Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5277/GA, 28 december 2020, beroep
Uitspraakdatum:28-12-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/5277/GA

Betreft [Klager]

Datum 28 december 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het smerig achterlaten van klagers cel, het leeggooien van een asbak op zijn kleding en beddengoed en het op de grond gooien van schone kleding door de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid tijdens een spitactie.

De alleensprekende beklagrechter bij het Justitieel Complex (JC) Zaanstad heeft op 11 november 2019 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,- (ZS-JG-2018-117). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. C.A. Bouw, heeft namens klager beroep ingesteld tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van het JC Zaanstad (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Ten aanzien van het verzoek om aanhouding van behandeling van het beroep om de directeur te verzoeken de gemaakte foto’s te verstrekken, merkt de beroepscommissie op dat de raadsvrouw in een eerder stadium bij de directeur om die foto’s had kunnen vragen. Nu niet is gebleken dat zij dat heeft gedaan en de beroepscommissie zelf geen noodzaak ziet tot het bekijken van foto’s, ziet de beroepscommissie geen aanleiding de behandeling van het beroep thans aan te houden.   

De beroepscommissie stelt voorop dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. Als sprake is van schade en deze schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. Klager heeft niet aangetoond welk type/model joggingspak zou zijn beschadigd. Aankoopbonnen en/of afschriften van een bankrekening met betrekking tot dit kledingstuk zijn niet overgelegd. Ook heeft klager geen gegevens verstrekt over de ouderdom van het joggingspak. De hoogte van de door klager geleden schade kan hierdoor niet op eenvoudige wijze worden vastgesteld en schadevergoedingsaspecten kunnen in dit geval niet betrokken worden bij de hoogte van de tegemoetkoming. Voor het verkrijgen van een schadevergoeding staan voor klager andere wegen open. De beroepscommissie kan zich derhalve verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde, met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op datum gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

secretaris         voorzitter

Naar boven