Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6224/GM, 29 april 2021, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6224/GM

    

          

Betreft [Klager]

Datum 29 april 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van  [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klagers raadsvrouw, mr. N. Stolk, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de locatie Hoogvliet (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet arbeidsongeschikt wordt verklaard, terwijl hij last heeft van zijn rechter schouderblad, linkerarm en van zijn been.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw gehoord op de digitale zitting van 23 maart 2021. De inrichtingsarts heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om ter zitting te worden gehoord.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft al jarenlang last van zijn arm en been. Dat blijkt ook uit het dossier. Klager heeft tijdens een eerdere detentie (zittend) gewerkt. Klager is in 2016 in elkaar geslagen en daar heeft hij aanzienlijk letsel aan overgehouden. Sindsdien heeft hij niet alleen last van pijnklachten aan zijn been, maar ook last van zijn schouder, arm en voet. Hij heeft ook in rust pijnklachten.

Klager vraagt voor zijn lichamelijke problemen vaak aandacht, maar hij krijgt geen reactie van de medische zorg. Klager kreeg bloedverdunners voor zijn problemen. Hoewel het valt buiten de reikwijdte van de klacht, is klager ná het indienen van de klacht, vaak gezien door artsen. Zijn problemen zijn nog steeds niet opgelost en ondanks dat, wordt hij niet arbeidsongeschikt verklaard. Als klager – tijdens de arbeid – een klein stukje zou gaan lopen, zoals dat aan hem wordt voorgesteld, ervaart hij naast pijn in zijn been, ook pijn aan zijn schouder, arm en voet. Klager is niet naar een fysiotherapeut gegaan.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Klager is meerdere malen onder de aandacht geweest van het zorgpersoneel voor zijn klachten. Er zijn aan hem verschillende interventies aangeboden, maar klager weigert deze. Klager wil wel pijnmedicatie. De inrichtingsarts vond dat klager in staat was om het ‘re-integratieblok arbeid’ te volgen, met uitzondering van zwaar lichamelijke arbeid. De klachten van de liesbreuk vallen onder ‘uitstelbare’ zorg, zoals het beleid van de Dienst Justitiële Inrichtingen voorschrijft. Dit is wel constant gemonitord. De liesbreuk heeft zichzelf opgelost.

 

3. De beoordeling

Klager klaagt over het feit dat hij geschikt is geoordeeld voor de arbeid. De beroepscommissie stelt voorop dat arbeid in een Penitentiaire Inrichting niet hetzelfde karakter of dezelfde functie heeft als arbeid buiten de inrichting. In detentie wordt arbeid aangeboden om de gedetineerde een zinvolle dagbesteding te bieden.

Klager is voor zijn problematiek meerdere malen onder de aandacht geweest bij het zorgpersoneel. Klager wil enkel pijnmedicatie en weigert diverse aangeboden interventies. Uit het medisch dossier volgt verder dat klager onderzoek en behandeling van zijn klachten door de fysiotherapeut niet toelaat. Klager heeft ter zitting bevestigd dat hij op dit moment ook niet in behandeling is bij een fysiotherapeut. Verder volgt uit het dossier dat klager inderdaad last heeft van zijn schouder, maar dat zijn schouder wel goed mobiel is.

Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de inrichtingsarts klagers arbeids(on)geschiktheid zorgvuldig beoordeeld. Niet is gebleken dat klager niet in staat is om lichte fysieke werkzaamheden te verrichten.

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud). De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 29 april 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. B.A. Geurts en K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven