Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22107/GV, 22 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22107/GV

    

Betreft [klager]

Datum 22 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 25 juni 2021 klagers verzoek om strafonderbreking toegewezen voor de duur van drie dagen in plaats van de door klager verzochte 30 dagen.

 

Klagers raadsvrouw, mr. L. Stolk-Hogeterp, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft verzocht om strafonderbreking wegens de bevalling van zijn partner. Klager heeft duidelijk toegelicht dat hij ook wil trouwen en alle aan een bevalling verwante zaken dient te regelen. Vanwege de coronamaatregelen is gebleken dat klager deze zaken niet vanuit de Penitentiaire Inrichting (PI) kon regelen; (trouw)ambtenaren konden niet binnen de PI aanwezig zijn. Het is het eerste kindje voor klager en zijn partner. Zijn partner heeft de zwangerschap alleen moeten doen. Klager kon bij geen enkele afspraak met de verloskundige aanwezig zijn. Alle belangrijke momenten met betrekking tot de zwangerschap heeft klager niet mee kunnen maken. Evenmin hebben klager en zijn partner normaal contact kunnen hebben. Wel heeft klagers partner hem frequent bezocht in de PI.

 

Het is belangrijk dat klager aanwezig is bij de bevalling voor de mentale en fysieke steun. Ook is zijn aanwezigheid tijdens de kraamtijd belangrijk. Het is wettelijk erkend dat er noodzaak bestaat voor vaders om niet enkel bij de bevalling aanwezig te zijn, maar ook in de kraamtijd daarna. Sinds 2019 heeft de vader recht op een werkweek wettelijk vaderschapsverlof. Hiermee wordt het belang van de aanwezigheid in de kraamtijd benadrukt.

 

Het is niet te voorspellen hoe voorspoedig de bevalling zal verlopen. Een bevalling kan zo 24 uur of langer duren. Via de directeur vernam klager dat de strafonderbreking voor de duur van 30 dagen zou worden toegewezen. Uiteindelijk vernam klager dat verweerder beslist had slechts drie dagen toe te wijzen. Het is voor klager noodzakelijk dat hij langer dan drie dagen strafonderbreking krijgt. Klager heeft dit gemotiveerd en verzoekt deze gronden ook als herhaald en ingelast te beschouwen.

 

Standpunt van verweerder

Het is begrijpelijk dat klager bij de geboorte van zijn kind aanwezig wil zijn, zijn partner wil ondersteunen en aanverwante zaken wil regelen. De noodzaak om daartoe strafonderbreking voor de duur van 30 dagen te verlenen is echter niet vast komen te staan. Niet is gebleken dat de aanwezigheid van betrokkene noodzakelijk is voor de verzorging van zijn partner en/of kind. Daar komt bij dat trouwen geen reden is om strafonderbreking op grond van de artikelen 36, 37 en 38 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) toe te wijzen.

 

Uitgebrachte adviezen

De directeur van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad heeft positief geadviseerd ten aanzien van de aanvraag voor strafonderbreking. Klager vertoont gewenst gedrag in de inrichting en aan hem dient de kans te worden geboden om zijn partner te ondersteunen voor, tijdens en na de bevalling en om de aangifte en de erkenning van het kind te regelen.

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft positief geadviseerd ten aanzien van de aanvraag voor strafonderbreking.

De politie heeft onderzoek gedaan naar het verlofadres en dit in orde bevonden. De politie heeft geen bezwaar tegen strafonderbreking. Er is geen informatie over enige gevaarsetting of andere risico’s.

 

3. De beoordeling

Klager is sinds 24 november 2020 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van een jaar en drie maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met aftrek, wegens handelen in strijd met de Opiumwet en vuurwapenbezit. De einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 19 september 2021. Uit klagers registratiekaart volgt voorts dat zijn straf drie dagen onderbroken is geweest om de bevalling bij te kunnen wonen.

 

In artikel 34 van de Regeling staat dat strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Ingevolge artikel 36 van de Regeling kan – voor zover hier van belang – strafonderbreking worden verleend voor verzorging van een ernstig zieke levenspartner, kind of ouder of voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner van de gedetineerde.

 

Klager heeft verzocht om strafonderbreking voor de duur van 30 dagen, om aanwezig te kunnen zijn bij de bevalling van zijn partner en gedurende de daaropvolgende kraamtijd om alle aan de bevalling verwante zaken te kunnen regelen. Ook wil klager trouwen.

 

Hoewel klagers wens om niet alleen de bevalling te kunnen bijwonen, maar ook in de periode erna bij zijn partner en kind te kunnen zijn begrijpelijk is, is niet genoegzaam gebleken van een noodzaak daartoe.

 

Voor zover het verzoek van klager om strafonderbreking ziet op trouwen buiten de inrichting, geldt dat hiervoor in beginsel incidenteel verlof kan worden verleend (vergelijk RSJ 31 maart 2006, 06/0417/GV). Nu in zoverre kan worden volstaan met een andere vorm van verlof, is niet voldaan aan de eis van artikel 34 van de Regeling.

 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 22 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven