Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19395/GM, 5 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/19395/GM

      

Betreft [Klager]

Datum 5 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat zijn medicatie (seroquel) is verhoogd, zonder dat dit met hem is besproken.

 

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

 

Klager en de inrichtingsarts hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op de digitale zitting van 26 april 2021 te worden gehoord. Klager heeft kort vóór de zitting te kennen gegeven niet gehoord te willen worden.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De medicatie is verhoogd van 50mg naar 100mg, zonder dat hier overleg over heeft plaatsgevonden tussen klager en de inrichtingsarts. Klager heeft wekenlang te veel medicatie gekregen. Dat is voor klager gevaarlijk.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

De medicatie is voorgeschreven door een psychiater. Klager is besproken tijdens het psychomedisch overleg en toen is geconcludeerd en genoteerd dat klager 25mg seroquel nodig heeft. In het dossier en vooral zijn medicatiegeschiedenis is niets te vinden dat erop wijst dat klager te veel medicatie heeft gekregen. Overigens is het onwaarschijnlijk dat klager agressiever zou zijn geworden door een te hoge dosering seroquel.

 

3. De beoordeling

Klagers stelling dat zijn medicatie (seroquel) zonder overleg is verhoogd van 50mg naar 100mg wordt betwist door de medische dienst en vindt ook geen steun in het (medisch) dossier. Uit het dossier volgt alleen dat de dosering seroquel op 8 september 2020 is verhoogd van 25mg naar 50mg. De beroepscommissie heeft geen reden om aan de juistheid van deze informatie te twijfelen. Klagers stelling is niet aannemelijk geworden.

 

Het handelen van de inrichtingsarts kan dan ook niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud). De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 5 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven