Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3457/SGB, 22 april 2020, schorsing
Uitspraakdatum:22-04-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          S-20/3457/SGB

    

           

Betreft [verzoeker]

Datum 22 april 2020

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Verzoeker heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein, van een PI in Zuid-Holland of van een PI in Noord-Holland.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 30 maart 2020 afgewezen.

Verzoekers raadsman, mr. W.B.O. van Soest, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van verweerder op het schorsingsverzoek en van het beroepschrift (R-20/6580/GB).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van verweerder slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht.

Verzoeker heeft geen belang bij een toewijzing van het verzoek, omdat dat niet kan leiden tot het beoogde resultaat. Daarvoor zou een nieuwe beslissing genomen moeten worden en de voorzitter is niet bevoegd om verweerder op te dragen een nieuwe beslissing te nemen of om te bepalen dat deze uitspraak daarvoor in de plaats treedt (zoals bedoeld in artikel 68, derde lid, onder a. en b., in verbinding met artikel 73, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet). Nu verzoeker geen belang heeft bij een toewijzing, zal de voorzitter het verzoek afwijzen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

 

Deze uitspraak is op 22 april 2020 gegeven door mr. M. Keppels, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven