Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5838/GA, 3 maart 2021, beroep
Uitspraakdatum:03-03-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/5838/GA

                                  

Betreft [Klager]

Datum 3 maart 2021

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen het gegeven dat klager een onderdeel van de training ‘Kies voor Verandering’ (hierna: de KVV-training) niet heeft kunnen volgen, omdat hij een disciplinaire straf uitzat, waardoor hij de gehele training op een later moment opnieuw/alsnog heeft moeten doen.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 16 januari 2020 het beklag ongegrond verklaard (PL-2019-606). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. A. Yüksel, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Lelystad (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De beslissing van de beklagcommissie is onzorgvuldig tot stand gekomen. Er is onvoldoende rekening gehouden met het belang van klager om onderwijs te kunnen volgen. Als gevolg van de disciplinaire straf, heeft klager een hele sessie van de KVV-training gemist. Hierdoor moest hij de training opnieuw volgen. Dit was pas mogelijk na vier maanden.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft niet gereageerd op het beroepschrift.

 

3. De beoordeling

Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd, en daardoor heeft hij een onderdeel van de KVV-training niet gevolgd. De directeur stelt dat gedetineerden normaal gesproken wel de KVV-training kunnen volgen, ook al zitten zij een disciplinaire straf uit. Gedetineerden moeten daar dan wel om vragen. Voor de directeur is het niet duidelijk waarom klager geen training heeft kunnen volgen.

Nu vaststaat dat gedetineerden normaliter hun trainingen wel kunnen volgen, ook als ze een disciplinaire straf uitzitten, had het naar het oordeel van de beroepscommissie ook bij klager het geval moeten zijn. De directeur heeft niet gemotiveerd kunnen aangeven waarom het voor klager niet mogelijk is geweest zijn training te volgen. De directeur heeft aangegeven dat gedetineerden wel zelf om het volgen van de training moeten vragen. Klager zelf heeft hieromtrent aangevoerd – in zijn klaagschrift bij de beklagcommissie – dat hij in zijn cel via de intercom heeft aangegeven dat hij die betreffende dag KVV-training had. De directeur heeft daartegenover enkel gesteld dat hij niet weet waar het is misgegaan.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen voor zover in beroep aan de orde en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van €10,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €10,-.

 

 

Deze uitspraak is op 3 maart 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. D.R. Sonneveldt, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven