Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1988/GB, 31 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/1988/GB

Betreft: [klager] datum: 31 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 juli 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 5 maart 2008 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 26 april 2006 gedetineerd. Hij verbleef in (onder meer) in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon. Medio juli 2007 is hij op voordracht van de directeur van de b.b.i. Maashegge overgeplaatst naar de
gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Bij uitspraak van 31 maart 2008, met nummer 07/3293/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 8 november 2007 van de beklagcommissie bij de b.b.i.
Maashegge betreffende de oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, in afwachting van overplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting, ongegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep toegelicht als weergegeven in het verslag van horen d.d. 5 maart 2008. Een kopie van dat verslag is aan deze uitspraak gehecht en de inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd en herhaald.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wordt door het personeel van de b.b.i. omschreven als een zeer extrovert persoon, die zich hult in schaarse opvallende kleding. Hij zou zich naar het personeel en naar de groep dominant gedragen. Hij is met name dwingend in de richting van zijn
medegedetineerden. Door dit gedrag is de spanning binnen de groep waarin klager verbleef erg opgelopen. Klager heeft op 5 juli 2007 een verslag aangezegd gekregen naar aanleiding van het vertonen van gezagsondermijnend gedrag, het bedreigen van een
medegedetineerde en het uitlokken van agressie. Klager wordt door het personeel van de b.b.i. Maashegge als groepsongeschikt aangemerkt. Eén en ander heeft ertoe geleid dat de selectiefunctionaris, op voordracht van de directeur van de b.b.i.
Maashegge,
voldoende aanleiding heeft gezien om klager over te plaatsen naar een normaal beveiligde inrichting.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De grond voor klagers terugplaatsing vanuit een b.b.i. naar een normaal beveiligde inrichting is het feit dat klager door zijn in de b.b.i. vertoonde gedrag niet groepsgeschikt wordt geacht. Ter beoordeling ligt voor of die grond toereikend is
voor een beëindiging van klagers verblijf in een b.b.i.
De beroepscommissie verstaat de bestreden beslissing zo dat de selectiefunctionaris bedoeld heeft te zeggen dat klagers gedrag in de b.b.i. Maashegge, welk gedrag kan worden gekwalificeerd als verstorend voor het groepsproces en als provocerend naar –
tenminste – één medegedetineerde, leidde tot de conclusie dat klager niet langer groepsgeschikt moet worden geacht en daarom niet langer een beperkt maatschappelijk risico vormde. De beroepscommissie acht die conclusie van de selectiefunctionaris
aannemelijk, mede gelet op de hiervoor onder 2.2 genoemde beslissing van de beroepscommissie. Hetgeen klager daaromtrent naar voren heeft gebracht maakt dat oordeel niet anders. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 31 maart 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven