Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/25308/SGA, 14 januari 2022, schorsing
Uitspraakdatum:14-01-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          22/25308/SGA           

 

Betreft [verzoeker]

Datum 14 januari 2022

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad (hierna: de directeur) heeft op 11 januari 2022 beslist tot plaatsing van verzoeker in quarantaine ter voorkoming van de (verdere) verspreiding van het coronavirus en heeft daarbij verzoekers recht op luchten beperkt.

Verzoekers raadsman, mr. H. Blaauw, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (PL-2022-39).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Namens verzoeker wordt aangevoerd dat het recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht in beginsel een onvervreemdbaar fundamenteel recht is en dat beperkingen op dit recht alleen in zeer uitzonderlijke gevallen zijn toegestaan. Ook bij zeer ernstige calamiteiten moeten volgens verzoeker extra inspanningen worden verricht om een passende compensatie te bieden. Verzoeker is bovendien rugpatiënt, heeft artrose en de ziekte van Scheurman, waardoor niet bewegen voor hem funest is, aldus verzoeker.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat op verzoekers leefafdeling sprake is van (een) coronabesmetting(en), waardoor op 11 januari 2022 besloten is de gehele afdeling in quarantaine te plaatsen. Volgens de directeur verblijven de positief geteste gedetineerden in quarantaine achter de deur en de overige gedetineerden in quarantaine op de leefafdeling, waar ze het dagprogramma volgen en de afdeling enkel mogen verlaten voor het luchten. Verzoeker is niet positief getest, maar verblijft wel in quarantaine achter de deur  en heeft niet mogen luchten, aldus de directeur. De directeur vraagt het verzoek toe te wijzen.

Voorlopig oordeelt de voorzitter als volgt. Op grond van het voorhanden dossier is het de voorzitter niet gebleken dat het noodzakelijk is dat verzoeker op dit moment in quarantaine achter de deur verblijft en dat zijn recht op luchten wordt beperkt. Gelet op het voorgaande zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

Deze uitspraak is op 14 januari 2022 gegeven door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven