuw systeem van beeldbellen eerder ingevoerd dan was gepland, vanwege de problemen met Skype. Er is hard gewerkt om dit systeem vanaf de eerdere invoering goed te laten werken.

Nu aannemelijk is geworden dat de directeur zich voldoende heeft ingespannen voor doorgang van videobelmomenten en klager – toen dit niet mogelijk bleek – met extra beltegoed in de gelegenheid is gesteld om toch contact met de buitenwereld te onderhouden, is er geen sprake van een schending van de zorgplicht van de directeur. De beroepscommissie zal dit beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a. gegrond, vernietigt de betreffende uitspraak van de beklagrechter en verklaart dit beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €12,50.

 

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag b. ongegrond en bevestigt de betreffende uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 21 december 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter,
mr. E. Dinjens en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven