Onderwerp: Bezoek-historie

Ensisvisserij Noordzeekustzone, Voordelta, Vlakte van de Raan, Westerschelde & Saeftinghe
Ondertekeningsdatum:15-01-2019Geldigheid:14-01-2019 t/m 31-12-2023Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

1 Besluit

Geachte heer,

Op 21 november 2018 (aangevuld op 27 december 2018) heeft u in de hoedanigheid van respectievelijk voorzitter en secretaris van de Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse Vissersbond UA te Emmeloord (hierna: CPO NVB) een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) aangevraagd voor Ensisvisserij in de Natura 2000 gebieden: Noordzeekustzone, Voordelta, Vlakte van de Raan, Westerschelde & Saeftinghe (ten westen van de lijn Vlissingen-Breskens) voor de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2023. De aanvraag heeft uitsluitend betrekking op de voor Ensisvisserij (tijdelijk of permanent) opengestelde gebieden. Gebieden die op basis van vigerende toegangsbeperkende besluiten of andere regelgeving zijn gesloten voor Ensisvisserij zijn uitgesloten van de aanvraag.

Ik verleen u hierbij de gevraagde vergunning. Dit besluit is gebaseerd op artikel 2.7, lid 2 , jo 1.3, lid 5 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en 2.8, lid 1 van de Wnb en 2.7, lid 1 sub b Besluit natuurbescherming (hierna: het Bnb).

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

2 Voorschriften en beperkingen

Ter bescherming van de in de Natura 2000-gebieden Noordzeekustzone, Voordelta, Vlakte van de Raan, Westerschelde & Saeftinghe aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen.

3 Algemeen

  1. Deze vergunning staat op naam van de Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse Vissersbond UA (hierna vergunninghouder) (of diens rechtsopvolger).

  2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de vergunninghouder of door (rechts)personen van de vier visserijbedrijven op de 'Lijst van ondertekenaars visplan Ensisvisserij 2018-2023'. De vergunninghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.

  3. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een kopie van deze vergunning inclusief alle daarbij behorende bijlagen.

  4. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen.

  5. Het tijdstip waarop de vergunde activiteit daadwerkelijk wordt gestart, wordt minimaal twee weken voor de aanvang ervan gemeld aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ter attentie van het Team Natuurvergunningen (hierna: het bevoegd gezag).

  6. De vergunde activiteit wordt uitgevoerd zoals aangegeven in de aanvraag, volgens de voorschriften en beperkingen die aan deze vergunning zijn verbonden, volgens het Visplan Ensisvisserij 2018-2023; en volgens het besluit namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2018 inzake een wijziging van voorwaarde 6 van de vigerende publiekrechtelijke vergunning voor de visserij op zwaardschedes en mesheften (kenmerk RVO-VIR /18204940). Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en/of Visplan en de voorschriften en beperkingen van deze vergunning hebben de laatste voorrang.

  7. Als zich een incident voordoet, meldt de vergunninghouder dit met alle relevante gegevens onmiddellijk aan het bevoegd gezag. Een incident is in dit geval een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht, bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een habitattype of habitat- of vogelrichtlijnsoort bedreigen.

  8. Als zich een incident voordoet, is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, onder overlegging van alle relevante gegevens, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag.

  9. De vergunninghouder volgt de aanwijzingen op die het bevoegd gezag geeft.

  10. Zodra de werkzaamheden met betrekking tot de vergunde activiteit feitelijk zijn beëindigd, meldt de vergunninghouder dit uiterlijk binnen een week bij het bevoegd gezag.

  11. Alle correspondentie met betrekking tot deze vergunning kan per reguliere post of per e-mail (wetnatuurbescherming@minlnv.nl) worden gedaan.

4 Nadere inhoudelijke voorschriften

  1. De visserij dient plaats te vinden op grond van het 'Visplan Ensisvisserij 2018-2023', dat onderdeel uitmaakt van dit besluit.

  2. De visserij binnen het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe dient uitsluitend plaats te vinden ten westen van de lijn Vlissingen-Breskens.

  3. Voor de vangsten van de Ensisvisserij in de betrokken Natura 2000-gebieden worden de volgende maxima op jaarbasis aangehouden. Het totaal per jaar mag niet meer zijn dan 8.800 ton vers gewicht.

    Natura 2000-gebied

    Maximale benutting Ensisvisserij (ton vers gewicht) per jaar

    1. Noordzeekustzone

    8.000

    2. Voordelta

    5.500

    3. Vlakte van de Raan

    1.600

    4. Westerschelde & Saeftinge (ten westen van de lijn Vlissingen-Breskens)

    800

    Totaal 1 t/m 4

    8.800

 

  1. De totale vangst mag maximaal bestaan uit 5% (bruto gewicht) andere soorten dan Ensis. Indien tijdens het vissen wordt geconstateerd dat de bijvangst meer dan 5% van het bruto gewicht is, wordt een andere vislocatie gezocht. Voor elk vaartuig wordt per bijgevangen soort op het hiertoe geldende logboek- en vangstopgaveformulieren de vangst gespecificeerd. Dit overeenkomstig de huidige visserijregelgeving en het visplan. Maandelijks moet een kopie van deze formulieren worden verstrekt aan de Nederlandse Vissersbond.

  2. Wanneer beschermde vissoorten worden gevangen moeten deze worden teruggezet (Rivierprik, Zeeprik, Fint, Elft).

  3. Om verstoring te voorkomen dient in geval van visserij na zonsondergang uitsluitend de wettelijke verplichte en voor de visserij benodigde verlichting te worden gevoerd met een niet groter dan noodzakelijke sterkte.

  4. Groepen vogels mogen niet dichter worden genaderd dan tot een afstand van 500 meter en rustende zeehonden mogen niet dichter genaderd worden dan tot een afstand van 1200 meter.

5 Rapportage, monitoring

  1. De vergunninghouder meldt jaarlijks vóór 1 april schriftelijk of per e-mail aan het bevoegd gezag per Natura 2000-gebied en voor de overige gebieden: de aanvoer van Ensis en het aanvoerpercentage Ensis over het voorgaande kalenderjaar.

  2. De vergunninghouder stuurt jaarlijks vóór 1 december aan het bevoegd gezag de voorgenomen maximale bevissingspercentages en - benutting (in kg versgewicht) in per Natura 2000-gebied op basis van de reguliere bestandsschattingen van IMARES voor het daarop volgende kalenderjaar.

6 Toezicht

  1. De vergunninghouder voert een administratie met daarin alle documenten die betrekking hebben op deze vergunning en op de naleving van de voorschriften.

  2. De vergunninghouder geeft alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder en opsporingsambtenaren

  3. De vergunninghouder toont informatie en documenten op verzoek aan de bevoegde toezichthouder en opsporingsambtenaren.

7 Looptijd en geldigheid

  1. De vergunning is geldig vanaf 14 januari 2019 tot en met 31 december 2023.

8 Ter informatie

Op grond van art. 5.1, lid 1 van de Wnb jo. afdeling 4.1.1. Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een verzoek tot wijziging van de vergunning worden ingediend.

Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2, van de Wnb kan de verleende vergunning worden ingetrokken of gewijzigd.

Op grond van artikel 7.2, lid 2, van de Wnb kan een last onder bestuursdwang worden opgelegd.

Conform artikel 5:32, lid 1, Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan, aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

Hoogachtend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:



drs. S.P. Band

MT-lid van het Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

9 Bijlage:

  1. Inhoudelijke overwegingen.

  2. Visplan Ensisvisserij 2018-2023.

  3. Passende beoordeling Ensisvisserij 2019-2023 met aanvullingen d.d. 27-12-2018.

  4. PDF AERIUS Calculator.

10 Bezwaar

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

11 Publicatie besluit

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt dit besluit openbaar op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Het zal onder anonimisering van de persoonsgegevens geplaatst worden op http://vergunningenbank.overheid.nl/wet-natuurbescherming

Naar boven