Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6770/GA, 27 oktober 2021, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6770/GA

               

Betreft [klager]

Datum 27 oktober 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Zwolle (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen het feit dat voor hem bestemde post van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) buiten zijn aanwezigheid is geopend. 

De beklagrechter bij de PI Zwolle heeft op 21 april 2020 het beklag gegrond verklaard (Z1-2020-000207). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. Op 2 juni 2020 heeft mr. E.C.J. Peek zich gesteld als klagers raadsvrouw.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Het CJIB is geen justitiële autoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). De directeur verwijst ter onderbouwing van zijn standpunt naar de uitspraken RSJ 15 november 2006, 06/1225/GA, RSJ 25 juli 2008, 08/0804/GA en RSJ 29 januari 2014, 13/3159/GA. De directeur verzoekt dan ook het beroep gegrond te verklaren.

Standpunt van klager

Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op het beroep te reageren.

 

3. De beoordeling

Op grond van artikel 36, tweede lid, van de Pbw is de directeur bevoegd enveloppen of andere poststukken, afkomstig van of bestemd voor gedetineerden, op aanwezigheid van bijgesloten voorwerpen te onderzoeken en deze hiertoe te openen. Indien de enveloppen of

andere poststukken afkomstig zijn van of bestemd zijn voor de in - het toen geldende - artikel 37, eerste of tweede lid, van de Pbw genoemde personen of instanties, geschiedt dit onderzoek in aanwezigheid van de betrokken gedetineerde.

In de onderhavige zaak is een poststuk van het CJIB bestemd voor klager buiten zijn aanwezigheid geopend. Het CJIB is niet vermeld in artikel 37 van de Pbw. Het CJIB is een agentschap van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dat belast is met de inning van financiële sancties en maatregelen en kan daarmee niet beschouwd worden als een justitiële autoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder d, van de Pbw en is ook niet een instantie door de Minister of de directeur aangewezen, zoals bedoeld in (het destijds geldende)  artikel 37, eerste lid, onder k, van de Pbw (nu artikel 37, eerste lid, onder l, van de Pbw). Gelet hierop was de directeur bevoegd om het van de CJIB afkomstige poststuk aan klager te openen buiten diens aanwezigheid. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur gegrond verklaren,

de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 27 oktober 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M. Iedema, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. D.R. Sonneveldt, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven