Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/24003/GB, 10 maart 2022, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           21/24003/GB

Betreft               [klager]

Datum              10 maart 2022

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 16 juli 2021 beslist klager te plaatsen in de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) van de locatie Klein Bankenbosch te Veenhuizen.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 22 oktober 2021 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsman, mr. O.J. Much, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager kreeg in de inrichting waar hij hiervoor verbleef een traject in het voorzicht gesteld dat was gericht op zijn terugkeer in de Nederlandse samenleving, zoals het volgen van onderwijs en begeleiding bij het vinden van werk en woonruimte. Doordat hij ongewenst is verklaard, is hij geplaatst in de locatie Klein Bankenbosch, waar hij niet wordt voorbereid op terugkeer in de samenleving. Klager is het niet eens met de bestreden beslissing, omdat hij nog een procedure heeft lopen tegen zijn ongewenstverklaring. Namens klager wordt verzocht deze beroepszaak op zitting te behandelen, zodat het beroep daar nader kan worden toegelicht.

Standpunt van verweerder

Bij de Immigratie-en Naturalisatiedienst (IND) is navraag gedaan naar de stand van zaken in klagers vreemdelingenprocedure. Dat er nog geen beslissing op bezwaar is genomen over klagers verblijfsstatus doet niets af aan de bestreden beslissing, omdat de lopende procedure de werking van de bestreden beslissing niet opschort. Nu klager geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft, voldoet hij aan de eisen om de in locatie Klein Bankenbosch geplaatst te worden. Deze inrichting is aangewezen voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen met een ISD-maatregel, conform artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling).

 

3. De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Klager verbleef in de gevangenis van de locatie Hoogvliet. Op 20 juli 2021 is hij in de ISD van de locatie Klein Bankenbosch geplaatst, omdat hij geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft en aan hem een ISD-maatregel is opgelegd.

Op grond van artikel 20b, eerste lid, van de Regeling worden in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen (een VRIS-inrichting) gedetineerden geplaatst die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland (in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000) en die zijn gedetineerd op grond van:

-           voorlopige hechtenis (door een bevel van gevangenneming of gevangenhouding);

-           een vrijheidsstraf; of

-           een maatregel tot plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders.

Op grond van het derde lid van dit artikel kan hiervan worden afgeweken. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie moet daarvoor echter sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden. In deze zaak is geen sprake van zodanig bijzondere omstandigheden dat moet worden afgeweken van artikel 20b, eerste lid, van de Regeling.

De locatie Klein Bankenbosch is aangewezen als VRIS-inrichting waar gedetineerden kunnen worden geplaatst aan wie een ISD-maatregel is opgelegd.

Klager heeft na de tenuitvoerlegging van zijn ISD-maatregel geen rechtmatig verblijf in Nederland. Dat de bezwaarprocedure over deze beslissing van de IND nog loopt, maakt dit niet anders, omdat die procedure geen schorsende werking heeft. Gelet hierop komt klager in beginsel in aanmerking voor plaatsing in een VRIS-inrichting. Nu aan klager de ISD-maatregel is opgelegd, kon hij in de locatie Klein Bankenbosch worden geplaatst. Er is tot slot niet gebleken van zodanig bijzondere omstandigheden dat zou moeten worden afgeweken van artikel 20b, eerste lid, van de Regeling.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 10 maart 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. M.J. Stolwerk en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door bc. L. Vis-van Alff, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven