Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2316/GB, 18 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2316/GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 september 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor jong volwassenen (jovo-h.v.b.) Scheveningen te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 augustus 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Scheveningen te Den Haag.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager kan het niet goed met leeftijdsgenoten vinden. Hij gaat doorgaans alleen met volwassenen om. Dat het kan botsen met leeftijdsgenoten blijkt wel uit het feit dat hij al een paar keer ruzie heeft gehad in de inrichting. Klagerheeft vernomen dat men binnenkort voornemens is twee mensen op één cel te plaatsen. Dat is, gezien de slaapproblemen die hij al heeft, geen optie voor klager. Hij heeft het nodig dat hij zich af en toe kan terugtrekken zonder iemandom hem heen. Een plaatsing in een jovo-inrichting is derhalve niet in klagers belang. Het gaat nu goed met klager, hij heeft geen last met bewakers of gedetineerden en heeft geen rapport gekregen en dat wil hij graag zo houden.Klager zit voor een geweldsdelict. Bij veel stress ontstaat het risico dat hij ontploft. Klager heeft dat tot nu toe redelijk goed weten te voorkomen en wil dat graag zo houden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op basis van een eerste indicatiestelling geselecteerd voor het jovo-h.v.b. te Den Haag. Klager heeft in bezwaar aangegeven bezig te zijn met onderwijs en dat op een andere vleugel te willen vervolgen. Klager kan op devleugel waar hij nu verblijft het examen zonder problemen afronden en vervolgens op de jovo-afdeling andere studies volgen. Juist de jovo-afdeling biedt goede studiemogelijkheden. Klager kan daar zelfs halve dagdelen met studiebezig zijn. De in beroep door klager aangevoerde argumenten dienen niet tot een andere beslissing te leiden. Ook op de andere vleugels zal het beleid twee op één cel worden ingevoerd. Klager heeft zich onvoldoende laten informerenover de mogelijkheden van het jovo-regime en is daarmee te vaag in zijn bezwaar. Er zijn dan ook geen duidelijke gronden die een plaatsing van klager op de jovo-afdeling in de weg staan.

4. De beoordeling
4.1. Ingevolge artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst dieouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, DienstJustitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbijkomt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichtingvoor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16, aanhef en onder b, van voornoemde Regeling qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst.Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij een tekortkoming heeft op onderdeel B opleiding/cursus en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.

4.3. Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager over zijn omgang met leeftijdsgenoten en een mogelijke plaatsing in een meermanscel in het jovo-h.v.b. heeft aangevoerd, is, mede gelet op de inlichtingen vande selectiefunctionaris op dit punt, onvoldoende zwaarwegend en kan niet tot een ander oordeel leiden. Bovendien is het jovo-regime bij uitstek geschikt om te leren met leeftijdsgenoten om te gaan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 18 november 2004

secretaris voorzitter

Naar boven