Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/20398/GB, 26 november 2021, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer           21/20398/GB

Betreft              [Klager]

Datum              26 november 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 28 januari 2021 beslist klager te plaatsen in de gevangenis van de locatie Ter Peel te Sevenum.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 8 maart 2021 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsman, mr. P.M. Iwema, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De gronden van het bezwaar dienen als herhaald en ingelast te worden beschouwd. Met name blijft van belang dat de selectie voor een andere inrichting op het door verweerder gekozen tijdstip ertoe heeft geleid dat de voorbereiding van klagers detentiefasering niet tijdig is gestart. Door de bestreden plaatsing kon klager niet meer in aanmerking komen voor een Penitentiair Programma. De stelling van verweerder dat klager onder de omstandigheden niet in de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard kon verblijven, wordt betwist. Van een zorgvuldige belangenafweging is niet, althans onvoldoende, gebleken.

Verzocht wordt om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van verweerder

Het bezwaar van klager is ongegrond verklaard, omdat hij juist zo snel mogelijk in een gevangenis moest worden geplaatst vanuit het huis van bewaring (HVB). In de gevangenis van de PI Sittard was op dat moment geen plaats voor klager. Klager is goed overgedragen en aan hem was reeds meegegeven dat faseren met een dergelijk kort strafrestant moeilijk zou worden. Zowel in de PI Sittard als in de locatie Ter Peel had klager een kleine kans op detentiefasering.

Juist door klager snel door te plaatsen naar een gevangenis en zijn dossier goed over te dragen, is gehandeld in klagers voordeel. Een gevangenis biedt voor gedetineerden immers ruimere mogelijkheden dan een HVB.

 

3. De beoordeling

Klager is op 14 april 2021 in vrijheid is gesteld. Daarom heeft hij in beginsel geen belang meer bij het beroep en zou hij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. In beroep is echter verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Daarom zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

Klager verbleef in het HVB van de PI Sittard. Op 29 januari 2021 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Ter Peel, omdat klager wegens zijn veroordeling in eerste aanleg in aanmerking kwam voor een gevangenisregime en er in de gevangenis van de PI Sittard voor hem geen celcapaciteit was.

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als daar geen plaats beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang. Uit de stukken volgt dat klager zich na zijn detentie weer zal gaan vestigen in België bij zijn gezin. Een vestigingsadres van buiten één van de arrondissementen binnen de Nederlandse landsgrenzen valt evenwel buiten de Regeling. Voornoemd artikel vormt dus geen selectiecriterium voor deze zaak.

Een gedetineerde moet na zijn veroordeling in eerste aanleg zo snel mogelijk in een gevangenis worden geplaatst. De directeur van de PI Sittard heeft in het kader van klagers plaatsing in een gevangenis een selectieadvies opgesteld. Uit dat selectieadvies komt naar voren dat klagers voorkeur uitgaat naar de PI Sittard. Verweerder heeft geconstateerd dat een plaatsing in de gevangenis van de PI Sittard vanwege een gebrek aan celcapaciteit – in samenhang bezien met klagers korte strafrestant – niet mogelijk was. In de locatie Ter Peel –  in hetzelfde arrondissement als de PI Sittard – was een directe plaatsing wel mogelijk. Nu in de inrichting van klagers voorkeur geen plaats beschikbaar was op het moment dat klager voor een gevangenis moest worden geselecteerd, is het niet onredelijk dat hij daar niet is geplaatst. De stelling van klagers raadsman dat de voorbereiding van klagers detentiefasering niet tijdig zou zijn gestart dan wel de onnodige vertraging zou hebben opgelopen door het tijdstip waarop verweerder de selectiebeslissing heeft genomen, treft gelet op het voorgaande dan ook geen doel en kan, wat daar ook van zij, verweerder niet worden tegengeworpen.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 26 november 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven