Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1192/GA, 7 september 2005, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1192/GA

betreft: [klager] datum: 7 september 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 mei 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet mogen invoeren van een Playstation 2 (PS2).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep - voorzover hier van belang - als volgt toegelicht.
Nu een PS2 niet in de huisregels is vermeld, mag een dergelijke spelcomputer volgens klager worden ingevoerd. Klager vindt verder dat de beklagcommissie langer heeft gedaan over de behandeling van zijn klacht dan wettelijk is toegestaan. Ook is geen
melding gedaan van het feit dat de beklagcommissie de haar gegeven termijn zou overschrijden. Verder is uitspraak gedaan door een alleensprekende beklagrechter en niet door een beklagcommissie, hetgeen wel is voorgeschreven.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt toegelicht.
De alleensprekende beklagrechter heeft terecht verwezen naar het veiligheidsrisico dat een PS2 met zich brengt. De directeur verwijst nog naar een uitspraak van de beroepscommissie van 25 oktober 2004 met nummer 04/2140/GA.

3. De beoordeling
Klager beklaagt zich in zijn beroepschrift over de omstandigheid dat de beklagrechter niet binnen de in artikel 67, eerste lid, Pbw voorgeschreven termijn heeft beslist op het beklag en dat hij niet is ge?nformeerd over een verlenging van die termijn.
De beroepscommissie overweegt dat de wet weliswaar termijnen voorschrijft waarbinnen de beklagcommissie op het beklag dient te hebben beslist, maar dat aan niet-nakoming van die termijn geen gevolgen worden verbonden. Ingevolge artikel 62, tweede lid,
Pbw kan de voorzitter dan wel een door hem aangewezen lid van de beklagcommissie, indien hij het beklag van eenvoudige aard, dan wel kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht, het klaagschrift enkelvoudig afdoen, met
dien verstande dat hij tevens de bevoegdheden bezit die aan de voorzitter van de voltallige beklagcommissie toekomen.

Volgens de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen (Regeling van 24 juli 1998, nr. 705050/98/DJI) is het gedetineerden niet toegestaan film- en videoapparatuur onder hun berusting te houden. De PS2 kan, nu vaststaat dat het mogelijk is
daar
films op DVD mee af te spelen, worden aangemerkt als film- en videoapparatuur. Het verbod tot invoer is daarmee gegeven. Een klacht over de toepassing van een algemene regel zal in beginsel niet-ontvankelijk zijn. Bijzondere omstandigheden die tot een
andere beslissing op het beklag zouden moeten leiden, zijn niet aannemelijk geworden. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.
De omstandigheid dat in de inrichting - door een misverstand - enkele gedetineerden vooralsnog - in strijd met de hiervoor genoemde Regeling - wel de beschikking hebben over een PS2, maakt dit oordeel niet anders.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 september 2005

secretaris voorzitter

Naar boven