Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/20948/JA, 26 augustus 2021, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/20948/JA

    

           

Betreft [klager]

Datum 26 augustus 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager], geboren op [geboortedatum] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft – voor zover in beroep aan de orde – beklag ingesteld tegen de (vermeende) intrekking van zijn verlof op 11 januari 2021.

De beklagcommissie bij de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hunnerberg te Nijmegen heeft op 12 april 2021 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (H-2021-38). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. T. Kemper, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klagers raadsman gehoord op de zitting van 17 augustus 2021 in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht. De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klager heeft echter geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid. De directeur van de RJJI De Hunnerberg (hierna: de directeur) heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

 

2. De beoordeling

De beroepscommissie vindt het jammer dat klager en de directeur geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om hun standpunten toe te lichten op de zitting. De beroepscommissie heeft uiteraard wel de stukken bestudeerd en goed geluisterd naar klagers raadsman. Op basis daarvan is zij van oordeel dat wat in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie merkt aanvullend nog op dat het vervelend is dat de directeur bij het opstellen van het verweerschrift voor de beklagcommissie – kennelijk – te weinig onderzoek heeft gedaan naar de feiten. In dat verweerschrift schrijft hij immers dat klagers verlof inderdaad was ingetrokken. De beroepscommissie ziet echter geen aanleiding om te twijfelen aan het – uiteindelijke – standpunt van de directeur (ter zitting van de beklagcommissie) dat nog geen sprake was van een goedgekeurd verlof.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde, met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 26 augustus 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. P. de Bruin, voorzitter, drs. H. Heddema en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven