Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/25378/STA, 21 januari 2022, schorsing
Uitspraakdatum:21-01-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          22/25378/STA           

 

Betreft [verzoeker]

Datum 21 januari 2022

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Het hoofd van FPC Van der Hoeven Kliniek te Utrecht (hierna: de instelling) heeft op 12 januari 2022 aan verzoeker een afdelingsarrest opgelegd voor de duur van ten hoogste vier weken.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van het hoofd van de instelling op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (HK2022-21).

 

2. De standpunten

Standpunt van verzoeker

Aan verzoeker is een maatregel van afdelingsarrest opgelegd in verband met allerhande signalen en omstandigheden die het leefklimaat negatief beïnvloeden, met name drugsproblematiek. Verzoeker kan begrijpen dat de instelling daar grip en controle over wil hebben, maar dat rechtvaardigt geen beperking van verzoekers bewegingsvrijheid. Verzoeker verblijft op een KKB (Kortdurende Intensieve Behandeling) en niet alleen de bewegingsvrijheid in de instelling wordt beperkt, ook verloven zijn tot een minimum beperkt. Verzoeker vraagt zich af op de rechtsgrond juist is, nu de KBB een afdeling is voor patiënten die geen tbs met dwangverpleging hebben. Verzoekers gedrag noch anderszins geeft aanleiding verzoekers bewegingsvrijheid in te perken. De urinecontroles zijn negatief en verzoekers problematiek is niet drugsrelateerd. Het feit dat medepatiënten drugs gebruiken, is van alle tijden. Niet alleen verzoeker, maar elke patiënt wordt voor langere tijd ingeperkt, dit is wanbeleid van de instelling. Dit schaadt verzoekers vertrouwen in het behandelteam. Er bestaat geen enkele grond voor de verdenking dat verzoeker zich bezighoudt met ontoelaatbare zaken.

Standpunt van het hoofd van de instelling

Verzoeker verblijft sinds 16 april 2021 op de afdeling Vrouw Jutte, ook wel aangeduid als afdeling KKB, van de instelling op grond van een maatregel van tbs met dwangverpleging. De Van der Hoevenkliniek is een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) waar de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) van toepassing is. Verzoeker is een verpleegde als bedoeld in artikel 1 sub j van de Bvt.

Momenteel speelt er een kliniekbreed veiligheidsprobleem, zoals beschreven in de schriftelijke mededeling van de opgelegde maatregel en de brief van 12 januari 2022 aan alle patiënten van de instelling. Er zijn veel gesprekken met patiënten gevoerd om te achterhalen wie welk aandeel hierin heeft en om de basisstructuur van de kliniek te herstellen, maar men houdt elkaar de hand boven het hoofd, spreekt elkaar niet meer aan en laat zich ook niet meer aanspreken. De basisstructuur van de kliniek is weg, waarbij men zijn verantwoordelijkheid niet meer neemt. Tijdens multidisciplinaire stafberaden is uitgebreid stilgestaan bij de onveilige situatie in de kliniek. Aangezien het niet is gelukt om middels vele gesprekken de orde en veiligheid in de kliniek te herstellen, is het noodzakelijk om voor alle patiënten in de basis dezelfde beperkingen in te zetten. Ten aanzien van verzoeker is één beperkende maatregel opgelegd, namelijk het na programmatijd verblijven op de eigen afdeling en terras. In de schriftelijke beslissing van de opgelegde maatregel van afdelingsarrest is onderbouwd waarom de beslissing in het kader van de handhaving van de orde of de veiligheid in de instelling is genomen. Verzoeker is niet vanaf 21.00 uur in zijn kamer ingesloten, er zijn geen verloven ingetrokken en aangezien verzoeker geen transmurale patiënt is, is van begeleiding door de instelling ook geen sprake.

 

3. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van het hoofd van de instelling slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

In verband met een kliniekbreed veiligheidsprobleem heeft de instelling in een brief van 12 januari 2022 aan alle patiënten van de instelling kenbaar gemaakt welke interventies nodig zijn voor een herstel van een veilig en open leefklimaat in de instelling. Voor verzoeker geldt de beperking dat hij na zijn programmatijd om 16.15 uur op de eigen groep dient te verblijven, het terras blijft dan open. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter heeft het hoofd van de instelling gelet op de handhaving van de orde en veiligheid in de instelling deze maatregel aan verzoeker kunnen opleggen. De voorzitter begrijpt uit de standpunten van verzoeker en het hoofd van de instelling dat deze beperking in ieder geval voor alle patiënten van de afdeling KBB geldt en is opgelegd op grond van artikel 33 Bvt. In situaties als deze moet het hoofd van de instelling de mogelijkheid hebben, ook zonder verzoeker treffende concrete gedragingen, die maatregelen te nemen die nodig zijn de orde en veiligheid in de instelling te herstellen. Artikel 33 Bvt biedt die ruimte. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Voor zover verzoeker ook heeft bedoeld een schorsingsverzoek in te dienen tegen de overige beperkende maatregelen, blijkt uit de inlichtingen van het hoofd van de instelling dat deze niet op verzoeker van toepassing zijn. Verzoeker kan in zoverre niet in zijn verzoek worden ontvangen.

 

4. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek voor wat betreft de maatregel van afdelingsarrest af.

De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in de overige onderdelen van zijn verzoek.

 

Deze uitspraak is op 21 januari 2022 gegeven door mr. R.M. Maanicus, voorzitter, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven