Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratiebesluit Stichting Dimence – Vechtdal Kliniek B.V.
Ondertekeningsdatum:23-10-2019Publicatiedatum:13-12-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

1. verzoek ontvangen in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), tot het verlenen van ontheffing van het verbod om een concentratie tot stand te brengen. In dit verzoek is medegedeeld dat Stichting Dimence voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen over een aantal activiteiten van Vechtdal Kliniek B.V. in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (Mw).

Op 23 oktober 2019 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een

Partijen

 

2. Stichting Dimence (hierna: Dimence) biedt gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg aan, waaronder spoedeisende psychiatrie, internethulpverlening en ambulante en klinische zorg aan patiënten ouder dan 18 jaar in Overijssel.

 

3. Vechtdal Kliniek B.V. (hierna: Vechtdal Kliniek) biedt ambulante geestelijke gezondheidszorg aan in Hardenberg. Vechtdal Kliniek verkeert in staat van faillissement.

 

Het voornemen

 

4. Het voornemen betreft de overname van een aantal cliënten van Vechtdal Kliniek door Dimence (hierna te noemen: activiteiten Vechtdal Kliniek). Het voornemen blijkt uit een bij de aanvraag overgelegde brief aan patiënten van de curator van 17 oktober 2019 en bij de aanvraag overgelegde mailwisselingen over overheveling van het zorgbudget tussen de grootste zorgverzekeraars en Dimence.

 

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

 

5. Betrokken organisaties zijn Dimence en de activiteiten Vechtdal Kliniek.

 

6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg.

 

7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is bij betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

 

8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mw. De in randnummer 4 omschreven transactie betekent namelijk dat Dimence uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de activiteiten Vechtdal Kliniek.

 

Beoordeling

9. Artikel 49d, eerste lid, Wmg geeft de NZa de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen op verzoek van degene die de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 49a, eerste lid, Wmg gestelde verbod, indien de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.

 

10. Hieronder zal achtereenvolgens worden beoordeeld of sprake is van een spoedeisend geval en of de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.

 

A. Spoedeisendheid

 

11. Op 13 september 2019 is Vechtdal Kliniek door de rechtbank failliet verklaard. De ambulante zorgactiviteiten van Vechtdal Kliniek zijn daarna voortgezet door de curator, maar een groot deel van de medewerkers hebben op 17 september 2019 hun ontslag gekregen. De opzegtermijn van de overgebleven medewerkers loopt tot 29 oktober 2019, maar de continuïteit van zorg kan op korte termijn niet meer worden gegarandeerd wegens het tekort aan zorgverleners.

 

12. Gezien het voorgaande acht de NZa het aannemelijk dat de continuïteit van de zorgverlening aan patiënten van Vechtdal Kliniek gevaar loopt. Tevens acht de NZa het aannemelijk dat de zorgverlening aan patiënten kan worden gecontinueerd indien de voorgenomen concentratie op korte termijn plaatsvindt. De NZa concludeert dan ook dat er sprake is van een spoedeisend geval in de zin van artikel 49, eerste lid Wmg.

 

B. Redelijk vermoeden van goedkeuring

 

13. In het algemeen geeft de NZa haar goedkeuring voor een voorgenomen concentratie tussen partijen, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

- partijen hebben voldoende inzicht gegeven in de verwachte effecten van de beoogde concentratie;

- het oordeel en de aanbeveling van cliënten, personeel en andere betrokkenen zijn overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;

- de continuïteit van cruciale zorg komt door de voorgenomen concentratie niet in het geding.

 

14. Voor de verlening van een ontheffing in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg is het noodzakelijk dat de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring niet zal onthouden. De NZa acht dat ten aanzien van de onderhavige voorgenomen concentratie tussen partijen aannemelijk. Daartoe is het volgende redengevend:

 

De verwachte effecten van de beoogde concentratie

 

15. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie voor het zorgaanbod, de zorglocaties en eventuele risico’s die samenhangen met de concentratie. In het kader van de in randnummer 13 en 14 genoemde beoordelingsstandaard en gelet op artikel 49b lid 2 Wmg acht de NZa de overgelegde effectrapportage in beginsel toereikend.

 

Betrokkenheid belanghebbenden

 

16. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]

 

17. Vechtdal Kliniek doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van Vechtdal Kliniek door de NZa niet beoordeeld.

 

18. De cliëntenraad en ondernemingsraad van Dimence hebben een spoedverklaring afgegeven waarin de voorzitters van beide medezeggenschapsorganen hebben verklaard ondanks de tijdsdruk voldoende geïnformeerd te zijn. Daarnaast blijkt uit de spoedverklaring dat deze raden in de gelegenheid zijn geweest hun aandachtspunten aan de raad van bestuur mee te geven.

 

Andere stakeholders

 

19. Naast het personeel en de cliënten hebben partijen aangegeven dat zij met het andere betrokkenen, waaronder de betrokken zorgverzekeraars, in contact zijn geweest over de voorgenomen concentratie.

 

Continuïteit cruciale zorg

 

20. Dimence biedt crisisopvang geestelijke gezondheidszorg aan. Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat, als gevolg van de voorgenomen concentratie, geen veranderingen zullen plaatsvinden in de organisatie en verlening van deze vormen van zorg.

 

 

Conclusie

 

21. Gelet op het bovenstaande concludeert de NZa dat er in de onderhavige zaak sprake is van een spoedeisend geval zoals bedoeld in artikel 49d, eerste lid, Wmg, waarbij zij het redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden. Het verzoek om ontheffing zal derhalve worden toegewezen.

 

Datum: 23 oktober 2019

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

mw. mr. drs. K. Raaijmakers
directeur Toezicht en Handhaving

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit
               t.a.v. unit Juridische Zaken
               Postbus 3017
               3502 GA  UTRECHT
               (In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen

[1] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven