Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel proeftuin kortdurende zorg BR-REG-21138
Geldigheid:01-01-2021 t/m 31-12-2024Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Onder verwijzing naar artikel 58 van de Wmg, is in de voorliggende beleidsregel een experiment opgenomen. De daartoe vereiste aanwijzingen van 3 juli 2019 met kenmerk 1549124-192760-PZO en van 29 juni 2020, met kenmerk 1708250-207156-PZO, bedoeld in artikel 59, aanhef en onder f, van de Wmg, is door de minister van VWS aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 2019, 38177.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

 

Proeftuin:

Het in deze beleidsregel bedoelde experiment proeftuin kortdurende zorg voor specifieke patiëntgroepen. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen op basis van dit experiment, van de reguliere prestaties en tarieven afwijken.

 

Proeftuinpartijen:

Zorgaanbieder(s) en zorgverzekeraar(s) die samen een proeftuin starten.

 

Eerstelijnsverblijf (elv):

Zorg als bedoeld in artikel 2.12 van het Besluit Zorgverzekering, voor zover het gaat om verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg zoals huisartsen die plegen te bieden, al dan niet gepaard gaande met verpleging, verzorging of paramedische zorg, alsmede psychologische zorg binnen elv.

 

Psychologische zorg binnen elv:

Zorg verleend door gedragsdeskundigen aan patiënten tijdens het eerstelijnsverblijf, passende bij de elv-indicatie, op verzoek van de huisarts of specialist ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten. Deze zorg valt onder de Zvw-prestatie ‘zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden’, en wordt geleverd aan patiënten met (een vermoeden van) gedragsmatige en/of cognitieve problematiek, en niet zijnde (specialistische) geneeskundige geestelijke gezondheidszorg. De zorgverlener moet bevoegd en bekwaam zijn om de zorg voor patiënten met gedragsmatige en/of cognitieve problematiek te leveren.

 

Geriatrische revalidatiezorg (grz):

Geriatrische revalidatiezorg zoals omschreven in artikel 2.5c van het Besluit Zorgverzekering.

 

Geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (gzsp):

Generalistische geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen in de eerste lijn bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Artikel 2 Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is zorgaanbieders en zorgverzekeraars de mogelijkheid bieden een experiment aan te gaan waarbij kan worden afgeweken van de reguliere bekostiging van eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

Artikel 3 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen zoals omschreven in artikel 1 van deze beleidsregel.

Artikel 4 Prestatie en tarief proeftuin kortdurende zorg

1. Prestatie Proeftuin kortdurende zorg

Prestatie waarbinnen kan worden geëxperimenteerd met de bekostiging van zorg binnen elv, grz en gzsp zoals beschreven in artikel 1 van deze beleidsregel, voor zover het gaat om individueel toewijsbare zorg.

De prestatie komt in plaats van de reguliere prestaties elv, grz en gzsp. Voor de zorg die valt onder de proeftuin kortdurende zorg, kunnen geen andere prestaties uit de beleidsregels elv, grz en gzsp in rekening worden gebracht.

 

2. Voor de prestatie geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, lid 1, sub a van de Wmg.

 

3. De prestatie kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een schriftelijke overeenkomst is gesloten tussen de zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de patiënt. In de overeenkomst zijn de inhoud van de te leveren zorg, de declaratie-eenheid en de hoogte van het in rekening te brengen tarief vastgelegd.

 

4. Proeftuinpartijen dienen voor de start van de proeftuin een formulier in bij de NZa. Dit formulier is opgenomen in bijlage 1.

 

5. Een proeftuin omvat minimaal twee van de betrokken zorgvormen eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

 

6. Voor de prestatie is het bepaalde in artikel 35 Wmg, eerste lid, onder c en d, niet van toepassing.

Artikel 5 Start, duur en einde van de proeftuin

1. De proeftuin kan vanaf 1 januari 2020 starten.

2. De proeftuin eindigt wanneer een nieuwe gezamenlijke bekostiging voor wordt ingevoerd of wanneer de NZa uitvoering van een experiment niet meer verantwoord acht. Als partijen bij het experiment een eerdere einddatum overeenkomen, eindigt hun experiment op die overeengekomen datum.

3.  Conform artikel 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg eindigt elk experiment vijf jaar na aanvang. Dit betekent dat deze beleidsregel met ingang van 1 januari 2025 vervalt.

Artikel 6 Evaluatie van het experiment

De NZa evalueert de proeftuin kortdurende zorg conform artikel 58 Wmg. In het kader hiervan zal de NZa bij zorgverzekeraars en/of zorgaanbieders informatie uitvragen over de proeftuin.

Artikel 7 Intrekken oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel proeftuin kortdurende zorg, met kenmerk BR/REG-20138, ingetrokken.

Artikel 8 Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel proeftuin kortdurende zorg, met kenmerk BR/REG-20138, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en vervalt met ingang van 1 januari 2025. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel proeftuin kortdurende zorg.

Toelichting

Algemeen

De proeftuin biedt ruimte voor vernieuwing in het eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen. Het doel van deze beleidsregel is zorgaanbieders en zorgverzekeraars de mogelijkheid bieden een experiment aan te gaan waarbij kan worden afgeweken van de reguliere bekostiging van eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen. Daarnaast biedt de proeftuin input voor het ontwikkelen van een nieuw bekostigingssysteem die er voor zorgt dat de juiste zorg op de juiste plek geleverd wordt en op een duidelijke, passende wijze gefinancierd wordt.

Om gebruik te maken van de ruimte die de proeftuin biedt, moeten zorgaanbieder en zorgverzekeraar hierover onderling eerst een overeenkomst sluiten. Binnen de kaders die de regelgeving voor de proeftuin stelt, spreken de zorgaanbieder en zorgverzekeraar in deze overeenkomst af hoe de prestatie onder het experiment precies wordt vormgegeven, welke zorgvormen eronder vallen, en welk tarief hierbij wordt gehanteerd. Voor het melden van een proeftuin zal de NZa een invulformat beschikbaar stellen.

Wanneer de overeenkomst is gesloten en aan alle eisen is voldaan die zijn gesteld voor deelname aan het experiment, kan de zorgaanbieder de geleverde zorg in rekening brengen door de prestatie proeftuin kortdurende zorg experiment te declareren tegen het overeengekomen tarief.

Vooralsnog wordt geen registratieverplichting in de beleidsregel opgenomen. In een werkgroep met Actiz, Verenso, NIP en ZN zal een registratieset bepaald worden. In de opvolgende beleidsregel kan deze registratieset worden opgenomen als een registratieverplichting.

Er kan in de proeftuin naast combinaties van eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen ook zorg uit andere zorgsoorten zoals bijvoorbeeld de Wmo en Wlz worden opgenomen. Deze zorgsoorten kunnen echter niet vanuit de proeftuin bekostigd worden.

De NZa zal na afloop van de proeftuin de Minister middels een evaluatie informeren over de resultaten van de proeftuin. De NZa zal hiervoor deelnemende partijen van de proeftuinen betrekken.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 4

Er wordt een algemene prestatie- en tariefbeschikking opgesteld. Deelnemers aan het experiment hoeven dus geen individuele tarief- en prestatiebeschikking aan te vragen bij de NZa.

Partijen hebben een grote mate van vrijheid om hun proeftuin vorm te geven zoals zij willen. Zo kunnen zij de patiëntgroep/patiëntgroepen die onder het experiment valt/vallen, zelf bepalen. De overeengekomen prestatie kan bijvoorbeeld gelden voor alle combinaties van zorg uit eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, aan patiënten van de zorgaanbieder die verzekerd zijn bij de zorgverzekeraar waarmee de experimenteerovereenkomst is gesloten, maar er kunnen ook bepaalde patiëntgroepen buiten het experiment worden gehouden.

In de sfeer van de tarieven kan bijvoorbeeld één tarief overeen worden gekomen. Maar er kunnen ook meerdere tarieven worden overeengekomen met bijvoorbeeld een onderscheid naar zorgzwaarte. 

Overigens is de te declareren eenheid vrij. Dat wil zeggen dat partijen zelf kunnen bepalen of de eenheid van de prestatie per uur, per dag, per week, per maand of nog anders is. Voorwaarde hierbij is dat de prestatie per patiënt declarabel is.

Dubbele bekostiging van dezelfde zorg voor dezelfde patiënt mag niet. Dit betekent dat de zorg die gedeclareerd wordt met de prestatie proeftuin kortdurende zorg, niet ook met een andere prestatie zoals opgenomen in de Beleidsregel eerstelijnsverblijf, Beleidsregel prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg en Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen mag worden gedeclareerd.

 

Artikel 5

De bekostiging voor eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen wordt doorontwikkeld. Hierbij wordt onderzocht of het mogelijk is tot één bekostiging te komen voor eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen. Wanneer deze nieuwe bekostiging wordt ingevoerd eindigt het experiment.

Wanneer één van de experimenteerpartijen er voor kiest het experiment vroegtijdig te beëindigen, wordt teruggevallen op de reguliere bekostiging voor de zorgvormen eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

Naar boven