Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/23644/GM, 28 april 2022, beroep
Uitspraakdatum:28-04-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer 21/23644/GM

Betreft [klager]

Datum 28 april 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij zijn medicijnen niet heeft gekregen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman, mr. T. van Assendelft de Coningh, en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft van 12 augustus 2021 tot en met 17 augustus 2021 zijn medicijnen niet gekregen. Op 13 augustus 2021 heeft hij alleen slaapmedicatie gekregen. Er is die dag niets geregeld.

Standpunt van de inrichtingsarts

Het gaat specifiek om klagers ochtendmedicatie gliclazide. Al eerder is uitgezocht waarom klager op 12 augustus 2021 helemaal geen medicatie verstrekt heeft gekregen. De apotheek had klager per abuis op ‘ontslag’ gezet. Dit is de volgende dag meteen rechtgezet. Helaas is gebleken, zonder duidelijkheid waarom, dat gliclazide in dit proces van herstarten van medicatie niet is meegenomen, waardoor klager tot en met 17 augustus 2021 in de ochtend geen gliclazide verstrekt heeft gekregen. Klagers medisch dossier laat zien dat er pas op 17 augustus 2021 een nieuw recept voor deze medicatie is aangemaakt. De inrichtingsarts wil zijn excuses aanbieden en zal er alles aan doen en er op toezien dat vergissingen zoals deze in de toekomst worden voorkomen.

3. De beoordeling

Op 12 augustus 2021 heeft klager geen medicatie verstrekt gekregen door een vergissing van de apotheek.

Dat is volgens de inlichtingen van de inrichtingsarts, afgezien van gliclazide, de volgende dag rechtgezet.

Klager heeft aangevoerd dat hij op 13 augustus 2021 alleen zijn slaapmedicatie heeft ontvangen.

In het medisch dossier staat bij 13 augustus 2021 vermeld: ‘Bij apotheek stond dhr op ontslag. Medicatie komt vandaag weer mee! Gestopt per 13-08-2021 GLICLAZIDE MYLAN RETARD TABLET MGA 30MG 1D2T ZN’. Op 17 augustus 2021 is een nieuw recept voor deze medicatie aangemaakt. Over de andere medicatie, quetiapine en simvastatine, staat in het medisch dossier en de aftekenlijsten in die periode niets vermeld. De beroepscommissie kan daardoor niet vaststellen of klager die medicatie verstrekt heeft gekregen. De inrichtingsarts heeft bevestigd dat klager in de periode van 12 augustus 2021 tot en met 17 augustus 2021 ‘s ochtends om onduidelijke redenen geen gliclazide verstrekt heeft gekregen.

Klager heeft dus in elk geval in de periode 12 augustus 2021 tot en met 17 augustus 2021 het aan hem voorgeschreven gliclazide zonder goede reden niet verstrekt gekregen.

Gelet op het voorgaande moet het handelen door of namens de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a of b, van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €25,-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €25,-.

Deze uitspraak is op 28 april 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven