Onderwerp: Bezoek-historie

Mosselimporten uit "River Dee" Verenigd Koninkrijk
Ondertekeningsdatum:12-02-2019Geldigheid:01-04-2019 t/m 31-03-2023Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

1 Besluit

Geachte heer   ,

Op basis van uw aanvraag van 15 januari 2019 (namens de Vereniging van Importeurs van Schelpdieren), om een vergunning op grond van artikelen 2.7, lid 2 , jo. 1.3, lid 5 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor Krijn Verwijs Yerseke B.V., verleen ik hierbij vergunning om mosselen uit het gebied 'River Dee', gelegen in het Verenigd Koninkrijk, te verwateren in het Natura 2000-gebied Oosterschelde op de vaste verwaterpercelen en op de tijdelijke verwaterpercelen in productiegebied 'Oosterschelde Midden' ten noordwesten van de Vondelingsplaat.

Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag en de relevante wet- en regelgeving alsmede het van toepassing zijnde beleid verwijs ik naar de bijlage bij dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen aan. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

2 Voorschriften en beperkingen

Ter bescherming van de in het Natura 2000-gebied Oosterschelde aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen.

3 Algemeen

  1. Deze vergunning staat op naam van de Vereniging van Importeurs van Schelpdieren (hierna vergunninghouder) (of diens rechtsopvolger) en kan worden gebruikt door het bedrijf Krijn Verwijs Yerseke B.V.

  2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) het in voorschrift 1 genoemde bedrijf of aantoonbaar in opdracht van de vergunninghouder handelende (rechts)personen. De vergunninghouder en het in voorschrift 1 genoemde bedrijf blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.

  3. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een kopie van deze beschikking, inclusief alle daarbij behorende bijlagen.

  4. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven.

  5. De vergunde activiteit wordt overeenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende passende beoordeling uitgevoerd, met inachtneming van de aan deze vergunning verbonden voorschriften en beperkingen. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en/of passende beoordeling met de voorschriften en beperkingen in onderhavige vergunning, prevaleren deze laatste.

  6. Bij een opgetreden incident wordt onverwijld melding over de aard en omvang van het incident gedaan aan het bevoegd gezag onder overlegging van alle relevante gegevens. Onder incident wordt in dit verband verstaan 'een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht' (bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een habitattype of habitat- of vogelsoort bedreigen.)

  7. Bij een opgetreden incident is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te laten verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag.

  8. Alle door of namens het bevoegd gezag te geven aanwijzingen en/of uitvoeringsbepalingen worden binnen de in de aanwijzing bepaalde termijn opgevolgd.

  9. Alle correspondentie uit hoofde van deze vergunning kan per reguliere post of per e-mail (wetnatuurbescherming@minez.nl) worden gedaan.

4 Nadere inhoudelijke voorschriften

  1. Deze vergunning betreft uitsluitend mosselen (Mytilus edulis) afkomstig uit het gebied River Dee (VK).

  2. Het bedrijf dat van deze vergunning gebruik maakt mag de geïmporteerde mosselen uitsluitend uitzaaien op de daartoe door het ministerie van LNV aangewezen verwaterpercelen in de Oosterschelde. De (vooralsnog tijdelijke) additionele verwatervoorziening noordwestelijk van de Vondelingsplaat mag worden gebruikt tot 30 september 2021 (zie de verleende Wnb-vergunning van 21 april 2017 met het kenmerk DGAN-NB/ 17059841 voor deze tijdelijke voorziening).

  3. De vierde druk (februari 2018) van het Schelpdier Import Monitoring Protocol (rapport GiMaRIS_2018_09, hierna: het protocol), wordt beschouwd als een onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning. De vergunninghouder, het bedrijf dat de vergunning gebruikt en alle onder hun verantwoordelijkheid handelende (rechts)personen (zie voorwaarde 2) dienen zich aan dit protocol te houden. Indien een probleemsoort in het exportgebied wordt aangetroffen kan het transport van schelpdieren uit het gebied niet meer plaats vinden via het protocol om de risico's te minimaliseren (paragraaf 3.4 SIMP). Zie verder voorschrift 16.

  4. Het importerende bedrijf, zoals genoemd in voorschrift 1, meldt elke te importeren partij mosselen uiterlijk 24 uur voor het moment dat die partij aankomt per fax, e-mail of, indien dit niet mogelijk is, schriftelijk bij de Vereniging van Importeurs van Schelpdieren, voor deze de Nederlandse Mosselveiling te Yerseke. Deze melding dient tevens minimaal de volgende informatie te bevatten:

    1. de naam van het (deel)productiegebied waaruit de mosselen afkomstig zijn;

    2. de vermoedelijke tijd van aankomst bij het importerende en/of verwerkende bedrijf.

  5. Direct na aankomst van de gemelde partij mosselen stelt het importerende bedrijf onverwijld afschriften van de navolgende documenten middels fax, e-mail, post of persoonlijke overhandiging, ter beschikking aan de Vereniging van Importeurs van Schelpdieren, voor deze de Nederlandse Mosselveiling te Yerseke: het bij de betreffende partij behorende registratiedocument, het vervoersdocument en de weegbrief.

  6. Het nemen van monsters van geïmporteerde partijen mosselen ten behoeve van de uitvoering van het protocol wordt in opdracht van de vergunninghouder uitgevoerd door of namens GiMaRIS. De resultaten van deze bemonsteringen worden door vergunninghouder twee maal per jaar, vóór 1 februari en vóór 1 augustus, overgelegd aan het bevoegd gezag (e-mailadres: wetnatuurbescherming@minez.nl). Bij de monitoring wordt, evenals bij de SASI, uitgegaan van de meest recente en best beschikbare wetenschappelijke kennis ter zake. Afhankelijk van de aard van de aangetroffen soorten en het aantal levend aangetroffen soorten bij de monitoring kan het bevoegd gezag besluiten dat uit het betreffende gebied van herkomst geen mosselen meer in de Oosterschelde mogen worden verwaterd.

  7. Indien in een geïmporteerde lading mosselen een probleemsoort is aangetroffen en in de Oosterschelde kan zijn uitgezaaid, wordt dit door of namens de vergunninghouder onmiddellijk gemeld aan het bevoegd gezag (e-mailadres: wetnatuurbescherming@minez.nl), en aan de NVWA. Mosselen uit het betreffende gebied van herkomst mogen dan niet langer op de verwaterpercelen in de Oosterschelde worden uitgezaaid. Voor zover mosselen van de betreffende lading daar al zijn uitgezaaid, worden deze per direct opgevist, evenals alle andere ladingen uit het betreffende gebied van herkomst die in de voorgaande periode van drie maanden op de verwaterpercelen zijn uitgezaaid. Deze mosselen en alle andere in de opgeviste tarra voorkomende organismen mogen niet meer levend in het buitenwater terecht komen.

  8. Het bedrijf dat van deze vergunning gebruik maakt moet een jaarlijkse administratie bijhouden op basis waarvan het mogelijk is per verwaterde geïmporteerde partij ten minste het volgende vast te stellen:

    • de herkomst van de verwaterde mosselen, inclusief het nummer van het registratiedocument;

    • de hoeveelheid geïmporteerde en verwaterde mosselen;

    • de datum van binnenkomst;

    • de datum en het tijdstip van melding (zie voorschrift 13);

    • de nummers van de verwaterpercelen waarop de partij is uitgezaaid;

    • de datum/data waarop en de hoeveelheden waarin een geïmporteerde en verwaterde partij mosselen van het verwaterperceel wordt opgevist en het bedrijf verlaat.

  9. Het gebruik van geluidsapparatuur, anders dan ten behoeve van communicatiedoeleinden, is niet toegestaan.

  10. Verstoring van de in de Oosterschelde aanwezige beschermde natuurwaarden tijdens het uitzaaien van het geïmporteerde schelpdieren dient tot een minimum te worden beperkt: groepen vogels mogen niet dichter dan tot een afstand van 500 m. benaderd worden en zeehonden niet dichter dan tot een afstand van 1200 m.

  11. Het is niet toegestaan afval in het gebied achter te laten.

5 Toezicht

  1. De vergunninghouder voert een administratie waarin alle op deze vergunning betrekking hebbende documenten en bewijsstukken ten aanzien de naleving van de voorschriften en beperkingen van deze vergunning, in het bijzonder de voorschriften 13 tot en met 18, zijn opgenomen.

  2. De in de voorgaande voorschrift bedoelde administratie dient tenminste vijf jaar te worden bewaard.

  3. De vergunninghouder geeft, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder(s).

  4. Gevraagde informatie en documenten worden op eerste vordering aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren getoond.

6 Looptijd/geldigheid

  1. De vergunning is geldig van 1 april 2019 tot en met het moment dat de vergunde activiteit wordt beëindigd, doch uiterlijk tot en met 31 maart 2023. Voor de additionele verwatervoorziening bij de Vondelingsplaat geldt de einddatum van 30 september 2021 op grond van de Wnb-vergunning van 21 april 2017 met het kenmerk DGAN-NB/ 17059841.

7 Ter informatie

Op grond van art. 5.1, lid 1 van de Wnb jo. afdeling 4.1.1. Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een verzoek tot wijziging van de vergunning worden ingediend.

Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2, van de Wnb kan de verleende vergunning worden ingetrokken of gewijzigd.

Op grond van artikel 7.2, lid 2, van de Wnb kan een last onder bestuursdwang worden opgelegd.

Conform artikel 5:32, lid 1, Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan, aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

Hoogachtend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:



drs. S.P. Band

MT-lid bij het Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

8 Bijlage:

  1. Inhoudelijke overwegingen

  2. Gebruikerslijst

  3. Passende beoordeling

  4. Schelpdier Import Monitoring Protocol(rapport GiMaRIS_2018_09)

9 Bezwaar

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

10 Publicatie besluit

Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderhavig besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Wnb, waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op http://vergunningenbank.overheid.nl/wet-natuurbescherming

Naar boven