Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-292, 8 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-292

Betreft: [klager] datum: 8 augustus 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [klager], verder te noemen klager, gericht tegen een op 5 maart 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 16 januari 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Zwaag. Op 25 april 2018 is klager geplaatst in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad en op 7 mei 2018 is hij geplaatst in het PPC van het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te Balkbrug.

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager verbleef eerder in de p.i. Leeuwarden, waar hij kon skypen. Vanwege bedreigingen door medegedetineerden is hij overgeplaatst naar de p.i. Zwaag. Klager heeft slechts eenmaal bezoek ontvangen van een vriend en wil daarom graag weer naar een inrichting waar gebruikgemaakt kan worden van Skype. Dit zou “binnenkort” ook in de p.i. Zwaag kunnen, maar onduidelijk is wanneer. Gelet op klagers lange strafrestant (zijn einddatum is bepaald op 19 februari 2025), is contact met zijn familie erg belangrijk.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Nu klager in het PPC van (het JC Zaanstad en vervolgens in het PPC van) het CTP Veldzicht is geplaatst, is het belang bij het beroep komen te ontvallen. Klager dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in het beroep.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft verzocht tot overplaatsing naar c.q. plaatsing in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Dit is, ook nu klager in het PPC van het CTP Veldzicht verblijft, in beginsel nog mogelijk. Klager kan dus worden ontvangen in het beroep.

4.2.      Klager wil(de) naar de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel, omdat hij daar via Skype contact zou kunnen onderhouden met zijn familie. Uit het selectieadvies blijkt dat klager in de p.i. Zwaag slechts eenmaal bezoek heeft ontvangen. Het multidisciplinair overleg (mdo) en de directeur van de p.i. Zwaag adviseerden daarom positief ten aanzien van klagers verzoek. Gelet hierop was er, naar het oordeel van de beroepscommissie, aanleiding tot toewijzing van klagers verzoek.

4.3.      De selectiefunctionaris heeft het verzoek evenwel afgewezen, omdat contact via Skype “binnenkort” (d.d. 22 februari 2018) in elke inrichting mogelijk gemaakt zou worden. Klagers overplaatsing zou daarom onnodig zijn. De beroepscommissie acht deze conclusie onredelijk en onbillijk, nu over de termijn waarop Skype mogelijk zou worden in de p.i. Zwaag kennelijk niets bekend was. Overigens is niet gebleken van enig belang dat zich verzette tegen klagers overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel. Het beroep zal dus gegrond worden verklaard.

4.4.      Klager verblijft thans in het PPC van het CTP Veldzicht. Er is sprake van een indicatiestelling. Het komt de beroepscommissie daarom niet geraden voor de selectiefunctionaris op te dragen een nieuwe beslissing te nemen. Zij zal klager een tegemoetkoming toekennen voor de periode dat hij ten onrechte in de gevangenis van de p.i. Zwaag in plaats van in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft verbleven: vanaf de datum van de bestreden beslissing, 5 maart 2018, tot aan zijn overplaatsing op 25 april 2018. De hoogte daarvan zal zij bepalen op € 40,=.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 40,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 8 augustus 2018.

secretaris         voorzitter

Naar boven