Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0810/SGA, 20 april 2005, schorsing
Uitspraakdatum:20-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/810/SGA

Betreft: [klager] datum: 20 april 2005

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Ooyerhoek te Zutphen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie, inhoudende de inkorting van het dagprogramma op 14 mei 2005,waardoor het totale dagprogramma in week 19 van 2005 minder uren zal omvatten dan het wettelijk voorgeschreven minimum van 59 uren.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het klaagschrift d.d. 15 april 2005 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 20 april 2005.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat de directeur voornemens is om – op verzoek van de minister van justitie – op 15 mei 2005 de inrichting mee te laten doen aan een zogenaamde “open dag”. Dat gebeurt tijdens de tijd die voor klagergereserveerd is als dagprogramma. Hierdoor dreigt het totaal aantal uren dagprogramma in die week onder het wettelijk minimum van 59 uren per week te komen. Door de in de inrichting verblijvende gedetineerden, die allen de klacht enhet schorsingverzoek ondersteunen, is er voor gekozen om slechts één klaag- en één verzoekschrift in te dienen. Zulks om een en ander overzichtelijk te houden.

Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Op 14 mei aanstaande wordt een landelijke open dag gehouden in de penitentiaire inrichtingen. Doel van die dag is om openheid en bekendheid te geven aanhet reilen en zeilen binnen de diverse inrichtingen. Het publiek wordt die dag in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van het leven in een inrichting en de dagindeling van een gedetineerde. De penitentiaire inrichtingen (p.i.)Achterhoek, waarvan de locatie Ooyerhoek deel uitmaakt, neemt aan die open dagen deel. Mede uit het grote aantal aanmeldingen blijkt dat het publiek grote interesse heeft voor deze open dag. Een en ander heeft consequenties voor degedetineerden. Zo zal het dagprogramma aangepast moeten worden. De p.i. Achterhoek heeft er voor gekozen om alle gedetineerden voor het door hen te ondervinden ongemak te compenseren met een telefoonkaart van € 5,- en een extraversnapering. Overigens worden hun rechten op verzorging en luchten niet aangetast.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan wordenonderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is omthans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

Het verzoek is gericht tegen een inkorting van het in de locatie Achterhoek geldende dagprogramma in week 19 van 2005. De minimumduur van het dagprogramma is vastgelegd in artikel 3 van de Penitentiaire maatregel (Pm), welk artikel voorzover hier van belang – luidt:
“(...)
–2. In het regime van algehele gemeenschap, bedoeld in artikel 20 van de wet, duurt het dagprogramma minimaal 59 uren per week en worden daarin tussen 18 uren en 63 uren per week aan activiteiten en bezoek geboden.
(...)”
Door verzoeker is gesteld dat het dagprogramma in week 19 van 2005 minder uren zal bedragen dan het hiervoor vermelde wettelijk voorgeschreven minimum. Deze stelling is door de directeur niet weersproken.

Hetgeen hiervoor is overwogen, maakt dat de bestreden beslissing van de directeur – voor zover deze tot gevolg heeft dat het dagprogramma in week 19 van 2005 minder uren zal bedragen dan het wettelijk vastgelegde minimum – naar hetvoorlopig oordeel van de voorzitter is genomen in strijd met de wet. De omstandigheid dat de directeur voor de voorgenomen inkorting van het dagprogramma een tegemoetkoming wil geven aan de getroffen gedetineerden maakt dit oordeelniet anders. Gelet daarop zijn er termen aanwezig voor een (gedeeltelijke) schorsing van de tenuitvoerlegging van die bestreden beslissing.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de bestreden beslissing van de directeur, voorzover deze inhoudt dat in week 19 van 2005 een dagprogramma van minder dan 59 uren zal worden aangeboden.

Aldus gedaan door mr. D.J. Dee, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven