Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19354/GB, 2 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/19354/GB

    

           

Betreft [Klager]

Datum 2 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 4 januari 2021 afgewezen.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager had in zijn verzoek tot overplaatsing niet aangevoerd dat zijn broer kanker heeft. In het PPC van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught zit klager erg ver van zijn familie af. De afstand is voor zijn familie ook te groot om hem te komen bezoeken, met name voor zijn broer. Klagers zus woont in Almere en zijn broer in Amsterdam. Klager weet niet of zijn broer nog zal herstellen. Nu klager hem nog vaak kan zien, wil hij daar ook zo veel mogelijk gebruik van maken. Familie is heel belangrijk voor klager. Deze reden voor overplaatsing weegt zwaarder dan de reden waarvoor klager zijn verzoek tot overplaatsing had ingediend.

 

Standpunt van verweerder

Klagers verzoek is afgewezen, omdat hij reeds op 9 oktober 2020 eenzelfde verzoek heeft ingediend. Dat verzoek is afgewezen en klager heeft tegen deze beslissing geen beroep ingesteld. Op basis van artikel 18, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kan pas zes maanden na de afwijzing van een verzoek een nieuw verzoek worden ingediend. Klager heeft in zijn beroepschrift aangegeven dat zijn broer kanker heeft en dat hij dit niet eerder naar voren heeft gebracht. Vanwege de termijn waarbinnen het nieuwe overplaatsingsverzoek is ingediend, kon het verzoek van 30 december 2020 niet anders dan worden afgewezen.

 

3. De beoordeling

Klager verbleef in het PPC van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. Hij wil graag worden overgeplaatst naar het PPC van het JC Zaanstad, omdat hij diens eerdere detentie in het JC Zaanstad als prettig heeft ervaren en zijn familie hem daar vaker kan komen bezoeken. Op 27 mei 2021 is klager overgeplaatst naar het PPC Scheveningen.

Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht bij verweerder een met redenen omkleed verzoekschrift in te dienen strekkende tot overplaatsing naar een bepaalde inrichting of afdeling. Artikel 18, vierde lid, van de Pbw houdt in dat indien het verzoekschrift is afgewezen, de gedetineerde zes maanden na die afwijzing opnieuw een dergelijk verzoekschrift kan indienen.

Uit de stukken blijkt dat klager al eerder een soortgelijk verzoek heeft ingediend en dat verweerder dat verzoek op 9 oktober 2020 heeft afgewezen. Op grond van artikel 18 van de Pbw kon klager daarom eerst op 9 april 2021 opnieuw een verzoek tot overplaatsing indienen.

Hoewel de beroepscommissie onderkent dat het voor klager aangrijpend is dat zijn broer is gediagnosticeerd met kanker, heeft hij dit pas in beroep kenbaar gemaakt. Nu klager zijn verzoek op 30 december 2020 heeft ingediend, en niet is gebleken dat er bijzondere omstandigheden aan dat verzoek ten grondslag hebben gelegen die aanleiding geven om af te wijken van het uitgangspunt dat pas na zes maanden een nieuw verzoekschrift kan worden ingediend, komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van verweerder juist is. Zij zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 2 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven