Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7255/GA, 31 mei 2021, beroep
Uitspraakdatum:31-05-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7255/GA

    

           

Betreft [Klager]

Datum 31 mei 2021

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft elf klachten ingediend (ZS-ZO-2020-139, ZS-ZO-2020-140, ZS-ZO-2020-171, ZS-ZO-2020-172, ZS-ZO-2020-173, ZS-ZO-2020-174, ZS-ZO-2020-175, ZS-ZO-2020-197, ZS-ZO-2020-198, ZS-ZO-2020-199 en ZS-ZO-2020-232).

De beklagcommissie bij het Justitieel Complex (JC) Zaanstad heeft op 4 mei 2020 de klachten als ingetrokken beschouwd.

Klager heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van het JC Zaanstad in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Uit de stukken blijkt dat klager op 4 mei 2020 in overleg met het afdelingshoofd elf klachten heeft ingetrokken. Als tegenprestatie daarvoor zouden de negatieve rapportages uit klagers dossier worden gehaald, zou hij worden overgeplaatst naar de Extra Zorg Voorziening-afdeling in de Penitentiaire Inrichting Leeuwarden en zou hem tot slot een tegemoetkoming van €250,- worden toegekend. Klager heeft op 15 mei 2020 de beklagcommissie te kennen gegeven van de intrekking af te zien en daarbij verzocht om de klachten weer in behandeling te nemen, omdat volgens klager de beloftes door het afdelingshoofd niet zijn nagekomen en de intrekking niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. De beklagcommissie heeft dit verzoek afgewezen.

In het geval dat sprake is van een beslissing van de beklagcommissie om een klacht als ingetrokken te beschouwen, kan de klager worden ontvangen in zijn of haar beroep. De beroepscommissie stelt de beslissing om de klacht als ingetrokken te beschouwen gelijk aan een uitspraak van de beklagcommissie, waartegen op grond van artikel 69, eerste lid, van de Penitentiaire beginselwet (Pbw) beroep openstaat. Zij zal gelet daarop het beroep inhoudelijk behandelen.

De Pbw bevat geen voorschriften voor het intrekken van klachten. Intrekking is wel mogelijk. Uit het oogpunt van een goede procesorde is dan wel vereist dat klager bewust afstand doet van de verdere behandeling van het beklag. Naar het oordeel van de beroepscommissie betekent dit, om misverstanden te voorkomen, dat de intrekking schriftelijk geschiedt (vergelijk RSJ 13 december 2016, 16/2708/GA). Een eenmaal rechtsgeldig ingetrokken beklag kan niet alsnog in behandeling worden genomen (RSJ 8 januari 2018, 17/1896/GA).

In de stukken bevindt zich een document, gedateerd van 4 mei 2020, met daarin een overzicht van welke klachten door klager worden ingetrokken. Klager heeft hiervoor getekend en dit document wordt als leidend gezien. Gelet daarop is sprake van een door klager ondertekende, schriftelijke intrekking van de hierboven genoemde elf klachten. Die intrekking heeft rechtsgeldig plaatsgevonden. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 31 mei 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven