Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8313/GB, 25 februari 2021, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/8313/GB

Betreft klager

Datum 25 februari 2021

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar een gevangenis in de buurt van Amsterdam (meer specifiek de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard of het Justitieel Complex (JC) Zaanstad).

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 8 oktober 2020 afgewezen.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman, mr. W.B.O. van Soest en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager wil graag overgeplaatst worden naar een gevangenis in de Randstad, zodat hij makkelijk bezoek kan ontvangen van zijn broers en moeder. Zijn moeder is op leeftijd en heeft veel medische klachten. Ook heeft zij geen auto en reizen met het OV is voor haar te vermoeiend. Hierdoor kan zij moeilijk bij klager op bezoek komen in de Penitentiaire Inrichting (PI) Middelburg. Daarnaast stelt klager dat de behandeling van een verzoek om gijzeling (vanuit het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)) waarschijnlijk bij de rechtbank Amsterdam behandeld zal worden, zodat hij ook om die reden graag overgeplaatst wil worden.

3. De beoordeling

De beroepscommissie constateert dat door een administratieve misslag geen inhoudelijk verweer is opgevraagd bij verweerder. Niettemin zal de beroepscommissie de beroepszaak van klager behandelen, gelet op de einddatum van klagers detentie op 28 februari 2021 en nu zij zich op basis van de door verweerder verstrekte stukken voldoende ingelicht acht.

Klager verblijft op dit moment in de gevangenis van de PI Middelburg. Hij wil graag worden overgeplaatst naar een gevangenis in de Randstad, zodat hij makkelijker bezoek van zijn familie kan ontvangen. 

Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat klager dichter bij zijn familie gedetineerd wil zijn, is onvoldoende gebleken dat het voor zijn familie niet goed mogelijk zou zijn klager te bezoeken in de PI Middelburg.

Uit het selectieadvies van de PI Middelburg van 3 september 2020 komt naar voren dat klager sinds 20 februari 2020 in de PI Middelburg verblijft en dat hij sindsdien alleen bezoek heeft ontvangen van een kennis uit Amsterdam. Uit het selectieadvies komt echter geen verdere informatie naar voren over klagers familie, behalve dat zijn vrouw en kinderen in Ghana wonen – klager heeft contact met hen via Skype – en dat hij een broer heeft die in Amsterdam woont. Door klager is ook geen nadere onderbouwing gegeven over de (medische) situatie van zijn moeder en/of andere familie. Van klager zelf is geen (Nederlands) vestigingsadres bekend.

Met betrekking tot de behandeling van het verzoek om gijzeling door het CJIB overweegt de beroepscommissie dat klager door justitie van en naar de rechtbank Amsterdam vervoerd kan worden en dat niet gebleken is dat klager om die reden – mede gelet op klagers korte strafrestant - overgeplaatst dient te worden naar een gevangenis in de buurt van Amsterdam. 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 25 februari 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven