Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/16394/GA, 30 augustus 2021, beroep
Uitspraakdatum:30-08-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/16394/GA

    

Betreft (klager)

Datum 30 augustus 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van (klager) (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat de winkelboxen met zijn boodschappen zijn geopend en met een drugs-en speurhond zijn gecontroleerd op contrabande waardoor deze lang buiten de koeling hebben gestaan en de inrichting vervolgens de betreffende boodschappen niet heeft gecrediteerd.

De beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft op 26 november 2020 het beklag ongegrond verklaard (ZB-2020-285). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de locatie Zuyder Bos (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is direct nadat hij heeft geweigerd zijn boodschappen aan te nemen naar het personeel gegaan voor compensatie. Hij heeft toen aangegeven dat de boodschappen te lang buiten de koeling waren geweest, waardoor de HACCP-richtlijnen zijn geschonden. De directeur heeft klagers boodschappen ten onrechte niet gecrediteerd.

Standpunt van de directeur

De directeur handhaaft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling

Voor zover klager in beroep gronden heeft willen richten tegen de controle van zijn boodschappen en de wijze waarop dat is gebeurd, slagen die gronden niet. De beklagcommissie heeft op goede gronden en met juistheid op dat deel van de klacht beslist. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden bevestigd.

Voor zover klager in beroep heeft aangevoerd dat hij ten onrechte niet financieel is gecompenseerd voor de verse producten die als gevolg van de controle (minimaal) vier uur niet gekoeld zijn geweest, overweegt de beroepscommissie het volgende.

De beklagcommissie heeft terecht overwogen dat het niet-gekoeld bewaren van de winkelboxen in beginsel de directie kan worden aangerekend en dat een gedetineerde verse producten die lang buiten de koeling zijn geweest niet hoeft te accepteren. Tussen partijen is niet in geschil dat zijn winkelbox (minimaal) vier uur buiten de koeling heeft gestaan. Klager hoeft de verse producten – zo is tussen partijen evenmin in geschil – dan niet meer te accepteren.

De beklagcommissie heeft overwogen dat klager niet is gecompenseerd voor de verse producten die vanwege de controle lang niet gekoeld zijn geweest, omdat hij de voorgeschreven procedure niet zou hebben gevolgd.

Anders dan de beklagcommissie, is de beroepscommissie van oordeel dat klager wel overeenkomstig de voorgeschreven procedure heeft gehandeld en zij overweegt daartoe als volgt. In de huisregels van de locatie Zuyderbos is onder paragraaf 3.7 – voor zover relevant – vermeld dat de bestelling van een gedetineerde bij de inrichtingswinkel wordt verpakt in “Billy boxen” (de beroepscommissie begrijpt: winkelboxen). Als de winkelbox wordt geleverd is deze voorzien van een verzegelde zak. Die verzegeling mag alleen worden verbroken door de gedetineerde in aanwezigheid van een personeelslid, waarop de bestelling dient te worden gecontroleerd. Als de verzegeling is geopend buiten aanwezigheid van een personeelslid is geen controle meer mogelijk en is de gedetineerde zelf verantwoordelijk. Eventuele reclamaties dient de gedetineerde direct op de dag van levering voor 16.30 uur bij het personeel te melden.

Klager heeft direct nadat de gecontroleerde en als gevolg daarvan niet langer verzegelde winkelbox aan hem was uitgereikt, bij het personeel aangegeven dat hij deze in het geheel niet meer wilde hebben. De directie had deze mededeling van klager in redelijkheid kunnen en moeten opvatten als een reclamatie ten aanzien van alle verse producten in die box. De directie had klager dus moeten compenseren voor de verse producten die als gevolg van het meer dan vier uur niet-gekoeld bewaren van de winkelbox onbruikbaar waren geworden. Het beroep is in zoverre gegrond, de uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd en het beklag zal voor zover dit ziet op het niet crediteren van de verse producten alsnog gegrond worden verklaard. Het beroep zal voor het overige ongegrond worden verklaard.

Niet met zekerheid is te achterhalen om welke verse producten en daarmee om welk aankoopbedrag het specifiek ging. Klager heeft daarentegen wel ongemak ondervonden. De beroepscommissie zal klager daarom een tegemoetkoming van €10,- toekennen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover het beklag is gericht tegen het niet crediteren van klagers versproducten, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dit deel van het beklag alsnog gegrond.

Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €10,-.

De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Deze uitspraak is op 30 augustus 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. D.L. van Lijf, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven