Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2638/TA, 23 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:23-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2638/TA

betreft: [klager] datum: 23 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 17 november 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 7 november 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij Flevo Future locatie Amsterdam te Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 januari 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichtingmevrouw [...], jurist bij de inrichting. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing tot het insluiten van klager in de eigen verblijfsruimte wegens het niet deelnemen aan de fitness (klachtnummer 03/165).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager had wel ontvangen moeten worden in zijn klachten inzake de beslissing tot insluiting van klager wegens het niet deelnemen aan de fitness, omdat mogelijk een inbreuk is gemaakt op klagers recht op verblijf onder medepatiëntenzoals bedoeld in artikel 31 Bvt. De beslissing is voorts onredelijk en onbillijk. Klager heeft al heel lang medische beperkingen, die bekend zijn in de inrichting. Klager is vanwege rug- en beenklachten niet in staat om deel tenemen aan de fitness. Hij heeft sinds langere tijd al een speciaal herniamatras en krijgt medicijnen. Klager heeft meerdere gesprekken gehad met behandelaars en de medische dienst. Klager heeft in verband met zijngezondheidsklachten in de Wao gezeten en een uitkering ontvangen. Hij heeft een afspraak met de psycholoog en zijn behandelaars dat hij geen fitness kan doen. Dit hoort te zijn opgenomen in zijn behandelingsplan. Ondanks dezeafspraak blijft hij echter ingeroosterd worden voor de fitness. Fitness vindt een keer per week gedurende anderhalf uur plaats. Als er “nuts” is, neemt hij daaraan deel in plaats van aan fitness. Als er geen “nuts” is, wordt hijechter op zijn kamer ingesloten. Op zich komt hij aan de vier uur die hij volgens de wet tenminste op de afdeling mag verblijven, maar toch komt het voor dat hij op een ochtend verscheidene keren voor maar steeds korte tijd wordtuit- en ingesloten. Klager begrijpt dat niet, te meer daar hij op een individuele zorgafdeling verblijft.
De medische dienst heeft wel aangegeven dat klager een herniamatras nodig heeft en verstrekt hem medicijnen voor zijn rugklachten, maar geeft geen medische indicatie af voor het niet deelnemen van klager aan de fitness. Deinrichting heeft via de inspecteur voor de volksgezondheid zijn schriftelijke toestemming om zijn medische gegevens op te vragen. Hij verblijft zo’n twee jaar in de inrichting. De inrichting dient een zorgplan op te stellen, dat erechter tot op heden niet is.
Hij wordt als het ware dubbel bestraft, daar hij wordt geacht naar de fitness te gaan hoewel hij daartoe niet in staat is en hij bovendien wordt ingesloten op zijn kamer.
Klagers klacht dient alsnog gegrond te worden verklaard en er dient een passende tegemoetkoming te worden toegekend.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is op zijn kamer ingesloten voor de duur van de fitness volgens de regel op de afdeling dat men bij het niet gaan naar een activiteit waarvoor men is ingeroosterd voor de duur van die activiteit op de eigen kamer wordtingesloten. Dit is geen afzondering in de zin van artikel 34 Bvt en duurt hooguit anderhalf uur. Hetgeen klager meldt ten aanzien van de korte perioden van in- en uitsluiten in de ochtend komt niet bekend voor. Verpleegden wordenjuist zoveel mogelijk uitgesloten. Verpleegden worden iedere ochtend om 7.15 uur uitgesloten voor koffie en ontbijt, waarna om 8.30 uur het dagprogramma start. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden volgt insluiting bij hetniet deelnemen aan het programma. Momenteel kan klager alleen naar de “nuts” als er plek is, anders wordt hij ingesloten. Afgelopen maandag is afgesproken dat klager extra “nuts” momenten kan krijgen in plaats van fitness, indienhij daarom verzoekt.
Het is niet gebruikelijk dat de medische dienst uit eigen beweging een medische indicatie afgeeft. Klager dient daarom te verzoeken. Het is niet voor te stellen dat de medische dienst weigert een medische indicatie af te geven alsdeze er wel is. Bij de opstelling van het verplegings- en behandelingsplan na de introductieperiode worden alle disciplines betrokken. Als de medische dienst daarbij aanwezig is en er ten aanzien van een verpleegde sprake is vanzorgwekkende problemen, kan de medische dienst melden dat de verpleegde bepaalde dingen niet kan. Verder heeft klager elke twee weken een afspraak met de medische dienst. Mocht daar iets ergs uit naar voren komen, dan zal dat zekeraan het multi-disciplinaire team worden meegedeeld.
Naar aanleiding van een klacht bij de inspecteur voor de volksgezondheid heeft klager de inrichting toestemming gegeven om medische gegevens aan derden te verstrekken De inrichting verstrekt klagers medische gegevens alleen aan dieinspecteur.
Als de medische dienst een medische indicatie voor niet deelname van klager aan de fitness afgeeft, dan wordt getracht vervangende activiteiten te vinden voor de fitness.
Het is niet bekend waarom de inrichting zelf niet bij de medische dienst heeft nagevraagd of er een medische indicatie is klager niet te laten deelnemen aan de fitness. Wel wordt rekening gehouden met klagers fysieke omstandigheden,gelet op het aanbieden van de “nuts”. Het is juist dat de fitness nog op klagers programma staat. Klager werd bij niet deelname ingesloten, maar nu niet meer.

3. De beoordeling
Vast staat dat klager volgens de op de afdeling geldende regel is ingesloten in zijn eigen verblijfsruimte voor de duur van de activiteit fitness wegens het niet deelnemen aan die activiteit waarvoor klager wel was ingeroosterd.
Een dergelijke insluiting is geen afzondering in de zin van artikel 34 Bvt, dat volgens de definitie in artikel 1, aanhef en onder z, Bvt is gedefinieerd als insluiting van een verpleegde in afwijking van in de inrichting geldenderegels.

Een beweerde schending van de bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 31 Bvt is volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie beklagwaardig.

Gelet op het vorenoverwogene had klager in zijn beklag moeten worden ontvangen.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting staat vast dat vanwege het ontbreken van een medische verklaring van de medische dienst terzake er vooralsnog geen contra-indicatie is vastgesteld voor deelname van klager aande fitness. Voorts is aan klager de alternatieve activiteit “nuts” aangeboden.
Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de bestreden insluiting van klager op de eigen verblijfsruimte een inbreuk vormt op een klager toekomend recht, te meer daar - naar ook klager ter zitting heeft verklaard -hij toekomt aan het in artikel 31 Bvt neergelegde recht op het in totaal tenminste vier uur per dag samen doorbrengen met een of meer medeverpleegden.
De bestreden beslissing tot het insluiten van klager in de eigen verblijfsruimte is derhalve niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin onredelijk of onbillijk worden geacht.

Ten overvloede wordt het volgende overwogen.
Gelet op de omstandigheden dat klager in de inrichting bekend is met rugklachten en dat klager uitdrukkelijk zijn geschiktheid voor deelname aan de fitness bestrijdt, had de inrichting bij het kennelijk uitblijven van een medischeverklaring terzake van de medische dienst ook zelf duidelijkheid kunnen krijgen door zelf bij de medische dienst navraag te doen naar klagers geschiktheid voor deelname aan de fitness.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr.drs. F.A.M. Bakker en mr.drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 23 februari 2004

secretaris voorzitter

nummer: 03/2638/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 15 januari 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker
leden: mr.drs. F.A.M. Bakker en mr.drs. T.A.M. Louwe
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E.W. Bevaart.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, namens het hoofd van Flevo Future locatie Amsterdam, mevrouw [...], jurist bij de inrichting.

Namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager had wel ontvangen moeten worden in zijn klacht inzake de beslissing tot insluiting van klager wegens het niet deelnemen aan de fitness, omdat mogelijk een inbreuk is gemaakt op klagers recht op verblijf onder medepatiëntenzoals bedoeld in artikel 31 Bvt. De beslissing is voorts onredelijk en onbillijk. Klager heeft al heel lang medische beperkingen, die bekend zijn in de inrichting. Hij wordt als het ware dubbel bestraft, daar hij wordt geacht naarde fitness te gaan hoewel hij daartoe niet in staat is en hij bovendien wordt ingesloten op zijn kamer.
Klagers klacht dient derhalve alsnog gegrond te worden verklaard en er dient een passende tegemoetkoming te worden toegekend.

Door klager is daaraan - zakelijk weergegeven - het volgende toegevoegd.
Klager is vanwege rug- en beenklachten niet in staat om deel te nemen aan de fitness. Hij heeft sinds langere tijd al een speciaal herniamatras en krijgt medicijnen. Klager heeft meerdere gesprekken gehad met behandelaars en demedische dienst. Klager heeft in verband met zijn gezondheidsklachten in de Wao gezeten en een uitkering ontvangen. Hij heeft een afspraak met de psycholoog en zijn behandelaars dat hij geen fitness kan doen. Dit hoort te zijnopgenomen in zijn behandelingsplan. Ondanks deze afspraak blijft hij echter ingeroosterd worden voor de fitness. Fitness vindt een keer per week gedurende anderhalf uur plaats. Als er “nuts” is, neemt hij daaraan deel in plaats vanaan fitness. Als er geen “nuts” is, wordt hij echter op zijn kamer ingesloten. Op zich komt hij aan de vier uur die hij volgens de wet tenminste op de afdeling mag verblijven, maar toch komt het voor dat hij op een ochtendverscheidene keren voor maar steeds korte tijd wordt uit- en ingesloten. Klager begrijpt dat niet, te meer daar hij op een individuele zorgafdeling verblijft.
De medische dienst heeft wel aangegeven dat klager een herniamatras nodig heeft en verstrekt hem medicijnen voor zijn rugklachten, maar geeft geen medische indicatie af voor het niet deelnemen van klager aan de fitness. Deinrichting heeft via de inspecteur voor de volksgezondheid zijn schriftelijke toestemming om zijn medische gegevens op te vragen. Hij verblijft zo’n twee jaar in de inrichting. De inrichting dient een zorgplan op te stellen, dat erechter tot op heden niet is.
Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Klager is op zijn kamer ingesloten voor de duur van de fitness volgens de regel op de afdeling dat men bij het niet gaan naar een activiteit waarvoor men is ingeroosterd voor de duur van die activiteit op de eigen kamer wordtingesloten. Dit is geen afzondering in de zin van artikel 34 Bvt en duurt hooguit anderhalf uur. Hetgeen klager meldt ten aanzien van de korte perioden van in- en uitsluiten in de ochtend komt niet bekend voor. Verpleegden wordenjuist zoveel mogelijk uitgesloten. Verpleegden worden iedere ochtend om 7.15 uur uitgesloten voor koffie en ontbijt, waarna om 8.30 uur het dagprogramma start. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden volgt insluiting bij hetniet deelnemen aan het programma. Momenteel kan klager alleen naar de “nuts” als er plek is, anders wordt hij ingesloten. Afgelopen maandag is afgesproken dat klager extra “nuts” momenten kan krijgen in plaats van fitness, indienhij daarom verzoekt.
Het is niet gebruikelijk dat de medische dienst uit eigen beweging een medische indicatie afgeeft. Klager dient daarom te verzoeken. Het is niet voor te stellen dat de medische dienst weigert een medische indicatie af te geven alsdeze er wel is. Bij de opstelling van het verplegings- en behandelingsplan na de introductieperiode worden alle disciplines betrokken. Als de medische dienst daarbij aanwezig is en er ten aanzien van een verpleegde sprake is vanzorgwekkende problemen, kan de medische dienst melden dat de verpleegde bepaalde dingen niet kan. Verder heeft klager elke twee weken een afspraak met de medische dienst. Mocht daar iets ergs uit naar voren komen, dan zal dat zekeraan het multi-disciplinaire team worden meegedeeld.
Naar aanleiding van een klacht bij de inspecteur voor de volksgezondheid heeft klager de inrichting toestemming gegeven om medische gegevens aan derden te verstrekken De inrichting verstrekt klagers medische gegevens alleen aan dieinspecteur.
Als de medische dienst een medische indicatie voor niet deelname van klager aan de fitness afgeeft, dan wordt getracht vervangende activiteiten te vinden voor de fitness.
Het is niet bekend waarom de inrichting zelf niet bij de medische dienst heeft nagevraagd of er een medische indicatie is klager niet te laten deelnemen aan de fitness. Wel wordt rekening gehouden met klagers fysieke omstandigheden,gelet op het aanbieden van de “nuts”. Het is juist dat de fitness nog op klagers programma staat. Klager werd bij niet deelname ingesloten, maar nu niet meer.

secretaris voorzitter

Naar boven