Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8665/TA, 26 april 2021, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8665/TA

               

Betreft [klager]

Datum 26 april 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beperking van zijn kamerinventaris.

De beklagrechter bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 24 november 2020 het beklag ongegrond verklaard (PN 2020/104). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. A.R. Ytsma, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en […], jurist bij de instelling, gehoord op de digitale zitting van 3 maart 2021. Door de beroepscommissie is ter zitting aan […] verzocht om een afschrift van het screenshot van het geplaatste Facebookbericht te overhandigen. Op 12 maart 2021 heeft de instelling op dit verzoek gereageerd. Deze reactie is aan klager en zijn raadsman toegestuurd en zij zijn in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren, van welke gelegenheid klagers raadsman gebruik heeft gemaakt.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is het niet eens met de beslissing van de beklagrechter dat door het weghalen van een extra kast op zijn kamer niet onredelijk is gehandeld jegens hem. Klager werd ervan verdacht dat hij een verontrustend bericht op Facebook zou hebben geplaatst. De instelling weigert echter nadere informatie te verstrekken, zodat klager zich niet heeft kunnen verdedigen. Klager ontkent een bericht op Facebook te hebben geplaatst. De beklagrechter heeft daarom ten onrechte het beklag ongegrond verklaard.

Standpunt van het hoofd van de instelling

Klager heeft toestemming gekregen voor het hebben van een extra kast op zijn kamer, mits er geen ruis zou ontstaan. Vervolgens wordt melding gemaakt van een verontrustend bericht dat op Facebook is geplaatst door een account op naam van klager.

Er is in eerste instantie geen nadere informatie overgelegd om hiermee de identiteit van de melder te beschermen. Uit de na afloop van de zitting toegezonden informatie volgt dat is gebleken dat er ook geen screenshot is gemaakt van het betreffende bericht op Facebook. Het is ook niet mogelijk om via de melder alsnog een screenshot te verkrijgen. Desondanks heeft het behandelteam geen aanleiding gezien om de betrouwbaarheid van de melder in twijfel te trekken. Klager heeft een facebookaccount en hij had dit ook ten tijde van de melding. In het kader van het beschermen van de maatschappij heeft het behandelteam het noodzakelijk geacht om klagers extra hangkast op de kamer niet meer toe te staan, hetgeen ook past binnen de afdelingsregels. Klager heeft zich eerder onbetrouwbaar getoond tijdens zijn verblijf in de instelling. Door het hebben van een extra kast is de kamer minder controleerbaar, nu de kast als verstopplek kan dienen voor contrabande.

3. De beoordeling

Uit de stukken volgt dat de instelling aan klager toestemming had gegeven voor het hebben van een extra (hang)kast op zijn kamer, mits er geen ruis zou ontstaan. Nog diezelfde dag is er een melding over een verontrustend bericht op Facebook binnengekomen, dat zou zijn geplaatst door een account op naam van klager. Hierop is de extra kast van klagers kamer gehaald.

De instelling heeft in reactie op het verzoek van de beroepscommissie om een afschrift van het screenshot van het betreffende bericht op Facebook laten weten dat er geen screenshot is gemaakt van het bericht en dat het niet meer mogelijk is om via de melder alsnog een screenshot te verkrijgen.

De beroepscommissie acht het weghalen van de extra kast op klagers kamer op grond van de enkele melding van een verontrustend bericht dat door klager zou zijn geplaatst, zonder nadere informatie te verschaffen over de inhoud van het bericht onredelijk en onbillijk. Ook is het voor de beroepscommissie onvoldoende aannemelijk geworden dat het bericht door klager is geplaatst, nu klager bovendien stelt het bericht niet te hebben geplaatst en ook geen Facebookaccount te hebben. Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de beslissing van het hoofd van de instelling als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €10,.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €10,-.

 

Deze uitspraak is op 26 april 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en drs. C.D. Witsenburg, leden, bijgestaan door mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven