Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1725/GB en R-18/2099/GB, 8 maart 2019, beroep
Uitspraakdatum:08-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummers:       R-18/1725/GB en R-18/2099/GB

Betreft:            [klager]            datum: 8 maart 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. M. Broere, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een (fictieve) weigering van de selectiefunctionaris om een beslissing te nemen en tegen een op 16 juli 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissingen.  Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft beslist tot overplaatsing van klager naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught (R-18/1725/GB). Vervolgens heeft de selectiefunctionaris het bezwaar gericht tegen de beslissing tot overplaatsing ongegrond verklaard (R-18/2099/GB).

2.         De feiten

Klager is sinds 11 maart 2018 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i Dordrecht. Op 17 juli 2018 is hij overgeplaatst naar de p.i. Vught, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager zijn de beroepen als volgt toegelicht.

R-18/1725/GB: Ingevolge artikel 72, eerste lid jo. artikel 17, vierde lid, van de Pbw heeft klager het recht een beroepschrift in te dienen tegen een negatieve beslissing op zijn bezwaar. In artikel 72, eerste lid laatste volzin, van de Pbw wordt een weigering een beslissing te nemen hieraan gelijkgesteld. Nu op 16 juli 2018 - aangevuld op 23 juli 2018 - een inhoudelijk bezwaar is ingediend en hierop nog geen reactie is gekomen, is de in de wet geduide termijn verstreken. Verzocht wordt daarom dit beroep gegrond te verklaren en de selectiefunctionaris op te dragen om alsnog een beslissing te nemen. Klager heeft groot belang bij een spoedige beslissing op zijn bezwaar, omdat zijn familie niet goed in staat is te reizen naar de p.i. Vught. Het bezoek komt hierdoor onder druk te staan, evenals klagers ‘family life’. Van alle inrichtingen is de p.i. Vught bijna het slechtst te bereiken via het openbaar vervoer; alsof de overplaatsing an sich nog niet ver genoeg is. Van klagers familie kan niet worden verlangd dat zij structureel de langdurige en kostbare reis gaan maken. Klager is ook niet gehoord over het voornemen hem over te plaatsen naar de p.i. Vught, anders had hij direct aangegeven dat dit geen fatsoenlijke optie voor hem zou zijn. In dat geval had hij veel beter in de p.i. Dordrecht kunnen blijven; klager vreest dat zijn relaties aan een zijde draadje komen te hangen. Klager verzoekt een financiële tegemoetkoming. R-18/2099/GB: Klager persisteert bij de gronden zoals weergegeven in het bezwaarschrift. Hoewel klager begrijpt dat het bewaren van de orde en rust in de p.i. belangrijk is, is onvoldoende gebleken dat dit zou worden verstoord wanneer klager in de p.i. Dordrecht was gebleven. Verzocht wordt klager in het gelijk te stellen, zijn overplaatsing naar een p.i. van zijn voorkeur of p.i. Dordrecht te realiseren en hem te compenseren voor het feit dat hij ten onrechte is overgeplaatst naar de p.i. Vught.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft als volgt gereageerd op de beroepen.

Uit het selectieadvies van p.i. Dordrecht van 3 juli 2018 blijkt dat klager bedreigd werd in de p.i. door vrienden van de vader van het slachtoffer. Klager heeft door deze bedreigingen zijn arbeid moeten staken. Een overplaatsing was derhalve van groot belang in het kader van het bewaren van de orde, rust en veiligheid in de p.i. Nu geen celcapaciteit beschikbaar was in de inrichtingen van voorkeur, is ervoor gekozen om klager naar de p.i. Vught over te plaatsen. Het moeilijk kunnen ontvangen van bezoek is inherent aan het ondergaan van detentie. Voorts is niet gebleken dat klager verstoken is van bezoek. Het bewaren van de orde, rust en veiligheid prevaleert boven de voorkeur van klager naar een andere p.i. overgeplaatst te worden. De selectiefunctionaris verzoekt het beroep ongegrond te verklaren en ziet geen aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4.         De beoordeling

4.1.      De gevangenis van de p.i. Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.      R-18/1725/GB: op grond van artikel 18, eerste lid onder a, van de Pbw heeft de gedetineerde het recht bij de selectiefunctionaris een met redenen omkleed verzoekschrift in te dienen strekkende tot plaatsing in of overplaatsing naar een bepaalde afdeling of inrichting. In het derde lid is artikel 17, vierde lid, van de Pbw van overeenkomstige toepassing verklaard. Daar is bepaald dat de selectiefunctionaris de indiener van het bezwaarschrift binnen zes weken van zijn met redenen omklede beslissing schriftelijk op de hoogte stelt.

4.3.      Op grond van het bepaalde in artikel 17, vierde lid, van de Pbw dient de selectiefunctionaris binnen zes weken een beslissing te nemen op het ingediende bezwaarschrift. Dit is niet gebeurd. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. Tot het toekennen van een tegemoetkoming bestaat geen aanleiding.

4.4.      R-18/2099/GB: Op 29 oktober 2018 heeft de selectiefunctionaris alsnog beslist tot ongegrondverklaring van het bezwaar. In beginsel zou klager daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep onder R-18/2099/GB, omdat daarmee het belang aan het beroep is komen te ontvallen. Nu in beroep echter is verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.5.      Uit de stukken van de selectiefunctionaris volgt dat een overplaatsing van klager van groot belang was in het kader van het bewaren van de orde, rust en veiligheid in de p.i. Dordrecht omdat klager werd bedreigd. Een ongestoorde tenuitvoerlegging van klagers detentie prevaleert boven klagers persoonlijke belangen. In de p.i. van klagers voorkeur, de p.i. Krimpen aan den IJssel, was op dat moment geen celcapaciteit beschikbaar. Klagers wens dichterbij zijn familie gedetineerd te zijn is begrijpelijk, maar de reisafstand van Roosendaal naar Vught is redelijk te noemen. Daarbij is niet gebleken dat klager verstoken is van bezoek. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5.         De uitspraak

R-18/1725/GB: de beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe. R-18/2099/GB: de beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 8 maart 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven