Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2064/TB, 24 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2064/TB

betreft: [klager] datum: 24 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 28 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 21 augustus 2003 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 november 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.J. Zandt, en namens de Minister, mevrouw [...]. Hiervan is hetaangehechte verslag opgemaakt. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager op de longstay afdeling van de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek, het Kempehuis (hierna: het Kempehuis) te plaatsen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak d.d. 26 juli 1984 terzake van verkrachting veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Bij onherroepelijke uitspraak d.d. 29 augustus 1985 is klager veroordeeld terzake van verkrachting tot achtmaanden gevangenisstraf en is voorwaardelijke tbr opgelegd, met een proeftijd van drie jaar. Bij onherroepelijke uitspraak d.d. 24 juli 1987 is klager veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf terzake van verkrachting en is tbropgelegd. Op 11 januari 1988 is hij opgenomen in de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht (hierna Van der Hoevenkliniek). In verband met recidive is klager bij onherroepelijke uitspraak d.d. 17 april 1989 veroordeeld tot zesjaar gevangenisstraf en op 26 november 1990 is hij met toepassing van artikel 120 van de Gevangenismaatregel opgenomen in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna Veldzicht). Bij onherroepelijke uitspraakd.d. 28 november 1995 is klager in verband met recidive ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is op 31 maart 1999 geplaatst in de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen (hierna VanMesdagkliniek).
Vervolgens is klager op 31 juli 2003 overgeplaatst naar de Forensisch Psychiatrische Kliniek Oldenkotte te Rekken (hierna: Oldenkotte).
Bij brief d.d. 11 september 2002 van het hoofd van Oldenkotte is aangegeven dat klager voldoet aan de longstay-indicatie en is de Minister geadviseerd klager te plaatsen op een longstay afdeling.
De Landelijke Adviescommissie Plaatsing (hierna LAP) heeft d.d. 27 juni 2003 de Minister eveneens geadviseerd om klager te plaatsen op een longstay afdeling. Overeenkomstig deze adviezen heeft de Minister op 21 augustus 2003 beslistklager te plaatsen in het Kempehuis. Deze plaatsing is op 25 augustus 2003 gerealiseerd.

3. De standpunten
Door en namens klager is aangevoerd dat klager niet thuishoort op een longstay afdeling. Daar wordt klager niet meer behandeld. Klager is nog niet uitbehandeld. Klager gebruikt pas sinds maart 2003 libidoremmende medicatie. Klagerondervindt een positief effect van het gebruik van de medicatie. Het is nog niet duidelijk welke invloed het gebruik van libidoremmende medicatie zal hebben op het delictgevaar. Door het gebruik van de medicatie is er nogbehandelperspectief. Klager is bereid en volledig gemotiveerd om deze medicatie te blijven gebruiken. Het is praktischer om het effect van de medicatie eerst af te wachten dan om klager op een longstay afdeling te plaatsen. Op delongstay afdeling is het voor klager moeilijker om te blijven knokken. Op een longstay afdeling vindt geen behandeling meer plaats. Klager heeft de laatste tijd aan alles deel genomen en is al vier jaar clean. Het clean zijn is eenstraf voor klager. Medicijngebruik betekent eveneens een straf voor hem. Het merendeel van de door klager gepleegde strafbare feiten heeft hij gepleegd onder invloed van alcohol. Door de medicatie zullen er geen nieuwe strafbarefeiten meer door klager gepleegd worden. Klager heeft tijdens zijn behandeling geleerd om na te denken over de situatie, beter op te letten en erover te praten met behandelaars. Hij heeft veel inzicht gekregen en geleerd hoe hij eenbepaalde situatie moet aanpakken. Hij weet nu wat hij wel en niet kan doen en heeft meer vertrouwen. De laatste jaren heeft klager geen strafbare feiten meer gepleegd.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Met inachtneming van de eisen van artikel 11 Bvt zijn de volgende criteria ontwikkeld ter beoordeling van de noodzaak tot en wenselijkheid van plaatsing op een longstay afdeling:
vast dient te staan dat de ter beschikking gestelde (tbs-gestelde) een intramurale behandeling achter de rug heeft van ten minste zes jaar;
de tbs-gestelde dient ten minste éénmaal ter herselectie te zijn aangeboden, waarbij behandelingen in het kader van een eerder opgelegde tbs worden meegenomen;
aannemelijk moet zijn geworden dat voornoemde behandeltrajecten niet hebben geresulteerd in een substantiële vermindering van het delictgevaar en dat de stoornis waaraan betrokkene leed ten tijde van het delict nog steeds aanwezigis;
de Minister dient zich, alvorens een besluit tot plaatsing op de longstay afdeling te nemen, te laten adviseren middels een onafhankelijk onderzoek.
Voldaan is aan deze criteria. Er is immers ruimschoots sprake van een behandelingsduur van meer dan zes jaar en er is reeds tweemaal eerder een tbs, toen nog genaamd tbr, terzake van verkrachtingen opgelegd. Vaststaat dat klager inverscheidene tbs-inrichtingen, te weten de Van der Hoevenkliniek, Veldzicht, de Van Mesdagkliniek en Oldenkotte heeft verbleven en dat behandelinterventies tot dan toe geen reductie van klagers delictgevaarlijkheid hebbenopgeleverd. Bij brief van 11 september 2002 heeft het hoofd van Oldenkotte de Minister geadviseerd klager op een longstay afdeling te plaatsen. De LAP heeft in de rapportage d.d. 27 juni 2003 geconcludeerd dat er bij klager sprakeis van niet te beïnvloeden handicaps en gebreken en (intellectuele) defecten in de persoonlijkheid. Klager heeft een hoog recidiveprofiel voor ontvluchting en delictpleging. De LAP heeft aangegeven dat klager voldoet aan delongstay-indicatie en de Minister eveneens geadviseerd om klager op een longstay afdeling te plaatsen. Voorts is klager door een onafhankelijke psychiater en psycholoog onderzocht. In de rapportage van de psychiater [...] d.d. 17juli 2003 wordt geconcludeerd dat na ruim tien jaar behandeling in vier klinieken de basale pathologie weinig verandering heeft ondergaan. Klagers libidoremmende medicatiegebruik is een stap vooruit, maar moet vooral gezien wordenin het licht van de dreigende longstay plaatsing en dient allesbehalve als de grote doorbraak te worden beschouwd. De psycholoog [...] concludeert in de rapportage d.d. 10 juli 2003 dat klager nog niet beseft dat hij hulp c.q.begeleiding nodig heeft om te voorkomen dat hij opnieuw delicten zal begaan en dat de medicijnen klagers libido weliswaar remmen, maar de invloed daarvan op zijn agressieve driften onbekend is. Uit het verlengingsadvies vanOldenkotte d.d. 7 mei 2003 blijkt dat de behandelaars zich eveneens afvragen wat de invloed van libidoremmende medicatie op zijn seksueel sadistische fantasieën en zijn agressiehuishouding zal zijn. Klager heeft al eerder geprobeerdom met behulp van libidoremmende medicatie te resocialiseren. Klager nam echter de medicatie, die als voorwaarde was gesteld, slechts korte tijd in en pleegde daarop wederom een seksueel delict. Het beroep zal derhalve ongegrondzijn.

4. De beoordeling
Bij de (over)plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Met inachtneming van de voornoemde eisen van artikel 11, tweede lid, van de Bvt zijn de hierboven door de Minister onder 3. genoemde criteria opgesteld. Klager voldoet aan deze criteria:
- Hij heeft langer dan zes jaar in tbs-inrichtingen verbleven, waarbij de duur van behandeling in het kader van eerder opgelegde tbr c.q. tbs wordt meegenomen;.
- Er hebben verschillende behandelpogingen in vier verschillende inrichtingen plaatsgevonden.
- Naar aanleiding van recidive is hem de huidige tbs opgelegd. De behandelinterventies tijdens de tenuitvoerlegging van deze tbs hebben niet geleid tot reductie van zijn delictgevaarlijkheid. De behandelaars in Oldenkotte zijntot de conclusie gekomen dat klager als voortdurend delictgevaarlijk kan worden beschouwd.
- De LAP is op basis van dossieronderzoek van oordeel dat er bij klager sprake is van niet te beïnvloeden handicaps en gebreken en (intellectuele) defecten in de persoonlijkheid. Klager heeft een hoog recidiveprofiel voorontvluchting en delictpleging. De LAP heeft geconcludeerd dat de eindverantwoordelijke behandelaar naar geldend psychiatrisch inzicht in alle redelijkheid tot de vaststelling heeft kunnen komen dat voortzetting van op veranderinggerichte behandeling thans niet langer zinvol is en dat moet worden overgegaan tot op stabiliteit en op kwaliteit van leven gerichte zorg.
- Uit de door de onafhankelijke psychiater [...] uitgebrachte rapportage blijkt dat na ruim tien jaar behandeling in vier klinieken de basale pathologie weinig verandering heeft ondergaan en dat klagers libidoremmendemedicatiegebruik vooral gezien moet worden in het licht van de dreigende longstay plaatsing
- Uit de door de onafhankelijke psycholoog [...] uitgebrachte rapportage blijkt dat klager nog niet beseft dat hij hulp c.q. begeleiding nodig heeft om te voorkomen dat hij opnieuw delicten zal begaan en dat de medicijnenklagers libido weliswaar remmen, maar de invloed daarvan op zijn agressieve driften onbekend is.
Gelet op de verschillende uitgebrachte adviezen en rapportages omtrent klagers diagnose, behandelbaarheid en delictgevaarlijkheid, welke naar het oordeel van de beroepscommissie alle voldoende zorgvuldig tot stand zijn gekomen enbetrokken kunnen worden bij de vraag naar de noodzaak om klager te doen verblijven op een longstay afdeling, heeft de Minister er in redelijkheid van uit mogen gaan dat voortzetting van klagers behandeling zoals deze plaats vond inOldenkotte niet langer aan het doel daarvan beantwoordde, dat klager aan alle criteria voor plaatsing op een longstay afdeling voldoet en dat derhalve een longstay afdeling vooralsnog als de meest aangewezen plaats voortenuitvoerlegging van de tbs moet worden aangemerkt. Hierbij is met name in aanmerking genomen dat klager tijdens zijn behandeling meermalen gerecidiveerd is en ondanks verschillende behandelpogingen als chronisch ernstigdelictgevaarlijk wordt beschouwd. Klagers gebruik van libidoremmende medicatie lijkt vooral extern gemotiveerd. Anders dan door de raadsman is betoogd wordt ook op een longstay afdeling een individueel verplegings- enbehandelingsplan opgesteld. De bewoners van die afdeling hebben voorts enkele vrijheden die verpleegden op andere gesloten afdelingen niet hebben; klager kan laten zien hoe hij daarmee omgaat. De beroepscommissie gaat er daarbijvanuit dat tijdens klagers verblijf op een longstay afdeling periodiek zorgvuldig bezien zal worden in hoeverre klager alsnog in aanmerking zal kunnen komen voor plaatsing op een andere afdeling.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager op de longstay afdeling te plaatsen niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrondworden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 24 november 2003

secretaris voorzitter

nummer: 03/2064/TB

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 november 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg,
leden: mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr. drs. T.A.M. Louwe.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager, [...]. Krieger.

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager hoort niet thuis op een longstay afdeling. Daar wordt klager niet meer behandeld.
Klager is nog niet uitbehandeld. Klager gebruikt pas sinds maart 2003 libidoremmende
medicatie. Klager ondervindt een positief effect van het gebruik van de medicatie. Het is
nog niet duidelijk welke invloed het gebruik van libidoremmende medicatie zal hebben op
het delictgevaar. Door het gebruik van de medicatie is er nog behandelperspectief. Klager
is bereid en volledig gemotiveerd om deze medicatie te blijven gebruiken. Het is
praktischer om het effect van de medicatie eerst af te wachten dan om klager op een
longstay afdeling te plaatsen. Op de longstay afdeling is het voor klager moeilijker om te
blijven knokken. Op een longstay afdeling vindt geen behandeling meer plaats. Klager
heeft de laatste tijd aan alles deel genomen en is al vier jaar clean. Het clean zijn is een
straf voor klager. Medicijngebruik betekent eveneens een straf voor hem. Het merendeel
van de door klager gepleegde strafbare feiten heeft hij gepleegd onder invloed van alcohol.
Door de medicatie zullen er geen nieuwe strafbare feiten meer door klager gepleegd
worden. Klager heeft tijdens zijn behandeling geleerd om na te denken over de situatie,
beter op te letten en erover te praten met behandelaars. Hij heeft veel inzicht gekregen en
geleerd hoe hij een bepaalde situatie moet aanpakken. Hij weet nu wat hij wel en niet kan
doen en heeft meer vertrouwen. De laatste jaren heeft klager geen strafbare feiten meer
gepleegd.

Namens de Minister is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Met inachtneming van de eisen van artikel 11 Bvt zijn de volgende criteria ontwikkeld ter beoordeling van de noodzaak tot en wenselijkheid van plaatsing op een longstay afdeling:
vast dient te staan dat de ter beschikking gestelde (tbs-gestelde) een intramurale behandeling achter de rug heeft van ten minste zes jaar;
de tbs-gestelde dient ten minste éénmaal ter herselectie te zijn aangeboden, waarbij behandelingen in het kader van een eerder opgelegde tbs worden meegenomen;
aannemelijk moet zijn geworden dat voornoemde behandeltrajecten niet hebben geresulteerd in een substantiële vermindering van het delictgevaar en dat de stoornis waaraan betrokkene leed ten tijde van het delict nog steeds aanwezigis;
de Minister dient zich, alvorens een besluit tot plaatsing op de longstay afdeling te nemen, te laten adviseren middels een onafhankelijk onderzoek.
Voldaan is aan deze criteria. Er is immers ruimschoots sprake van een behandelingsduur van meer dan zes jaar en er is reeds tweemaal eerder een tbs, toen nog genaamd tbr, terzake van verkrachtingen opgelegd. Vaststaat dat klager inverscheidene tbs-inrichtingen, te weten de Van der Hoevenkliniek, Veldzicht, de Van Mesdagkliniek en Oldenkotte heeft verbleven en dat behandelinterventies tot dan toe geen reductie van klagers delictgevaarlijkheid hebbenopgeleverd. Bij brief van 11 september 2002 heeft het hoofd van Oldenkotte de Minister geadviseerd klager op een longstay afdeling te plaatsen. De LAP heeft in de rapportage d.d. 27 juni 2003 geconcludeerd dat er bij klager sprakeis van niet te beïnvloeden handicaps en gebreken en (intellectuele) defecten in de persoonlijkheid. Klager heeft een hoog recidiveprofiel voor ontvluchting en delictpleging. De LAP heeft aangegeven dat klager voldoet aan delongstay-indicatie en de Minister eveneens geadviseerd om klager op een longstay afdeling te plaatsen. Voorts is klager door een onafhankelijke psychiater en psycholoog onderzocht. In de rapportage van de psychiater [...] d.d. 17juli 2003 wordt geconcludeerd dat na ruim tien jaar behandeling in vier klinieken de basale pathologie weinig verandering heeft ondergaan. Klagers libidoremmende medicatiegebruik is een stap vooruit, maar moet vooral gezien wordenin het licht van de dreigende longstay plaatsing en dient allesbehalve als de grote doorbraak te worden beschouwd. De psycholoog [...] concludeert in de rapportage d.d. 10 juli 2003 dat klager nog niet beseft dat hij hulp c.q.begeleiding nodig heeft om te voorkomen dat hij opnieuw delicten zal begaan en dat de medicijnen klagers libido weliswaar remmen, maar de invloed daarvan op zijn agressieve driften onbekend is. Uit het verlengingsadvies vanOldenkotte d.d. 7 mei 2003 blijkt dat de behandelaars zich eveneens afvragen wat de invloed van libidoremmende medicatie op zijn seksueel sadistische fantasieën en zijn agressiehuishouding zal zijn. Klager heeft al eerder geprobeerdom met behulp van libidoremmende medicatie te resocialiseren. Klager nam echter de medicatie, die als voorwaarde was gesteld, slechts korte tijd in en pleegde daarop wederom een seksueel delict. Het beroep zal derhalve ongegrondzijn.

secretaris voorzitter

Naar boven