Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/16781/GA, 30 augustus 2022, beroep
Uitspraakdatum:30-08-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    20/16781/GA
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    30 augustus 2022 


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klaagster)

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat twee kilo tarwebloem en twee kilo bulgur niet door de winkel zijn geleverd.

De beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam heeft op 18 december 2020 het beklag ongegrond verklaard (S-2020-290). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie De Schie (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft de door hem bestelde tarwebloem en bulgur niet geleverd gekregen. Dat is onbegrijpelijk. De producten stonden immers op de bestellijst en het gaat niet om snel bederfelijke verse waren. Een gedetineerde moet erop kunnen vertrouwen dat producten die op de bestellijst staan ook leverbaar zijn. Daar hoort de directeur op toe te zien. Klager heeft niet kunnen koken zoals door hem was gewenst. Dat klemt temeer nu klager een uitgebalanceerd dieet volgt. Zo bakt klager zijn eigen dieetbrood met tarwebloem.  De beklagcommissie heeft overwogen dat het aannemelijk is dat het in bepaalde gevallen kan voorkomen dat de bestellijst niet correspondeert met de leverbare producten. Er moet echter ook geconstateerd worden dat dit bijna iedere week het geval is. De bestellijsten horen up to date te zijn en zouden alleen producten moeten vermelden die in ruime mate voorhanden zijn. Voor gedetineerden is dit met name problematisch, omdat zij in de week waarin zij een bestelling plaatsen niet opnieuw producten kunnen bestellen wanneer blijkt dat wat zij besteld hebben niet leverbaar is. Hoewel de kosten van deze producten op klagers rekening-courant zijn teruggestort, heeft de directeur daarmee nog niet voldaan zijn zorgplicht. Tijdens een werkbezoek heeft de winkel kenbaar gemaakt het niet acceptabel te vinden dat de niet geleverde producten bij een andere winkel worden gekocht. De directeur gaat mee in dit standpunt van de winkel. Dat heeft tot gevolg gehad dat het afdelingshoofd nadien geen producten meer heeft laten kopen in plaatselijke winkels. De opmerking van het lid van de beklagcommissie dat de supermarkt op de hoek geen tarwebloem had, wordt begrepen als een grapje of als een badinerende opmerking. Tarwebloem is immers altijd en overal te koop. Klager verblijft sinds enige tijd in de PI Lelystad. Gek genoeg functioneert de winkel daar naar behoren. Klager concludeert daaruit dat de inzet van de directeur wel degelijk van invloed kan zijn op het functioneren van de winkel.  

Standpunt van de directeur
Er zijn inspanningen geleverd om de winkel beter te laten functioneren. Daartoe heeft meerdere keren contact plaatsgevonden tussen de directeur en de winkel in Vught. Er is op 6 februari 2020 een werkbezoek afgelegd bij de winkel door de directeur, afdelingshoofden en de leden van de Commissie van Toezicht. Het werkbezoek heeft geleid tot een beter inzicht in de werkprocessen en concrete werkafspraken. Bovendien is er sprake van een korte lijn tussen het afdelingspersoneel en de afdelingshoofden met het plaatsvervangend afdelingshoofd arbeid, die de winkel in zijn portefeuille heeft. Vanuit de zorgplicht kan en zal snel ingespeeld worden op aandacht behoevende ontwikkelingen. Van een structureel probleem met de winkel is geen sprake. Daarnaast kan niet onopgemerkt blijven dat door (overmacht) omstandigheden in het maatschappelijk verkeer een supermarkt incidenteel ook niet altijd kan voldoen aan de vraag van de consument. Zo ook niet anders ten aanzien van de gedetineerdenwinkel. Wanneer klager niet ontvangt wat hij heeft besteld, maakt dat niet dat hij afgesloten is van eetwaar. De gedetineerden krijgen immers ruimschoots eten aangeboden. Bovendien zijn de kosten steeds netjes gecrediteerd. De zorgplicht is dan ook in voldoende mate vervuld. Ter beklagzitting is vastgesteld dat sprake was van het incidenteel en circumstantieel niet kunnen uitleveren van slechts twee producten. De tarwebloem was incidenteel niet leverbaar, dit gold overigens tevens voor de supermarkt op de hoek, aldus een opmerking van een lid van de beklagcommissie. Daarnaast was bulgur alleen in de periode van de ramadan leverbaar.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 44, vijfde lid, van de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw) draagt de directeur zorg voor regels omtrent de aankoop door gedetineerden van andere gebruiksartikelen dan die door de directeur ter beschikking worden gesteld. Hierover kunnen nadere regels worden opgenomen in de huisregels. Uit de rechtspraak van de beroepscommissie blijkt dat de directeur er zorg voor dient te dragen dat leveringen vanuit de inrichtingswinkel op adequate wijze door zijn personeel worden uitgevoerd. De beroepscommissie is van oordeel dat onder adequaat leveren wordt verstaan het leveren conform de bestellijst, prijslijst en andere gestelde voorwaarden (vgl. RSJ 11 juni 2018, 17/3907/GA). Onder adequaat verstaat de beroepscommissie ook tijdig leveren (vgl. RSJ 26 maart 2018, 17/2842/GA en RSJ 1 juni 2018, 17/3345/GA) of het aanbieden van soortgelijke producten (vgl. RSJ 1 augustus 2018, R-117 en R-118). Uit RSJ 18 februari 2019, 18/1878/GA volgt voorts dat de zorgplicht van de directeur niet zo ver strekt dat deze een algemene verplichting behelst om altijd niet, niet volledig of niet deugdelijk door de landelijke winkel geleverde artikelen bij een (plaatselijke) supermarkt of anderszins alsnog aan te schaffen. Afhankelijk van de gegeven omstandigheden en indien aantoonbare schade voor de gedetineerde is te voorzien, kan dit evenwel aangewezen en geboden zijn. De wijze waarop de directeur invulling dient te geven aan zijn zorgplicht, is dan ook steeds van de individuele en specifieke omstandigheden van het geval afhankelijk.

De beroepscommissie stelt vast dat de door klager bestelde tarwebloem en bulgur niet aan hem zijn geleverd. Voorts constateert de beroepscommissie dat de winkel het bedrag voor deze niet geleverde producten heeft gecrediteerd. Dat de winkel het bedrag heeft teruggestort, maakt echter niet dat de directeur aan de zojuist genoemde zorgplicht voldoende invulling heeft gegeven. De zorgplicht van de directeur moet immers zo worden begrepen dat klager in beginsel zijn bestelde of soortgelijke goederen (alsnog) heeft ontvangen. Niet is gebleken dat de directeur inspanningen heeft verricht teneinde een redelijk alternatief voor de niet geleverde producten aan klager aan te bieden. Daarnaast overweegt de beroepscommissie dat klachten over de winkel zich blijven herhalen. De beroepscommissie is ambtshalve bekend met een aantal andere beroepen van klager (R-19/5494/GA, R-20/5910/GA, R-20/5989/GA, 20/16780/GA en 20/16783/GA) die allen zien op klachten van dezelfde aard als in het onderhavige beroep. Hoewel de directeur al geruime tijd met de winkel contact lijkt te onderhouden, constateert de beroepscommissie dat dit kennelijk nog niet tot voldoende verbeteringen heeft geleid met betrekking tot het leveren van de bestelde producten. De beroepscommissie komt dan ook tot het oordeel dat de directeur onvoldoende invulling aan zijn zorgplicht heeft gegeven.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie zal klager een tegemoetkoming toekennen van €7,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €7,50.


Deze uitspraak is op 30 augustus 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. R. Raat en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.
 
  
secretaris    voorzitter

Naar boven